zaterdag 10 maart 2007

Over mijn dappere neefje

Wat moest ik zeggen? “Welnee, dat kan helemaal niet joh, gekkie. Ga maar lekker slapen!”
Dat kon ik dus niet, want ik weet wel beter. Het kan wèl en niks is uitgesloten. Vooral geen reden dus om lekker en zorgeloos te gaan slapen.
Mijn neefje is zeven jaar en vond het spannend dat zijn papa en mama drie dagen naar Parijs waren vertrokken. Of ze wel terug zouden komen? Of ze niet dood zouden gaan, het vliegtuig kon toch neerstorten? Ook goed, de trein kon toch een ongeluk krijgen? Ik zou willen dat ik hem gerust kon stellen, vol overtuiging kon zeggen dat dat soort dingen niet gebeuren. Want dat denken we toch allemaal? Het gebeurt een ander, maar niet mij. Een overlevingsmechanisme. Ingenieus en behulpzaam zolang er ook werkelijk niets gebeurt, maar valt het noodlot je ten deel dan zit het je in de weg. Want dan zakt de grond je onder de voeten vandaan en al je zekerheden worden er in meegesleurd. Een kind is nog realistisch, heeft nog niet geleerd zichzelf te behoeden voor de verschrikkingen waaraan het leven je wel degelijk bloot kan stellen. Dat is wel eng, maar ook heel erg dapper.

Geen opmerkingen: