dinsdag 25 december 2007

NU

Zij verlangt naar het verleden
Zij verheugt zich op de toekomst
Maar waar is vandaag gebleven
Is die nu al kwijt?

zaterdag 22 december 2007

Verrassing!

Ik heb wel eens een boek besteld bij de ECI of een cd’tje bij Bol.com en dat komen ze dan brengen als ik er niet ben. Geeft niks, ze geven het bij de buren af en daar haal ik het dan even later op. Met een zo nonchalant mogelijke blik zeg ik dan: “er was een pakketje voor mij bezorgd, of zoiets?”. Ik kijk de man niet of nauwelijks aan en veins al graaiend in mijn tas dat ik mijn sleutels niet kan vinden. Na het in ontvangst nemen van mijn eigen bestelde cadeau laat ik de buurman bedremmeld achter wanneer ik de trap weer afvlieg…druk druk druk.

Nu heb ik van de week een cadeau van andere orde voor mezelf besteld. Een heuse gloednieuwe computer. Jawel, na jaren van aanmodderen met demente apparaten en het bemoedigend toespreken en oplappen van levensgrote wrakken, vond ik dat ik mijn geduld voldoende had bewezen. Onbaatzuchtig als ik ben, gunde ik mijn stokoude vriend zijn welverdiende rust. En zo geschiedde, vaarwel…

Twee dagen later arriveerde mijn nieuwe hoop in digitale dagen. Hij was jong, modern, slank, strak en breed en viel derhalve in de smaak. Had ik dat geweten dan was ik met alle liefde met mijn armen wijd open op hem gaan zitten wachten om hem een warm welkom te geven. Maar helaas hij moest het zonder doen, de postbode gaf hem namelijk af bij de buurman. Welja, het ding was toch al betaald! Dat dit ietsje meer kost dan een boek of cd doet er blijkbaar niet toe.

Toen ik met het TNT-papiertje opgewonden naar boven liep om mijn toneelstukje (ditmaal uiteraard met extra bravoure) weer op te voeren, viel ik behoorlijk door de mand toen bleek dat mijn bovenbuurman mijn cadeau al van zijn strikken en krullen ontdaan had. Nonchalant zat hij achter mijn grootste pakket ooit van oor tot oor te glunderen. Helemaal in zijn element zei hij blij en onbezonnen als een kind: “ik dacht, ik help je vast een beetje op weg”. Stond ik dan met mijn op de trap voorbereidde schertsvertoning onder mijn arm, werd ik toch nog verrast.

woensdag 19 december 2007

Licht en Glorie

Ik kan niet slapen want ik weet dat er een kind geboren wordt
Ik probeer me voor te stellen hoe de aanstaande moeder er nu bij ligt, al heeft zij dat waarschijnlijk liever niet
dat ik visualiseer hoe zij haar kind op de wereld zet.

Hoe dan ook, op dit moment zal ze zich er vermoedelijk niet druk om maken en dus maak ik misbruik van de situatie en laat mijn verbeelding vrijelijk de loop.

Alle clichés vliegen voorbij mijn netvlies
een ander referentiekader heb ik immers niet
Al ben ik daar momenteel niet bijzonder rouwig om, het ziet er niet best uit
Opengesperde ogen, vol vuur en bloeddoorlopen maken dat ik haar niet meer herken.
IJzingwekkende geluiden vervullen mij van angst.

Ik tracht me het eind-goed-al-goed-scenario voor ogen te houden, maar gaandeweg groeit enkel mijn respect voor beide hoofdpersonen. De een die zich op miraculeuze wijze een weg baant door een onmogelijk krappe gang, de ander die aan flarden wordt gescheurd. Maar licht en glorie schitteren aan de horizon. Beiden houden vol en maken elkaar enkele ogenblikken later de meest zielsgelukkige wezens op aard.

woensdag 5 december 2007

Sinterklaas verrast

Eerlijk is eerlijk! Ik keek er behoorlijk van op toen er een wit geschilderde sinterklaas binnen kwam lopen die eigenlijk een neger was. Tabberd, mijter, staf…alles erop en eraan. Niks op aan te merken. Zeker niet door een zwart geschminkt blank meisje zou je zeggen…maar toch, hij leek helemaal niet op sinterklaas! Die neus, die lippen, het afgepoeierde witte schilderwerk. Ik vond het een boeiend experiment maar kon er niet achter staan.

Of ik zelf al dan niet op zwarte piet leek, werd overigens niet in twijfel getrokken. Het deed niet ter zake, maar waarom eigenlijk niet? Een blanke mag op eigen verzoek wel tot knecht verworden maar de upgrading van een neger tot heilige Sint is onacceptabel.

Terwijl de kinderen klaarblijkelijk geen enkele moeite hadden met de negroïde sinterklaas, waarom zijn knecht dan wel? Ik had alle reden om mij als zwarte piet op z’n minst gelijkwaardig te voelen aan de goedlachse en vriendelijke, breedneuzige Goed Heiligman, maar niets was minder waar. Ik wilde de lange witte baard van deze nepsint het liefste afrukken en net zolang stampvoetend dreinen tot er een fatsoenlijke, blanke sint zou staan.

Wanneer mensen tegen me aanzeuren over racistische vooroordelen die door ons aller zwarte pietermans bevestigd worden, vind ik dat flauw. Welnee…het zwart verwijst naar roet en los daarvan is Sint Nicolaas de mooiste oer-Hollandse traditie die er bestaat! Zij moet hoe dan ook gekoesterd worden, zelfs als sinterklaas een neger is. Tijden veranderen, welja, volgend jaar een chinees als sint! De ultieme integratie, daar kan ik en menig ander in onze kleurrijke multiculturele samenleving nog een puntje aan zuigen.

dinsdag 4 december 2007

schoentje zetten

Al vanaf de 15de eeuw zetten Nederlandse kinderen van alle soorten en met verschillende maten de schoen voor Sint Nicolaas. Vervuld van geloof staan zij met stralende kraaloogjes trouw bij de open haard te zingen opdat de beloning in de schoen zo groot mogelijk zal zijn. Toentertijd, een paar eeuwen terug, werd de buit die de volgende ochtend in de schoen gevonden werd echter nog als een soort van aalmoes onder de armen verdeeld.

Tijden veranderen

Die nobelheid is inmiddels lang vervlogen, terwijl de buit toch aanzienlijk groter is gegroeid in de loop der jaren. Maar misschien is dat juist wel de reden, bezit maakt tenslotte hebberig. Schoentjes puilen vandaag de dag niet alleen op sinterklaasavond uit, maar de volledige periode dat de (uiteraard) oh zo lieve Sint zich in ons kikkerlandje bevindt. Wee als er in de ochtend alleen een enkel schuimpje en drie pepernoten in de schoen gevonden wordt. Dan is de teleurstelling groot en hebben tranen de omvang van die van krokodillen.

Tijden veranderen

“Everything changes, but basically they stay the same”.

zondag 2 december 2007

De magie van het donker

Als het 's avonds donker is
dan doe ik graag de lichten uit
zet de muziek luid aan
sluit mijn ogen en dans

Zwierend in de rondte
mijn losse haren zwieren mee

Betoverd door de tekst
het magisch stemgeluid
de begeleidende gitaar
gaat mijn fantasie met me op de loop

Een gelukzalige glimlach rust op mijn lippen
Ik dans en vergeet mezelf

Dagje uit

Op een brakke dag
ervaar je de wereld zo heerlijk anders
als was je bewustzijn verlaagt
op geheel natuurlijke wijze

Al wat je doet is goed
en al wat je niet doet is nog beter

De regen deert je niet
en ambities staan on hold

Ronddrentelen in pyjama
geeft volledige voldoening

Chocolade, sla en een kom dampende soep
volgen elkaar als maaltijd logisch op

Televisie en radio
staan gezamenlijk aan

En alle zorgen zijn voor even de wereld uit

dinsdag 13 november 2007

Boer met kiespijn

De boer had kiespijn, maar liep toch over zijn land. Met een kruiwagen vol hooi en kaplaarzen aan zijn oude verschrompelde voeten. Voor dag en dauw was de boer al in de weer, dat wil zeggen nog voor de zon haar gezicht had laten zien. Hij had geen douche genomen, dat kwam later wel. In tegenstelling tot de ingesleten gewoonte had hij deze ochtend wel een ontbijt genoten. Gortepap, zodat hij niet hoefde te kauwen.

Nat herfstblad woei op, recht in het gezicht van de boer, maar het deerde hem niet. Een beetje boer moest daar toch tegen kunnen vond hij. En zo is het maar net. De boer was een krachtige man met een behoorlijk arbeidsethos. Gehard door het leven zoals hij zelf zou zeggen. Maar zonder enig spijt of berouw. Integendeel, hij was tevreden met de keuzes die hij gemaakt had en de man die hij erdoor geworden was.

Een gezin had hij niet, want “de knollen riepen”. Gelukkig had zijn broer ze ook gehoord en deelden ze samen een eenzaam leven. Ze kookten niet, maar aten wel. Zwijgend zij aan zij. Nu eet de boer weer alleen, want broerlief is niet meer. Hij loopt weer alleen over het land in alle vroegte, is alleen wanneer hij geteisterd wordt door het herfstige weer en kan zijn kiespijn alleen met de tandarts delen.

zondag 11 november 2007

Eigen schuld, dikke bult

Ik voel me bekeken
aangestaard
door een hond in de trein.
Ongemakkelijk word ik ervan
net als bij mensen,
maar dit is een hond.

Hoe zou het voor hem zijn?
Of voor haar?
Dat zou ik nou wel eens willen weten
en prompt besluit ik een klein experiment te doen.

De hond kijkt naar mij
ik kijk terug.
En blijf kijken.
Ook als mijn menselijke punt der ongemakkelijkheid bereikt is.
Mijn proefdier lijkt er weinig last van te hebben,
blijft me strak in de ogen kijken.

Hij beweegt niet.
Zijn blik wordt indringender.
Ik begin te twijfelen aan mijn experiment.
Kijk even weg,
maar dan weer terug.
Ik kan die hond toch niet zomaar laten winnen?
Zo makkelijk komt ie niet van me af.

En ik ook niet van hem
zo blijkt even later.
Als de pleuris uitbreekt.
De hond zich losrukt van zijn baasje
en mij overmeestert
luid blaffend
wild als een dolle

Maar hij blijft me aankijken
tot het moment
dat hij me wreed de ogen uitkrabt.
En dan is mijn proefje ten einde.
Want ik kan niet meer zien
of de hond nog kijkt.

dinsdag 6 november 2007

Van de mug die een olifant werd

“Klets!”
Voor de zoveelste keer deze nacht geef ik mezelf een rake klap in mijn gezicht. Dit is geen opzettelijke zelfkastijding of automutilatie of iets dergelijks, ik heb alleen de steeds verder wegzakkende ijdele hoop dat ik de mug die rond mijn hoofd dartelt op deze wijze het leven kan ontnemen. Ik heb maar zelden moordneigingen, maar deze zoemende rakker brengt het slechtste in me naar boven.


God straft meteen en dus zorgt hij er hoogstpersoonlijk voor dat de mug een olifant wordt. Mijn pogingen mogen niet baten en het enige resultaat van mijn verwoede en opzettelijke slachtpartij is de volgende ochtend zichtbaar (en tastbaar) in de spiegel. Een spiegel zonder gebronsd spiegelglas met als gevolg dat ik de harde werkelijkheid fluorescerend gereflecteerd zie. Mijn humeur wordt er zo na een nacht lang zonder slaap niet bepaald beter op.

De nacht erop is de brutale aap verdomme weer van de partij. Het feestje de vorige avond is hem blijkbaar goed bevallen. Omdat ik bekaf ben slaap ik meer, maar ondertussen droom ik me wel een slag in de rondte. Over de erotische paringsdans, want het gezoem schijnt een belangrijke rol te spelen in het liefdesspel tussen mannetjes- en vrouwtjesmug. Via Britse biologen weet ik dat ze de toonhoogte van hun gezoem onderling aanpassen en zo een stelletje vormen. Ik droom daarover, maar het beperkt zich niet tot muggen alleen. Het gehele dierenrijk schittert al zoemend in mijn droom, van mug tot ram, van giraffe tot kip tot Bokito himself. Op een gegeven moment betrap ik ook mezelf op luid opgewonden gezoem en zie ik dat de muggen het met de olifanten doen. Wat zou dat worden een kruising tussen mug en olifant? Zou de vrucht dan meer op een olifant lijken of toch meer op een mug? En wie van de twee baart er?

Met deze vragen tollend in mijn hoofd word ik badend in het zweet aan het voeteneind van mijn bed wakker. Bont en blauw geslagen, moegestreden. Ik doe het licht aan en zie ze vliegen. Figuurlijk maar ook letterlijk, waarop ik lukraak in de lucht grijp en ze gewoon te pakken heb, de tortelduifjes. Ik ben blij, euforisch, al realiseer ik me dat ik een zelfingenomen spelbreker ben in een bijzonder intiem samenzijn.

zaterdag 3 november 2007

Doof

Hij is de enige die ooit echt naar me luistert
Ze zei het en ik moest even denken
Hij is doof

maandag 29 oktober 2007

Als...dan

Als je dat wat je niet wilt gewoon niet doet,
dan blijft over wat je wel wilt.

Als je dat wat je niet kunt gewoon niet doet,
dan blijft over wat je wel kunt.

Als je dat waar je niet naar wilt luisteren gewoon niet hoort,
dan blijft over waar je wel naar wilt luisteren.

Als je dat wat je niet wilt zien gewoon niet aanschouwt,
dan blijft al wat prachtig is over.

Dan is de wereld precies zo mooi als jij zou willen,
en voor even mag dat best.

vrijdag 26 oktober 2007

Ik ren...

Ik ren…
Mijn hoofd steeds roder
Mijn vaart steeds sneller
Mijn gemoed steeds vrolijker

Ik kom mensen tegen
Rennend, fietsend of wandelend
Vrouwen zeggen niets

Mannen goedendag

Wat is dat toch?
Voelen vrouwen zich bedreigd of zoiets? En door wat dan wel? Mijn sportief vrouwelijk schoon waarvan al na luttele meters feitelijk alleen mijn knalrode hoofd nog zichtbaar is? Dit zou echter betekenen dat was ik een man geweest, ze dan wel iets gezegd zouden hebben en heel eerlijk...ik betwijfel dat.
Of is het simpeler dan dat en zijn mannen eenvoudig aardiger? Wellicht vinden ze het gewoon leuk hun vrouw wat te pesten, hetgeen aardig lukt.
Of misschien genieten vrouwen er wel van chagrijnig te zijn? Dat ga je toch denken soms, dat ze het er gewoon om doen? Om op hun beurt hun man te treiteren, dat had dan weer niemand verwacht. Boontje komt om zijn loontje, wie een gat graaft voor een ander... en je oogst wat je zaait.


Ik mijmer nog even verder en ren...
Soms in de miezer
Maar meestal in de zon
Over de dijk
En af en toe door het bos.

dinsdag 23 oktober 2007

Uit eten

Bent u wel eens in uw eentje uit eten geweest?
Welnu, ik kan u vertellen het is een smakelijke aangelegenheid.
Niet alleen stelt het u in staat zonder overleg uw eigen lievelingsrestaurant uit te kiezen, de extra jus wordt geleverd door de nieuwsgierige blikken van omstanders die op u rusten.

Ik heb uiteraard geen weet van hoe u dat precies ervaart, maar persoonlijk smul ik daar van.
Maar al te graag ook voed ik de fantasieën van mijn hongerige medemens: ik kijk ze veelvuldig recht in de ogen aan, lach ze allervriendelijkst toe en neem zo nodig nog een extra hoofdgerecht om hun verbazing tot een ultiem hoogtepunt te doen rijzen (ik ben de beroerdste niet).

‘Macht’, het gaat er bij mij in als zoete koek, want grondige analyse leert mij dat dit feitelijk is waar het om draait. Het is een verachtelijke realisatie wellicht, dat ik mij machtig voel en dat nog machtig mooi vind ook. Doch troost ik mij met de gedachte dat mijn machtsvertoon relatief onschuldig is. Het gevoel van macht dat mij bekruipt heeft weinig meer om handen dan het iets weten wat zij niet weten, maar wèl zouden willen weten; het kunnen afluisteren van hun gesprekken terwijl zij over de mijne in het duister moeten tasten; het gevoel van ongemak dat zij uitstralen bij de aanblik van mij in mijn eenzaamheid terwijl ik me daarentegen voor even onkwetsbaar waan. Ik verwen mijn innerlijk gesternte, vier mijn feestje in mijn eentje met trots en fluister onhoorbaar tegen mijzelf: ‘dat het mij wel moge bekomen’.

Alles is liefde

‘Alles is liefde’. Ze schallen het de laatste weken onophoudelijk in mijn oor en ik geloof dat dan maar gewoon ja. Omdat ik het simpelweg wíl geloven tuurlijk, maar wat is daar eigenlijk mis mee? Self-fulfilling prophecy toch? Als jij het gelooft dan is het toch zo? In ieder geval is duidelijk dat als je er niet in gelooft het in ieder geval niet zo is…kun je er maar beter in geloven. Waarom mij het overigens niet lukt deze klaarblijkelijk simpele gedachtegang op het geloof in God toe te passen is mij ook een raadsel, maar dat terzijde. Waar was ik? ‘Alles is liefde’ en ik geloofde er heilig in.

Op de film die geheel toevallig dezelfde titel draagt, verheugde ik me dan ook ontzettend na een dag hard zwoegen. ‘Kom maar op met je liefde’ zei ik nog. Maar we kwamen niet verder dan de kassa en daar waren een hele hoop mensen maar de liefde heb ik niet gezien. Poging twee mislukte al even zo snel omdat zij omgekeerd van mij niet vandaag maar morgen zwoegen moest en zou. ‘Drie maal is scheepsrecht’ zeiden wij tegen elkaar met dank aan de drank die ons in de tussentijd weer wat moed had geschonken. Tevergeefs echter, want bruut werd ons duur bij elkaar gesprokkelde sprankje ijdele hoop neergeslagen…kaarten voor donderdag waren pas morgen te koop.

Alles is liefde...jaja, maar vandaag ff niet zeker!

maandag 22 oktober 2007

Afscheid genomen

Nieuw leven ontspringt in de grond van zijn graf

vrijdag 19 oktober 2007

Overlast

Ik heb overlast bezorgd in de buurt.
Stopte ik laatst nog 42 gaten dicht,
zondag (nota bene) boorde ik 22 gloednieuwe.
En de muren waren hard
en de wandjes waren dun
en de buurman werd toen boos en belde aan.

Of het ooit nog op ging houden?
Ik zei van ja, maar hij hoorde het al niet meer.
Hoeveel Godvergeten gaten ik eigenlijk nog van plan was te boren?
Ik wilde zeggen nog twee dan zijn we klaar, echt waar meneer...
Of ik dacht dat dit normaal was?
Ik zei geen ja, geen nee, maar wel sorry en dat meende ik hoor.
Maar ook dat kwam niet aan vrees ik.

De dag erna probeerde ik het nog een keertje
want een goede buur is beter.
Ik maakte excuses en deed beloftes
schoorvoetend biechtte ook hij zijn biertje op van de dag daarvoor.
En nu zijn we dus weer vrienden en lachen we weer naar elkaar.

maandag 15 oktober 2007

Denkend aan de zomer

Daar liggen ze dan!
De een nog viezer bruin dan de ander. Al liggen er ook een paar hele witte tussen, als zwarte schapen in een trotse witte kudde, maar dan andersom. Een enkeling is rood gebrand maar houdt krampachtig vast aan de illusie dat het kleurtje dat ze krijgen mooi is. Er wordt wel druk gesmeerd: olie, melk, knijpfles of spray, variërend van factor 2 tot factor 60, al dan niet zelfbruinend. Behalve voor de glimmerij, mag het helaas niet baten.

Ik tuur geamuseerd om me heen. Al ziet niet alles er even appetijtelijk uit. Druipende vetrollen liggen schaamteloos in de zon te zweten naast borsten die op gesmolten taartjes lijken. Het kan ook zijn dat ze onderweg naar huis een paar maal zijn gevallen of aangevreten zijn door de hond. Hoe dan ook lijkt niemand zich hier over te bekommeren en misschien is het ook maar beter zo. Doelloos doch tevreden liggen ze op hun handdoekje. Benen iets gespreid, armen gestrekt naar buiten, ieder zijn eigen territoriumpje bewakend. Zichtbaar geïrriteerd wanneer iemand het in zijn botte hoofd haalt om naast hem plaats te nemen. Wat een schouwspel.

Maar eerlijk is eerlijk, het eindresultaat is verbluffend: allemaal grappige strepen en lijnen sieren de eens zo mooie naakte lijven.

zaterdag 13 oktober 2007

Slaafrijke chocolade

Het was niet zomaar een feestje.
Dít was zowaar een jubileumfeest voor de 50ste verjaardag van 'Onze Wereld', een blad dat al even zoveel jaren schrijft over ontwikkelingssamenwerking. Het geeft een onafhankelijke stem aan een ieder en zo dus ook aan de tegenpartij.

Toen er negen oplossingen tegen armoede werden gepresenteerd, schroomde deze dan ook niet van zich te laten horen. "Stop alle ontwikkelingshulp", zo luidde het devies. Waarop de toehoorder een pakje chocoladesigaretten aangeboden kreeg met daarop prijkend de boodschap:

"Development Aid...Warning: Stimulates addiction, Creates bureaucratic cancer, Reduces economic growth, Makes you uncompetitive, Costs lots of (taxpayers) money".
Het geluk wil dat er nog wel een soort van alternatief aan toegevoegd werd: 'het stimuleren van lokaal ondernemerschap'. Hoe zij dit verder zonder enige financiering dachten te realiseren, werd overgelaten aan de creativiteit van het publiek.

Al met al een geweldige oplossing! Het geniaal, weldenkend en betrokken brein die dit bedacht had, stond trots als een pauw voor de menigte te stralen met een verlept stukje slaafrijke chocolade op de lip.

Wat een opluchting, de wereld zit nog vol goede ideeën.
BRAVO!

vrijdag 12 oktober 2007

Vies woord

Ah nee JAK!
Hoor ik mezelf nu echt "insgelijks" zeggen?
Wat een vies woord!
Had ik niet gewoon "ja, vind ik ook" kunnen antwoorden op zijn knipogende woorden "leuk je te ontmoeten"? Zo moeilijk is dat toch niet? "Insgelijks", dat zoiets überhaupt mijn strot uit kan komen, wat een teleurstelling. Met een verkrampt gezicht en een 'I-carried-a-watermelon-gevoel' fiets ik door.

Thuis steek ik mijn hoofd in een papieren zak en op de tast zoek ik een van de repen chocola die ik voor dit soort gelegenheden altijd klaar heb liggen. Zo zie je maar, een beetje zelfkennis kan geen kwaad.

De telefoon gaat. Als blindemannetje haast ik mij met de armen gestrekt voor me uit naar mijn tas. Onderweg struikel ik over de televisiekabel. Plat op de grond gelegen en met zere knie tracht ik het papier van mijn hoofd te scheuren. Het gekke muziekje van mijn mobiel blijft even zo vrolijk klinken, trekt zich nergens iets van aan, ontkent überhaupt welk drama zich hier voltrekt...welja, waar zou je je druk om maken?

Opgefokt lukt het me uiteindelijk mijn strijd van de zak te winnen. Maar ik ben al te laat: oproep gemist, nummer onbekend...

zondag 7 oktober 2007

Voor het slapen gaan

Ik zet de televisie uit, ga naar het toilet en aldaar vraag ik me af...wie is in Godsnaam op vrijdagavond 23.00u nog met een elektrische zaag in de weer?
Ben je dan eenzaam of gewoon creatief?
Anti-sociaal of gedreven?

Ik doe een nieuwe rol op de houder en op datzelfde moment worden mijn gedachten onderbroken door een verrassend geluid. Gejoel en gejuich. Alsof een enthousiast publiek de houtbewerker staat aan te moedigen. Verkleed, breedlachend met vlaggen en toeters.
Ik stel het me voor en vind het fantastisch! Een man met een ambacht die wordt bewonderd en bemind.

Ik spoel door, kleed me al mijmerend om en doe oordoppen in mijn oren. De realiteit van computerspelletjes en autoracegames laat ik liever voor wat zij is. Tevreden knip ik mijn bedlampje uit.

Wel te rusten...

zaterdag 6 oktober 2007

Ah toe, mag 't?


"Het leven is de liefde waard", zei Loesje
En daar ben ik het eigenlijk wel mee eens
Mag ik deze zin van je pikken Loesje
Om mezelf er van te overtuigen?

vrijdag 5 oktober 2007

Bang, banger, bangst


Ongelofelijk eigenlijk
Zoveel angst als je voor angst zelf kunt hebben
Dat is pas iets om bang van te worden

dinsdag 2 oktober 2007

Ik zie, ik zie...


“Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is...geel

--- “De gele schoenen van de man die zonder te zeuren alle tassen meesjouwt voor zijn koopzieke vrouw die anderhalve meter voor hem loopt?”

“Nee”

--- “De wat blond zou moeten heten
gele bijenkorf op het hoofd van die tiptop verzorgde mevrouw daar bij de prullenbak?”

“Had gekund, maar nee”

--- “Haar torenhoge make-up is trouwens ook geel, is ze het echt niet?”

“Nee, sorry”

--- “Oh…uh…onze mango’s?”

Ze schudt haar hoofd

--- “De zon?”

“Die is nog niet op, je moet het nu kunnen zien”

--- “Ja, dan weet ik het niet hoor, zeg het maar gewoon”

“De gele tennisbal van de schoonmaakster daar, zie je wel, onderaan die stok? Heel behendig en zonder rugklachten poetst ze daarmee kleine viezigheden van de vloer. Tof he?”

--- “Ja tof”

“Dan heb ik dus gewonnen?”

Onsportief kijk ik de andere kant op.
Ik hou van spelletjes, maar kan niet goed tegen mijn verlies.

maandag 1 oktober 2007

Mee oneens

“In moeilijke tijden leer je je echte vrienden kennen”, zegt ze weloverwogen en voldaan.
“Nee”, zeg ik.
Alsof ze wakker schrikt uit haar eigen waarheid kijkt ze om, de verbazing is van haar gezicht af te lezen.
“Nee”, zeg ik nog een keer.

Stilte

“Wanneer het goed met je gaat, echt heel erg goed, alles op rolletjes, geen vuiltje aan de lucht…dan leer je je vrienden kennen, als ze het je gunnen, oprecht blij voor je zijn”.
Ze is gekwetst.

vrijdag 28 september 2007

Van de regen in de drup

Voor het eerst van mijn leven zat ik vandaag met een paraplu op de fiets. Voor het eerst en ook meteen voor het laatst. Het kan niet veel meer dan 500 meter geweest zijn. Zo erg was het dus. Terwijl ik toch braaf alle regels der kunst ter hand heb genomen:

Om zo min mogelijk met de regen in aanraking te komen, dient de paraplu bij voorkeur pal voor de gebruiker geplaatst te worden. Dat is in het gezichtsveld inderdaad en daarom weinig praktisch. Wanneer eronderdoor gekeken wordt om te zorgen dat men op het rechte pad blijve, spat de regen direct midden in het gezicht. Juist omdat men poogde dit te verhoeden, leidt het tot de nodige doch onvermijdelijke ergernis.


Naast de problematiek met het zicht en de verkeersveiligheid, blijkt een paraplu slechts een beperkt deel van het menselijk lichaam te overdekken. Feitelijk alleen het hoofd, de haren en met een beetje geluk de schouderpartij. De benen, romp, voeten en armen blijven de nattigheid helaas niet bespaard.

En dan is er nog het 'met-paraplu-opstapschouwspel'. Ter voorbereiding van het opstapmoment is het aan te raden de trappers in de juiste positie te plaatsen. In de meeste gevallen betekent dit de linkertrapper beneden met daarop alvast de linkervoet en de rechtertrapper leeg boven. Het ogenblik dat de rechtervoet op de bijbehorende trapper wordt geplaatst, gaat doorgaans gepaard met behoorlijk wat onhandig gewiebel, gehort en gestoot. Geadviseerd wordt derhalve te zorgen voor zwenkruimte. Van belang is tevens de paraplu voor even te laten voor wat hij is. Het is helaas onontkoombaar dat deze intussen alle kanten op zwaait. Om nog grotere ergernis te voorkomen is nastrevenswaardig te accepteren dat het instrument hetgeen heden centraal staat tijdelijk van weinig nut is. U heeft er weinig aan zich hierover druk te maken, dit kost immers alleen maar kostbare tijd.

Het afstappen is al net zo een debacle als het zojuist beschreven opstappen en dan hebben we het nog niet eens over een plots, niet geanticipeerd en onaangekondigd afstapmoment. Wij wensen hier niet verder op in te gaan om ontmoediging niet in de hand te werken.

Eenmaal thuisgekomen (of erger, op een andere plaats van bestemming aangekomen) zit men vervolgens met een groot, nat gevaarte waarmee men geen kant op kan. Wij hebben hier vooralsnog geen passende oplossing voor gevonden. Zodra hierover nieuws is, hoort u dat uiteraard direct van ons.

Jubileumbericht

Mijn 28ste bericht vandaag.
Dat voelt als een jubileum, 28 is namelijk mijn lievelingsgetal.
Beetje kinderachtig hè? Om een lievelingsgetal te hebben als je al zo groot en oud bent als ik.
Maar ik ben er maar wat blij mee, want als ik geen lievelingsgetal had gehad, dan vierde ik vandaag ook geen jubileum. En nu lekker wel!
Proost, gezondheid, santé, volgende keer bij jou.

p.s. ...en dan is het vandaag ook nog de 28ste, mijn dag kan niet meer stuk.

dinsdag 25 september 2007

Vrienden gezocht

Ik kwam zomaar iemand tegen
en raakte aan de praat.
De persoon in kwestie bleek een verwoede verzamelaar.
Een uitstervend ras, je ziet ze niet vaak meer tegenwoordig
dus ik vond dat nou echt eens leuk om juist hem te ontmoeten.
De gedrevenheid van zo’n man, prachtig!
Hij had lichtjes in zijn ogen nu hij er over sprak.

Bijzonder was zijn verzameling te noemen.
Geen postzegels, smurfen of zoals ik vroeger stickers spaarde hij, maar vrienden.
Voorwaarde was de geboortedag van de eventuele nieuwe vriend,
365 zocht hij er.
Ieder met een verschillende geboortedag.
Elkaar opvolgend, geen dubbele.

Zijn grote wens was om te zijner tijd dan één jaar lang verjaardagen te bezoeken.
Hij was smal en slank, het ging hem niet om de taartjes.
En ik mocht zijn vriend niet zijn, want 2 augustus had hij al.

zondag 23 september 2007

De onttovering der GFT

Tuinafval heb ik niet veel, ik woon in een flat.
Mét balkon weliswaar.
Groente-en Fruitresten heb ik wel en ook veel.
Zorgvuldig deponeer ik die dagelijks in het daarvoor bestemde kleine, groene bakje. Daarbij let ik er op dat er geen andere rotzooi bijkomt, dat zou de werking ervan immers teniet doen.

Ik ben net verhuisd en vanochtend loop ik met mijn eerste volle bakje trots en vrolijk naar de grote GFT-bak op het pleintje voor mijn huis. Ik doe het deksel open en zie dat ie vol zit.
Doe het deksel weer dicht.
‘Hè’, denk ik.
En dan nog eens ‘hè’.
Maar nu uit verbazing in plaats van teleurstelling.

Ik doe het deksel opnieuw open en zie enkel vuilnis. Plastic flesjes, melkpakken, blik, een luier, oude krant, een glazen pot van de augurken zelfs.
De groene huisvuilzakken zijn ogenschijnlijk te duur.
Welk een desillusie!

maandag 17 september 2007

Oh sorry, proficiat!

Mijn broer is jarig en daar word ik dan mee gefeliciteerd.
“Gefeliciteerd met je broer”!
Zo word ik jaarlijks ook gefeliciteerd met de verjaardag van mijn moeder, mijn vader en mijn zus en als het even mee zit ook nog met een paar verjaardagen van vrienden. Het zit er dik in dat ik straks ook gefeliciteerd word met de geboorte van het kind van een vriendin van mij.
En de grap is dat ik er helemaal niets voor hoef te doen, behalve uiteraard te melden dat deze of gene jarig is of een kind op de wereld heeft gezet. Je kunt immers niet verwachten dat Jan en alleman dat zomaar uit zichzelf weet slash onthoudt. Hoe verrassend dat overigens ook zou zijn, maar dat terzijde.

Het is een ingesleten beleefdheidsvorm en wij vinden het niet meer dan normaal. Net zoals het normaal is een verlangenslijstje te maken voor je verjaardag om vervolgens op de bewuste dag één voor één die cadeautjes uit te pakken die je een week tevoren op het lijstje hebt gekrabbeld. Niks raars aan.

Ik ken echter mensen die hier wel van opkeken toen ze voor het eerst kennis maakten met deze oer-Hollandse gewoontes.

Net zo kijken wij op onze beurt op van gewoontes die voor anderen weer heel normaal zijn. In (onder meer) Nigeria is het bijvoorbeeld een vorm van beleefdheid om “sorry” te zeggen wanneer iemand iets naars overkomt. Als iemand struikelt zeg je “sorry”, hoest er iemand of laat iemand iets vallen zeg je ook “sorry”. Niks raars aan. Je betuigt je medeleven, dat is aardig te noemen, meer niet.

Maar wij vinden dat wel raar, omdat we het verkeerd begrijpen. Wij denken dat die nederige Afrikanen zich verontschuldigen voor dingen waar ze helemaal niets aan kunnen doen, de stakkers. In een poging hen het belang van waardigheid bij te brengen roepen wij “maar daar kun jij toch niets aan doen”. Terwijl het daar dus niet om gaat. En dat hebben zij wel door en wij niet.

zaterdag 15 september 2007

Perceptie

De wereld is gekleurd vandaag
Niet omdat de zon schijnt
Maar omdat ik haar zo zie

Geel en groen met roze stippen
Zoet aroma in de lucht
Kwestie van perceptie

zaterdag 8 september 2007

Eikels

Een regen van eikeltjes valt voor mijn neus op de grond uit de boom. Ze hadden ook zo op mijn hoofd kunnen vallen. Als ik iets harder had gefietst of het groene stoplicht had gehaald. Nu zie ik ze sierlijk gaan en tot stilstand komen, tussen alle andere eikeltjes. Sommigen zijn nog puntgaaf, anderen vertrapt. De heerlijke geur bereikt mijn neus en brengt mij terug naar een jeugdherinnering.

Zes, zeven jaar, veel ouder kan ik niet geweest zijn. Oude broek aan met appels op de knieën, lege emmer onder de arm. Goed voorbereid op weg naar de dikke boom aan het einde van de straat. Laan kan ik beter zeggen, want de dikke boom was niet alleen. Gelukkig.

Het waren meestal zondagochtenden als ik me goed herinner en vaak was ook ik niet alleen. Of ik daar net zo blij mee was als de dikke boom weet ik niet goed meer. De competitie werd er immers flink door aangewakkerd, terwijl ik geloof ik liever aan elke eikel die ik raapte rook of er steekproefsgewijs eentje wat uitgebreider inspecteerde. Daarbij kwam dat sommigen van hen (vergezellenden) in hun hebzucht lomp door de berm struinde en vele, goede eikels vermorzelde. Zonde…zonde en een beetje zielig ook.

De emmer eenmaal tjokvol, kon de lange reis beginnen. Achterop de bagagedrager richting museum. Oplettendheid was geboden, alleen volle emmers werden geaccepteerd en beloond. Ik heb het gelukkig niet mee hoeven maken dat ik terug gestuurd werd omdat ie niet voldeed. Toen al deed ik dingen die ik belangrijk vond in volle overgave. En dus kreeg ik mijn gulden. Een hele gulden, helemaal alleen voor mij! De volgende bestemming was ‘het Frietje’, voor welke sukkel dit
nog vraagtekens oproept: de friettent van ons dorp.

Daar spendeerde ik vervolgens de rest van de middag in zorgvuldige overweging of ik nu vijf of zes colaflesjes zou nemen of toch liever eentje minder en dan een kikkertje extra. Zure bommen vond ik ook lekker, maar die waren duur doch groots. Het liefst had ik een gele, maar daar deed Piet nie an…zeg zoh kenne we bezig blieve niewahr?
En hij had gelijk.

dinsdag 28 augustus 2007

Ochtendritueel

Hij opende zijn ogen
Zwaar als stalen dubbelwandige deuren
...Links
...dan rechts
Even had hij de stille hoop dat...
Maar nee helaas
De pijn was al wakker
Nam nimmer de tijd te ontwaken
Maar, vroeg hij zich af
Wordt zij dan nooit eens moe?

woensdag 8 augustus 2007

42

Daarnet één voor één keurig geteld. Het zijn er twee-en-veertig om precies te zijn. Twee-en-veertig illegale gaten in de muren en het plafond van mijn huurwoning. Toen we ze boorden, dachten we “dat zien we tegen die tijd wel”. Tegen die tijd is vandaag.

Schijnbaar onzichtbaar strompelde ik met mijn nummertje 8 achter nummertje 2 en de huidige bewoner de woning door. Waarom ik hier überhaupt was, leek niemand te begrijpen en dat was reden genoeg me links te laten liggen. Ze hadden me gewaarschuwd door flink hun best te doen mij te ontmoedigen om langs te komen voor bezichtiging. Het had immers toch geen enkele zin. De woning was te mooi om door nummer 8 van de lijst bewoond te gaan worden.
Noem het koppig, noem het naïef. Ik geloof in illusie.
En dat is maar goed ook.
Vanaf 8 augustus ben ik de blije nieuwe eigenaar van een prachtig heus huis.

vrijdag 3 augustus 2007

Proost!

'Proost', zeg ik blijmoedig tegen mezelf en ik hef het glas met niemand. Maar eenzaam ben ik niet vanavond, ik vier een feestje in mijn eentje en heb het naar mijn zin! Dat mag ook wel, want je viert niet elke dag een prive-feest in Kaapstad. Het vlees bleek zwak; het decor verleidde me ertoe, ik kon me daar uiteraard niet tegen weren en vrijwaar mijzelf daarom van elk verwijt.
Nu moet ik alleen nog iets te vieren bedenken en daar kan dan op gedronken worden.

Slaapje doen

Languit op een bankje of drie, ik lig eigenlijk best lekker met onder mijn hoofd mijn handbaggage en over mij heen een dekentje van de KLM. Tegen alle verwachting in ben ik de enige die het in zijn pinnige kop heeft gehaald om op het vliegveld te overnachten.
Zouden alle anderen voor die zeven uurtjes echt naar een heus hotel zijn verkast of ben ik gewoon de enige die deze geweldige aansluiting heeft geaccepteerd?
Ik vind het wel prima, geen snurkende mensen, een muziekje op en om de zoveel miuten een stoere security-man die zich vannacht voor de verandering ook eens nuttig voelt.
Ik kan met een gerust hart naar dromenland vertrekken. Heb alleen mijn tanden nog niet gepoetst en moet plassen.

dinsdag 24 juli 2007

Zonder titel

Daar staat een schaduw
Ze lijkt parmant en vastberaden
Alsof ze een stukje van haar kracht hervonden heeft
Ik kijk naar haar en realiseer me ineens
Dat ik dat moet zijn

donderdag 19 juli 2007

Naar eer en geweten

Eer: Gemakshalve kan ik nu natuurlijk gaan beweren dat ik van de oude stempel ben. Dat ik het romantisch vind wanneer een man me het hof maakt. Dat ik bloos bij het in ontvangst nemen van geurende bloemen of frivool verpakte chocolaatjes en schuchter naar beneden kijk wanneer ik een zelfgemaakt gedicht gereciteerd krijg. Zo hoort het gewoon. Dat ik er op deze wijze het meest ongehavend vanaf kom en mijn trots geen onnodige risico’s noch gevaren loopt is uiteraard puur toeval. Mooi meegenomen, heerlijk, houden zo!
Geweten: Tegelijkertijd bekruipt mij het gevoel dat dit ook een klein beetje laf is. Want wie houd ik nu voor de gek? Ik weet wel beter, ik kan het heus waarderen wanneer een man flink moeite doet om mij voor zich te winnen en als feministe op de barricade zou ik mezelf niet willen omschrijven, maar ouderwets ben ik toch ook niet. Zelf de stoute schoenen aantrekken en een gokje wagen heb ik principieel niets op tegen, ben er alleen doodsbenauwd voor.

En dan sta ik ineens voor een dilemma, want wat is erger? Gekrenkte trots of lafheid? Handel ik naar eer of naar geweten?

vrijdag 13 juli 2007

Svensk flicka

Ik zie dat ze nog steeds nagels bijt, net als ik. Dat hebben we dan na die acht jaar radiostilte nog altijd met elkaar gemeen.

Voordat ik in de trein spring, pak ik de foto’s van toen wij tien waren er nog eens bij. Twee olijke gezichtjes in jonge, spielebenige lijfjes samen op een vlot met een picknickmand vol door mama met zorg geselecteerde lekkernijen; verkleed in een pashokje met de speciaal voor elkaar uitgezochte meest lelijke kleding van heel de winkel; uit de schommel springend op schuimkussens met een breed lachende blik waarmee we de spanning op ons gezicht trachten te maskeren. Ik sla het roze foto-album met voorop een balletplaatje van een spitz dicht en moet nog rennen voor de trein ook.

Onderweg zie ik een grote vrachtwagen rijden met daarop twee enorme vlaggen, een Nederlandse en een Zweedse. Zij is half Zweeds. Ook de goden zien ons weerzien zitten. Ik ben zenuwachtig, zou een internetdate ook ongeveer zo voelen?

We herkennen elkaar natuurlijk meteen en het voelt vertrouwd. Onze levens zijn heel anders en beide bijzonder verlopen. We luisteren geduldig naar elkaar, al branden de vragen ons op de lippen. We zijn geen kinderen meer, al zouden we dat best wat meer willen zijn gebleven. We kunnen ons heus nog wel verliezen in een lachbui, gek doen zonder ons te schamen, genieten van het moment en ook aan energie hebben wij geen tekort. Maar onbezonnen, nog geen benul hebbend van enig kwaad in die mooie, nader te ontdekken wereld en zonder zorgen voor morgen zijn wij niet meer. Gelukkig hebben wij nog wel illusies en streven wij optimistisch naar een toekomst waarin de zon altijd schijnt en het bloemen regent.

De jeugd van een mens sterft immers pas wanneer hij haar zelf ombrengt.

vrijdag 6 juli 2007

In zo'n geval is ranja beter dan thee

Ter inleiding:
We kibbelden wat over dat ene woord dat onderwerp is van het nu volgende schrijven. Beiden wilden wij het gebruiken voor onze blog. Ik kwam er die avond mee aanzetten en opperde tevens dat het bruikbaar zou zijn voor een stukje. Maar tsja, ik heb geen monopolie op het gebruik van dit woord, ik heb het niet zelf uitgevonden en ook te weinig geld om het op te kopen mocht die mogelijkheid me eventueel geboden worden. En dus staat het iedereen vrij dit woord te gebruiken, ook haar die ik van een weldadig maal had voorzien die avond. Wij werden het er wel over eens dat wanneer zij het gebruiken zou, zij mijn naam zou noemen zodat mij de eer toekomt die ik verdien. Dat vind ik wel zo netjes.

------------------------------------------------------------------------------------------------

Zo nu en dan herontdek je woorden.
Leuke woorden, grappige woorden, lelijke woorden of karakteristieke woorden.
Ik ben er nog niet helemaal over uit onder welke categorie mijn ‘nieuw’ herontdekte woord valt. Het woord op zichzelf is prachtig – de klank, de combinatie der letters -, maar wat het uitdrukt daarentegen is heel erg vies, wat dan weer grappig is.
Wat vind jij, moet ik het woord ‘lijzig’ als leuk, lelijk of grappig aanmerken?

(Daarmee de categorie ‘karakteristiek’ buitensluitend, terwijl het woord toch een karaktereigenschap beschrijft)

Hoe ik het woord herontdekte laat zich raden wellicht.
Ik deed de deur open en zag het meteen. De vrouw die voor me stond had weinig tot geen uitdrukking op haar gezicht, om over uitstraling nog maar te zwijgen. Haar haren hingen wat vet en smoezelig langs haar vormloze gelaat. Over kleding dacht zij niet na, dit interesseerde haar klaarblijkelijk niet. Slechts tien minuten hoefde ik een conversatie met haar op gang te houden, maar halverwege kreeg ik al spijt van het feit dat ik haar een kop hete thee had voorgezet. Ik had verdomme ook gewoon ranja moeten serveren! Toen ik haar vroeg waar ze verder van hield, wat ze zoal deed met haar leven en zij antwoordde: “ik houd erg van lezen…ja” Stilte “Uhm en verder…uhm jeetje, ja…ik weet niet, ik houd dus erg van lezen”, kwam opeens dat woord weer terug in mijn gedachten gesprongen, terug uit de vergetelheid als was zij nooit weggeweest.
‘Lijzig’.

woensdag 4 juli 2007

Nieuwe baan

Stel je voor...
Je hebt een splinternieuwe baan en bent daar erg blij mee.
Je voelt je nog wat onwennig omdat je de ins en outs van de organisatie nog niet kent.
De wellicht sappige roddels komen jou nog niet ter ore en dat wat je wel in de wandelgangen oppikt begrijp je eigenlijk niet.
Je nieuwe collega's lachen vriendelijk en informeren zo nu en dan plichtsgetrouw hoe het met je gaat zonder te luisteren naar je antwoord.
"En hoe bevalt het hier?" "Oke, nou goed leuk. Werk ze vandaag"
Je hebt een eigen kamer "chique hoor!" Maar aan de andere kant is dat ook wel een beetje alleen.
En dus houd je je kamerdeur open zodat passanten een praatje aan kunnen knopen, hetgeen ze vervolgens niet doen.
Iets verderop in de gang hoor je andere collega's wel vrolijk met elkaar converseren.
Het geeft niet, jij bent nieuw en het komt nog wel, alles op zijn tijd.

Inderdaad alles op zijn tijd en dus loop je even naar het toilet.
Kun je meteen water halen om een kopje thee te zetten, op je kamer. Van alle gemakken voorzien zullen we maar zeggen.
Dat er geen koffiehoek is, hoort er natuurlijk allemaal bij en daar vind je niets van.
Na het vullen van je waterkoker trek je je nieuwe, iets te nette broek die niet erg lekker zit omlaag en ga je zitten.
Je moet poepen, maar durft niet. Straks staat er iemand te wachten als jij de deur weer open doet om te ontsnappen aan je eigen odeur.
Normaliter ben je wel trots op dat wat je zelf geproduceerd hebt, maar in deze laat je de lofuitingen liever aan je voorbij gaan.
Maar de dag is nog lang en wat dat betreft is zo vroeg de kust wellicht nog het veiligst.
Je kiest voor jezelf en drukt even door.
Net op het moment dat je het zorgvuldig afgescheurde papiertje langs je bevuilde billen laat glijden, zwaait de deur open.

Vergeten op slot te doen. Ik geloof dat ik me al redelijk thuis begin te voelen.

dinsdag 3 juli 2007

Verkeerd ingeschat

Hij had eigenlijk alles in tweevoud. Twee keer zo grote voeten, twee keer zo brede schouders, twee mobiele telefoons in plaats van één, tweedelig pak, twee keer zo volwassen, vast ook twee keer zo wijs en vermoedelijk ook bijna twee keer zo oud als ik.

Hij had liever niet dat ik naast hem kwam zitten en juist daardoor kon ik het niet laten hem te vragen of ik op de plek van zijn aktekoffertje mocht plaatsnemen. Dat mocht best zei hij. Het was een lekkere plek.

Ik vond hem niet bijster interessant, maar kon mijn aandacht toch maar moeilijk bij mijn krantje houden. Ik keek hem stiekem vanuit mijn ooghoeken in zijn stencils en zag hoe hij aankruiste dat de beslissing van McDonalds om overal in de Benelux franchiseondernemingen op te zetten geen strategisch besluit vormt. Ik bedenk me nog dat ik er niet rouwig om zou zijn als McDonalds om deze reden anders zou besluiten, hoewel ik het Sunday-ice met karamel en nootjes toch erg kan waarderen.

Op dat moment schalt er een schelle, scherpe stem door de coupé, ik schrik er een beetje van. In een lange riedel van “ja hoor, dankjewel, alsjeblieft, goed hoor, gezien”, schuift ze langs de banken. Ik graai vast in mijn tas om mijn treinkaartje en kortingskaart te vinden tussen de pennen, potters, haarklipjes en pakjes zakdoeken. Wanneer ik mijzelf opricht zit de serieuze meneer naast mij ook reeds startklaar voor het bezoek van de mevrouw met de schelle stem. Dat hij zijn kaartje pakte is onopgemerkt gebleven…twee keer zo snel. Hij houdt zijn mapje met daarin zijn vervoersbewijs behendig vast en werkt ongestoord verder, belangrijke mannen hebben uiteraard geen tijd te verliezen.

Daar staat ze dan voor onze neus. Ik had haar fors verwacht, maar ze is tenger. Ik groet haar en laat mijn verfrommelde kaartje zien. De serieuze meneer kijkt ook op. Kort maar hij gunt haar een vluchtig lachje. Daarna opent hij zorgvuldig zijn keurige mapje voor haar. Door wat ik op dat moment te zien krijg valt niet één, maar vallen mijn beide ogen uit hun kassen. In mijn verwarring schiet mijn been uit en schop ik per ongeluk het koffertje van de jongeman om, want God in het mapje zit een roze Ov-studentenkaart waarop het geboortejaar 1987 prijkt. Hij is dus net ietsje ouder dan mijn kleine nichtje.

woensdag 20 juni 2007

Tussen schutting en conifeer

“Ik mag de straat niet alleen oversteken”, zegt de kleinste van de twee.
“Oh, ik wel jonguh”, zegt de ander.
Ik zie ze niet, maar heb haarscherpe beelden bij wat zich afspeelt achter de schutting rechts van mij. Ik zie de grote, stoere jongen direct aanstalten maken om naar de straat te gaan om zijn kleine vriendje de loef af te steken. Hij zou naar de overkant rennen, zich aldaar omdraaien en met uitgestrekte vingers, duim op zijn neus zijn tong uitsteken.

Over de coniferen aan de andere kant galmen woorden van geheel andere aard.
“Zoh, mien kunstgebit is weer schoon”. Zelf zou ik het zogezegd enigszins bezwaarlijk vinden wanneer ik onverhoopt de hele buurt van deze triviale zaken op de hoogte zou stellen. En dus houd ik mij angstvallig stil, doe ik net alsof ik daar niet zit. Ongevraagd bescherm ik mijn buurvrouw voor...ja voor wat eigenlijk? Waarschijnlijk schaam ik mij meer dan zijzelf. Zelfs wanneer ze het weten zou dat ik daar zat, “kan gebeuren niewaar”. Maar ik denk aan de stukjes tussen die tanden, en de amorfe massa tandvlees die nu zichtbaar moet zijn tussen haar geslis.

Ik schuif mijn bord opzij om de maaltijd op een later moment te hervatten. Ik loop naar binnen en kijk door het raam waar twee meisjes samen duimend op de stoeprand zitten.

zondag 17 juni 2007

Man in kast

Vroeger was ik altijd bang voor een man in mijn kast. Mijn kast was groot genoeg, daar paste best een man in. Of twee, maar ik was niet bang voor twee mannen…eentje was genoeg. Voordat ik ging slapen keek ik altijd even achter het gordijntje voor de zekerheid. Dat deed ik pas wanneer papa of mama in mijn kamer waren om me onder te stoppen. Ik zou er immers maar eens eentje op heterdaad betrappen zeg, dan stond ik er in ieder geval niet in mijn eentje voor.

In een goed gesprek met mijn oudere en wijze zus van 13 jaar, biechtte ik mijn angst op. Zij luisterde aandachtig en voorzag mij van repliek. Haar verhaal was echter schokkend en stelde mij maar matig gerust. Zij wist mij namelijk te vertellen dat mijn kijkje in de kast iedere avond nog niet wilde zeggen dat er ook daadwerkelijk geen man zat. Onlangs had zij gelezen dat er mensen waren die dingen zagen die er helemaal niet zijn. Mocht ik dus op een goede avond een man in mijn kast zien zitten, dan hoefde dat nog niet daadwerkelijk zo te zijn. Goed, dat is prettig om te weten. Maar wanneer ik geen man zag, was dit vanzelfsprekend dus ook geen bewijs dat er niemand was. En dat baarde mij enige zorgen. Vanaf die avond heb ik nooit meer in de kast gekeken, het was toch zinloos zo had ik geconcludeerd.

maandag 11 juni 2007

Mijn spaarrekening en ik

Vandaag heb ik mijn spaarrekening eens heel lief aangekeken en na wat gekibbel over en weer werden wij het uiteindelijk toch met elkaar eens. "Plunder me maar" zegt ie nonchalant, "ben ik ervan af en heb jij een leuke reis". Win-win noemen ze dat.

Ik vind het gewoon sympatiek.

En dapper...van ons beiden. Van hem omdat zijn bestaansrecht ermee verdwijnt, van mijzelf omdat ik mij hiermee in het onbekende avontuur des levens zonder enige (financiele) reserves stort. Hoe zou dat zijn zo’n leven? Wie het niet aangaat, zal het nooit weten. Ik wel dus en dat is maar goed ook want ik ben nogal nieuwsgierig van aard.

Morgen betaal ik. Alsof ik het kan missen, zal ik met een brede en zelfverzekerde blik mijn credit card overhandigen. Welja, mijn toekomstperspectieven zijn zo veelbelovend, glorieus en rooskleurig, dat kan wel wat lijden...zei zij die per 1 september (vooralsnog) geen inkomen meer heeft. Ik word nog eens een echte risico-nemer in plaats van een berekenende controlefreak. Al was mijn vlees met betrekking tot wereldse verleidingen altijd al enigszins zwak. Ach welja de sollicitatie-activiteiten laten vast geduldig op zich wachten als ik de Namibische woestijnen doorkruis.

donderdag 17 mei 2007

Kaartje sturen 2

Beste Frea,

Het is hier 26 graden en we genieten maar wat fijn van de zon.
Gisteren hebben we een berg beklommen en vandaag zijn we naar een museum geweest. De mensen praten hier zulk een vreemde taal dat we met handen en voeten onze boodschapjes moeten doen. Morgen gaan we uit eten, maar verder koken we zelf in ons knusse vakantiehuisje. Ze hebben hier ook aardappelen en een lekker lapje voor erbij.
Je hoort het, we vermaken ons kostelijk.

Hoe is het daar? Komen de krokussen al langzaam uit de grond?

Tot over een week of wat

Liefs, je zuster Ibeltje

Ook nog even een woord van mij, al heeft Ibel me de woorden reeds uit de mond genomen. Gaat het al wat beter met je heup? Groetjes van Huibregt

donderdag 10 mei 2007

Kaartje sturen

Beste vriend,

Omdat dat andere kaartje niet door ging, stuur ik je nu deze kaart.
Dan heb je toch nog wat
Ik bedoel anders heb je ook zo niks.

Laat ik je vertellen hoe het met me is.

Ik had gisteren een feestje en ben nu zo duf als een konijn, want konijnen zijn erg duf dat weten we allemaal. Maar ik waag me straks toch even naar buiten. Om deze kaart te posten snap je wel? Misschien helpt dat, want de zon schijnt.

De kaart is alweer bijna vol dus moet ik afscheid nemen anders is er straks geen ruimte meer voor en dat vind ik ook een beetje raar. Dus daag, leuk dat ik je schreef.

Gegroet

donderdag 29 maart 2007

Komt dat zien!

Hoewel ik de hakgerechtigde leeftijd toch reeds geruime tijd geleden bereikte, heb ik mij er nooit op gewaagd…op hakken. Ik val daar van af, zwik om, kan er onmogelijk op rennen en vooral ook niet sierlijk op lopen. Maar oefening baart kunst zegt men en dus mag ik u verwittigen van het wonderbaarlijke feit dat ik, Maja Wannet, sinds gisteren eind van de middag door het leven ga als gehakte vrouw.

Komt dat zien, komt dat zien!

U bent van harte welkom Maja en/op haar kersverse hakken te komen bekijken, maar tussen 12.00u en 15.00u rusten zij. Op aanvraag kan er een kleine doch veelzeggende pres(en)-tatie gehouden worden, dit dient u echter twee dagen voor het bezoek schriftelijk kenbaar te maken.

zondag 25 maart 2007

Televisie voor blinden 2

Hij lacht omdat ik alle gedrags- en omgangsregels die wij zienden stiekem met elkaar achter de ruggen van de blinden om hebben bekokstoofd aan mijn laars lap (waarom dit trouwens achter de ruggen van blinden moet gebeuren is mij niet geheel duidelijk, maar dit terzijde). Mijn brutaliteit mag hij wel geloof ik. Het was een gokje, maar blijkbaar bij de goede gewaagd.

Televisie kijken doet hij inderdaad en hij gaat er ook maar gewoon op gepaste afstand vóór zitten. Met zijn rug er naar toe zou ook kunnen natuurlijk of er vlak naast, maar dat vindt hij recalcitrant en daar houdt hij niet van. In tegenspraak met mijn vermoedens vindt hij Big brother wèl leuk, omdat het lijkt op dat wat hij normaal in gezelschap ervaart. “Herkenning is fijn, ook voor blinden”. Beelden maakt hij tot (opnieuw) mijn grote verwondering niet. Hij gaat zich dus niet zitten voorstellen hoe groot iemands neus nu precies is, hij vertelt me dat hij niet eens de behoefte heeft aan meer informatie over iemands uiterlijkheden. Stemgeluid en intonatie zijn voor hem de uitstraling van een mens. Echt een favoriet programma heeft hij niet, net als ik. Samen met zijn vrouw televisie kijken vindt hij het leukst, tegen elkaar aankruipen met een goed glas wijn. “Ik smeer dan de toastjes, opkijken hoef ik immers niet”. Het enige vervelende aan televisie kijken met anderen is dat het ding vaak zo hard gezet wordt. Daar word je doof van zegt hij en dat wil hij liever niet.

Zijn naam is Hans en ganzenborden doet hij ook.

zaterdag 17 maart 2007

Televisie voor blinden

Leunend op zijn rood-wit gestreepte stok en zijn ogen iets dichtgeknepen. Je zou bijna denken dat hij aandachtig kijkt naar het grote LCD breedbeeldscherm vlak voor zijn neus omdat hij net iets te dicht bij staat. Ik rem af en betrap mezelf op staargedrag, maar corrigeer het niet. Een blinde man die in een elektronicawinkel een televisie lijkt te gaan kopen, dat wil ik meemaken.

De verkoper staat aan zijn zij en heeft een rare uitdrukking op zijn gezicht, naar alle waarschijnlijkheid dezelfde als ik. We hoeven hem beide niet te verhullen. Hij praat druk met wilde armbewegingen en veel wijzen, maar zijn blinde klant kijkt hij nauwelijks aan. In plaats daarvan kijkt hij naar mij. Stilstaand met mijn fiets in de hand, schaamteloos. Ik heb eigenlijk haast, moet naar de tandarts en ben conform mijn standaardpatroon te laat weggegaan van huis. Het lijkt er echter allemaal niet meer toe te doen. Tot grote opgelatenheid van de verkoper vind ik dat de tandarts best even op mij kan wachten.

Wat zouden ze bespreken? Alle technische snufjes dat het hypermoderne apparaat rijk is? De uitstraling van het ding, de geluidskwaliteit? Zou de verkoper de vraag durven stellen die hem op de lippen brandt…“kijkt u veel televisie?”, herstel: “luistert u veel televisie?”. Ja, hoe werken die dingen? Hangen ook blinden voor de buis en wat zijn dan hun favoriete programma´s? Reality tv à la big brother is natuurlijk niks aan als je blind bent en extreme make-over zou mij als ik niks kon zien ook flink frustreren. Lingo dan of Baantjer misschien?

Ik parkeer mijn fiets, stap naar binnen en vraag het hem.

Wordt vervolgd

woensdag 14 maart 2007

Het leed van de vroegere en hedendaagse fan

Vroeger was het hebben van een fan een must, je hoorde er niet bij als je geen idool had. Mijn broer was fan van Elvis Presley, mijn zus van Madonna. Respectabele idolen dacht ik zo. Ik was iets minder honkvast en bij gevolg stik jaloers op de adoratie van mijn ouderen. Ik zou toch zweren dat het niet aan mij lag, want ik deed behoorlijk mijn best. Ik shopte als een gek in de rondte op zoek naar een eigen godheid. Mijn tour langs potentiële idolen voerde mij langs Nana Moskouri, BZN en Julio Iglesias. Ik vond ze stuk voor stuk ontzettend gaaf, maar wanneer mijn broer en zus me wederom uitlachten, keerde het tij en nam ik als afvallige met een schuldgevoel weer afscheid van mijn net ontdekte held.

Inmiddels is het uit om fan te zijn. Je in volle overgave storten op een artiest wordt tegenwoordig zielig en aandoenlijk gevonden. Overdreven en kortzichtig. Je mag best iemands muziek mooi vinden, maar veel gekker dan dat moet het toch niet worden. Alleen zonder idool ben je nog hip. Zit ik dan, want ik heb hem gevonden na een leven lang zoeken.

Kriebels in mijn buik toen ik gisteren zijn concert mocht bijwonen. Alsof ik verliefd was…ik sliep al nachten niet, maar had toch energie te over. Mijn idool ook, want alsof hij achter de schermen handenwrijvend had staan wachten, deed hij stipt om 8 uur zonder voorprogramma zijn intrede. Breed lachend met glunderende oogjes, bescheiden en dankbaar naar zijn publiek en naar zijn gitarist (een icoon op zichzelf). Door de zeven toegiften speelden ze samen meer dan twee en half uur lang het niet meer gemakkelijk te evenaren concert van mijn leven.

Muzikale tranen, want deze muziek roert de ziel van mijn inwendige mens.

maandag 12 maart 2007

Iemand zin in een spelletje toevallig?

Zoals het de hippe, jonge mens van deze tijd betaamt ben ook ik geïnteresseerd in persoonlijke ontwikkeling, bewustwording en introspectie, mits het niet te zweverig wordt. En dus waagde ik me een paar weken geleden aan een potje ‘kernkwaliteitenspel’. Op de site heet dit spel een “unieke en inspirerende manier om jezelf en anderen te leren kennen” te zijn. Leuk dus! De benodigde ingrediënten zijn: de kaartjes van het spel waarop kwaliteiten, uitdagingen, valkuilen en allergieën beschreven staan én uiteraard een het liefst zo kritisch en eerlijk mogelijke groep mensen. De bereiding is eenvoudig: de kaartjes worden geschud en om beurten pakt iemand er een. Het betreffende kaartje wordt voorgelezen en aan die persoon in de groep gegeven bij wie de beschrijving het beste past. Discussie, trots en tranen gegarandeerd!
Het spannende is dat er zowel positieve als negatieve kaartjes zijn (al mag je die laatste natuurlijk nooit zo noemen). De sfeer kan dus twee kanten uit; of er ontstaat een opgewonden, competitieve stemming waarbij iedereen het liefst per direct over zes anderen heen zou buigen om het kaartje bij de persoon die het gepakt heeft uit de handen te rukken. Of er ontstaat een zenuwachtige, licht paniekerige stemming, waarbij een ieder naarstig naar beneden kijkt, zich klein maakt en alleen maar kan hopen en bidden dat dit kaartje please niet bij zichzelf terecht komt. Hoe meer herkenning, hoe groter de respectievelijke opwinding en paniek.
Omdat wij mensen leed nu eenmaal aantrekkelijker lijken te vinden dan lof, richt ik me direct maar tot mijn grote lijden. We waren al een half uurtje onderweg, ik zat er lekker in en het was tijd voor een nieuw kaartje! Ik wreef in mijn handen en voelde mijn hartslag ietwat sneller gaan dan normaal. Een negatieve kaart: ‘HARDNEKKIGHEID’ met als synoniem ‘onvermurwbaarheid’ en als uit het leven gegrepen typering ‘geen duimbreed wijken’. De woorden sloegen in als een bom. Ik schrok me rot, merkte dat ik volkomen in paniek was, maar er ogenschijnlijk goed in slaagde te veinzen heel rustig en ontspannen te zijn (verdomme wat kan ik dat toch goed – kernkwaliteit?). Bijna huilend begon ik mijn gebed: “Oh mijn God, nee nee nee laat deze kaart alsjeblieft niet tot mij komen. Ik ben niet zo hardnekkig als u denkt, let maar eens op en trouwens…Lot is ook best heel hardnekkig en onvermurwbaar altijd. Lieve God, geef deze kaart aan Lot”. Ik had in mijn leven nooit eerder zo toegewijd en vol passie gebeden. Ik kon alleen maar hopen dat mijn gebed evenzo gewetensvol verhoord zou worden.
Helaas, dat gebeurde niet en ik kreeg de kaart in mijn gezicht gesmeten. Tenminste zo voelde het. In een laatste poging de realiteit te ontduiken mompelde ik nog dat ik het best moeilijk vond om deze kaart te krijgen. Maar niemand die hem bij me weghaalde en me bevrijdde. Ik moest het er maar mee doen, met deze duistere kant van mezelf.
Het liefst had ik het daar bij gelaten, the easy way out heerlijk, maar ja dat is natuurlijk niet het nobele doel achter het spel of de trend tot zelfbewustwording. En dus nam ik me plechtig voor te proberen minder strikt vast te houden aan mijn eigen wil of inzicht. Ruimte te laten voor de vast ook wel af en toe waardevolle inzichten van anderen. Ik slaagde erin mezelf wijs te maken dat er dan een wereld voor me open zou gaan. Maar de duistere kant der hardnekkigheid zat diep in me geworteld en liet zich niet zomaar naar de zijlijn rangeren. Na verschillende pogingen om in gesprekken met mensen gas terug te nemen, moest ik eerlijkheidshalve bekennen dat het gas terugnemen was ontaard in het slechts geduldiger en omslachtiger maar vooral tactischer overtuigen van mensen van mijn gelijk. Luisteren deed ik nog steeds niet, ik kon het verkondigen van mijn waarheid alleen net iets langer inhouden dan voorheen. Kortom ik veinsde bescheidenheid, terwijl ik mezelf stiekem in het zonnetje zette. Toch een slimme afleidingsmanoeuvre van mijn hardnekkigheid “had je me bijna tuk, stiekem een andere manier van hardnekkig-zijn ontwikkeld hè, maar ik heb je wel door”. Daarvoor ben ik veel te trots, dat is dan ook wel weer zo.
De hardnekkigheid houdt me nog altijd onvermurwbaar in haar greep en ik vecht me dagelijks een slag in de rondte tegen deze voor mij duistere kant. De kunst is denk ik er nooit aan te wennen en het vooral goed erg te blijven vinden. Mocht dit nou niet lukken, dan kan ik altijd mijn vriendjes weer eens rond de tafel verzamelen om gezellig samen een spelletje te spelen. Iemand zin toevallig?

zaterdag 10 maart 2007

Over mijn dappere neefje

Wat moest ik zeggen? “Welnee, dat kan helemaal niet joh, gekkie. Ga maar lekker slapen!”
Dat kon ik dus niet, want ik weet wel beter. Het kan wèl en niks is uitgesloten. Vooral geen reden dus om lekker en zorgeloos te gaan slapen.
Mijn neefje is zeven jaar en vond het spannend dat zijn papa en mama drie dagen naar Parijs waren vertrokken. Of ze wel terug zouden komen? Of ze niet dood zouden gaan, het vliegtuig kon toch neerstorten? Ook goed, de trein kon toch een ongeluk krijgen? Ik zou willen dat ik hem gerust kon stellen, vol overtuiging kon zeggen dat dat soort dingen niet gebeuren. Want dat denken we toch allemaal? Het gebeurt een ander, maar niet mij. Een overlevingsmechanisme. Ingenieus en behulpzaam zolang er ook werkelijk niets gebeurt, maar valt het noodlot je ten deel dan zit het je in de weg. Want dan zakt de grond je onder de voeten vandaan en al je zekerheden worden er in meegesleurd. Een kind is nog realistisch, heeft nog niet geleerd zichzelf te behoeden voor de verschrikkingen waaraan het leven je wel degelijk bloot kan stellen. Dat is wel eng, maar ook heel erg dapper.

Dier journaal

En dat sturen ze dan uitgerekend naar mij!
Een tijdschrift met de naam ‘Dier journaal’.
Ik hou niet van dieren en al helemaal niet van huisdieren. Met mijn vriendje heb ik direct al in de eerste week van onze relatie de bindende afspraak gemaakt dat wij nooit huisdieren nemen. Ik heb nergens om gevraagd en at random sturen ze die tijdschriften blijkbaar op in de hoop een liefhebber tegen te komen. Ze moeten de dingen toch ergens kwijt denk ik dan.
Maar dat dit dan net weer bij mij op de mat moet vallen!

Ik bedoel dan vraag je er toch om…dan laat je mij toch ook geen enkele keus? In zo’n geval kan ik simpelweg toch niet anders dan het van me afschrijven en huisdieren hiermee, hoewel ze er zelf ook niks aan kunnen doen (wat een onrecht!) in een slecht daglicht zetten?
Niks tegen huisdieren maar als ik gisteren dan ook nog eens hoor dat het geld dat wij in het Westen uitgeven aan eten voor onze snoezige huisdiertjes ALLE mensen op het gehele continent Afrika zou kunnen voeden, dan breekt toch echt mijn klomp.