dinsdag 6 november 2007

Van de mug die een olifant werd

“Klets!”
Voor de zoveelste keer deze nacht geef ik mezelf een rake klap in mijn gezicht. Dit is geen opzettelijke zelfkastijding of automutilatie of iets dergelijks, ik heb alleen de steeds verder wegzakkende ijdele hoop dat ik de mug die rond mijn hoofd dartelt op deze wijze het leven kan ontnemen. Ik heb maar zelden moordneigingen, maar deze zoemende rakker brengt het slechtste in me naar boven.


God straft meteen en dus zorgt hij er hoogstpersoonlijk voor dat de mug een olifant wordt. Mijn pogingen mogen niet baten en het enige resultaat van mijn verwoede en opzettelijke slachtpartij is de volgende ochtend zichtbaar (en tastbaar) in de spiegel. Een spiegel zonder gebronsd spiegelglas met als gevolg dat ik de harde werkelijkheid fluorescerend gereflecteerd zie. Mijn humeur wordt er zo na een nacht lang zonder slaap niet bepaald beter op.

De nacht erop is de brutale aap verdomme weer van de partij. Het feestje de vorige avond is hem blijkbaar goed bevallen. Omdat ik bekaf ben slaap ik meer, maar ondertussen droom ik me wel een slag in de rondte. Over de erotische paringsdans, want het gezoem schijnt een belangrijke rol te spelen in het liefdesspel tussen mannetjes- en vrouwtjesmug. Via Britse biologen weet ik dat ze de toonhoogte van hun gezoem onderling aanpassen en zo een stelletje vormen. Ik droom daarover, maar het beperkt zich niet tot muggen alleen. Het gehele dierenrijk schittert al zoemend in mijn droom, van mug tot ram, van giraffe tot kip tot Bokito himself. Op een gegeven moment betrap ik ook mezelf op luid opgewonden gezoem en zie ik dat de muggen het met de olifanten doen. Wat zou dat worden een kruising tussen mug en olifant? Zou de vrucht dan meer op een olifant lijken of toch meer op een mug? En wie van de twee baart er?

Met deze vragen tollend in mijn hoofd word ik badend in het zweet aan het voeteneind van mijn bed wakker. Bont en blauw geslagen, moegestreden. Ik doe het licht aan en zie ze vliegen. Figuurlijk maar ook letterlijk, waarop ik lukraak in de lucht grijp en ze gewoon te pakken heb, de tortelduifjes. Ik ben blij, euforisch, al realiseer ik me dat ik een zelfingenomen spelbreker ben in een bijzonder intiem samenzijn.

Geen opmerkingen: