dinsdag 9 december 2008

Agenda

Toen ik 'het jaar uit iemands leven' daar zo oneerbiedig op de grond zag liggen, bekroop me een naar gevoel. Het lag daar natgeregend, besmeurd met rotzooi en werd net zo systematisch als beschreven vertrapt door voorbijgangers die zich er niets aan gelegen lieten liggen. Volkomen verzonken in hun eigen werelden en de sleur ontkennend die hun dagen aan elkaar reeg, walsden zij er overheen zonder aanziens des persoons. Een enkeling struikelde en keek alleen nog even geërgerd achterom.

En ik stond daar maar als in een film die Fast Forward ging en waarin alleen ik nog uitgelicht en real-time te zien was. Het jaar aan herinneringen voor me op de grond. Met tranen in mijn ogen zag ik erop toe hoe dit alles zorgvuldig verpletterd werd. Het jaar was nog niet eens goed en wel ten einde.

zaterdag 6 december 2008

Duh!

[Huilend] "Ma-ham, Dianne zegt dat Sinterklaas niet bestaat..."
Mama: "En wat denk jij zelf?"
"Dat ie wel bestaat natuurlijk" (duh)
Mama: "Nou dan!"

En daarmee was de kous af

Het Geheim van het Potje

Er was eens een Groot Geheim dat alle volwassenen en oudere kinderen in Nederland met elkaar deelden. Iedereen mocht het weten, behalve de allerkleinsten. Gebroederlijk werd er samengespannen en onder één hoedje gespeeld om dit Grote Geheim naarstig verborgen te houden.

In de belevingswereld van Sandrien stond dit Grote Geheim beter bekend als het Geheim van het potje. Iedereen die lid was van het Geheime genootschap bezat een potje en iedere maand verdwenen er centjes in dat potje. Wat er vervolgens met het geld gebeurde was in nevelen gehuld.

Nieuwsgierig van aard als zij was, zette de kleine Sandrien alles op alles om het Geheim eigenstandig te ontmantelen. Zij stelde slimme vragen waar nooit antwoord op kwam en deed onderzoek zonder ooit iets te vinden.

Totdat de toedracht van het Geheim haar op een goede dag zomaar ineens werd medegedeeld. Simpelweg omdat het genootschap haar oud genoeg bevonden had. Treurig zat zij daar in haar inmiddels koud geworden bad. Teleurgesteld door de zeepbel die zojuist kapot was gespat, maar ook omdat zij het Geheim niet zelf had kunnen ontdekken. Aldaar besloot zij geen enkel ander kind die mogelijkheid te ontnemen.

En dus vroeg zij haar leeftijdsgenootjes achteloos en met geveinsde nonchalance of zij reeds op de hoogte waren van het Geheim van het potje. Geen mens! Blijkbaar was Sandrien er vroeg bij geweest. En het duurde en het duurde…ook buren, juffrouwen, meesters en zelfs oma Beckers op de hoek wist er niet van.

Totdat op een dag Sinterklaas zelf ook beweerde van niets te weten, toen ging Sandrien iets dagen. Het Geheim van het Potje was een nationaal gegeven, maar niet bij een ieder bekend onder die specifieke naam. En zo had Sandrien dan toch nog een Geheim dat zij ijverig en heimelijk voor zichzelf kon houden. Zij lachte vrolijk in haar vuistje en leefde nog lang en gelukkig.

zaterdag 22 november 2008

Dienstplicht

Met een vuilniszak in haar hand
Geen bierdopjes, peuken en uitgedroogde stukken kruidkoek rapend
Maar losse ledematen
Verloren in het heetst van de strijd
Na afloop
Gaat het bloed er niet af
Hoezeer het meisje haar jonge lichaam ook boent
De tijd erna
Terugdenkend aan
Is het ergste
Om zich te realiseren
Hoe vervreemd zij was van anderen
“Ik bedenk me steeds of ik heb gelachen
hoe ik toch in Godsnaam lachen kon”
“Hoe ik daar dansend het nieuwjaar heb kunnen vieren”
“Een foto liet maken van mijzelf en een lijk met erectie”
“Hoe ik...een jongen heb kunnen doden”

Ze heeft zelfs een fotoalbum
Zorgvuldig zitten alle foto’s daar ingeplakt
Alsof ze het ooit vergeten zou

Holland Doc: meisjes met dienstplicht in Israel – NPS 21 nov.

zaterdag 15 november 2008

Lodewijk

Alle aanwezigen werden uit de zaal gehaald en op het podium neergezet. De spreker nam op één van de honderdtwintig overgebleven stoelen plaats en rustte zijn lendenen. Ongemakkelijk stonden we daar heupwiegend in groepjes van 20 pontificaal voor hem. Hij keek ons doordringend aan, knipte met zijn vinger en zette hiermee de zes poppetjes in beweging die in de coulissen keurig stonden te wachten met hun zes kisten vol limoenen. Prompt werden ze opgereden. Iedere groep één kist, het spreekt voor zich.

De spreker hervatte zijn verhaal en vroeg ons allemaal één limoen te pakken, deze een naam te geven en goed en geconcentreerd te bekijken. Op kleurschakering, onnauwkeurigheden (bobbeltjes, deukjes, een enkel rot plekje wellicht), grootte en vorm. Vervolgens moesten we onze limoenen terugleggen in de kist en werden ze flink door elkaar gehusseld. Daarna de vraag onze eigen limoen terug te vinden.

Sceptisch liep ik naar de bak met de eenvormige groen-gele balletjes. Tot mijn verbazing wist ik mijn Lodewijk (het leek mij helder dat limoenen mannen zijn) echter moeiteloos in afzienbare tijd te identificeren, waarna ik hem blij in mijn armen sloot. Trots toonden mijn buurvrouw en ik onze kroost aan elkaar. "Ja nou", zei zij nog "ik herken die van jou ook, geen twijfel mogelijk".

Want diversiteit ontwaar je pas wanneer je aandachtig kijkt.

vrijdag 14 november 2008

Het gefantaseerde gedrocht

Zij spraken over puistjes, flaporen, lelijk zijn
Volume dat maar niet wilde komen
Te kleine krullen
Te weinig haar
Vettig en lijzig bovendien
De één had een dikke neus
Met uitstulping midden voor
Terwijl de reeds te dikke dijbenen van de ander
Ontsierd werden door putjes

Ieder woord, iedere minuut die voorbij ging
Maakte me nieuwsgieriger
Naar de gedrochten die zich op de stoelen voor mij
Verscholen hielden
Het liefst was ik opgestaan
Een blik gaan werpen
Eentje maar
Niettemin hield ik me in
Zoals dat hoort
Gemakkelijk was dat zeker niet


Trappelend van ongeduld, wachtte ik
Tot de trein tot stilstand kwam
En het duo zich zou tonen
Paraderend samen op rij
Aan mij voorbij zou lopen

Ik sloot mijn ogen
Om in volle overgave
Te genieten van het aanstaand tafereel
Maar toen ik ze opende
Waren ze weg
Als zwarte haviken
Gevlogen
Voordat hun prooi het in de gaten had

vrijdag 7 november 2008

7 november 2008

Gedwee en gelukkig zat zij
in de wolken
Al vijf jaren lang
In het begin dacht zij
dat ze als vanzelf wel weer zou landen
Maar het rijk tussen hemel en aarde
bleek haar thuis

Teder en tevreden zat ook hij

in de wolken
Pal naast haar
Vol trots
Met stralende glimlach
en een fonkeling in zijn ogen
Om vervolgens nooit meer
van haar zijde te wijken

woensdag 29 oktober 2008

Nummer 29

Klopt, mijn buren zijn al vaker dan eens onderwerp van gesprek geweest. Ik fris uw geheugen even op.

Allereerst – 6 oktober 2007 – was er de bovenbuurman die bij voorkeur midden in de nacht computerspelletjes speelt. Hierbij acht hij het noodzakelijk het geluid knoerthard te zetten voor een maximale beleving van zijn game.
Slechts een paar dagen later – 19 oktober 2007 – was er de boze buurman die niet blij was met al mijn geboor op de zondagmiddag die door God persoonlijk geschapen is als rustdag. Maar dat is gelukkig helemaal rechtgetrokken. Theo is inmiddels een van mijn beste buren, dagelijks zwaaien wij vrolijk naar elkaar en zo nu en dan komt het zelfs tot een vluchtig gesprek.
Daarna – 21 december 2007 – was er de buurman die ongevraagd mijn computer installeerde, omdat de TNT post wegens mijn afwezigheid mijn postpakket even bij hem had geparkeerd. Alleraardigst uiteraard, maar ietwat eigenaardig.
De laatste keer – dinsdag 15 juli 2008 – heb ik mijn benedenbuurvrouw tot hoofdpersoon van een column gebombardeerd. Haar bijzondere en doortastende liefde voor haar poezen vond ik deze eer toch zeker waard.

Maargoed, ik blijf me verbazen.
Ditmaal over de meneer van nummer 29. Het is een rare meneer. Hij ziet er ongewoon uit en gedraagt zich merkwaardig. Wanneer ik terugkom van mijn werk, hangt hij doorgaans over zijn balkon op de tweede naar beneden te loeren, weer of geen weer. Als ik hem begroet, zegt hij niets terug. In ieder geval niet op een zodanig volume dat het mijn gehoororgaan bereikt. En dat terwijl hij me wel ongegeneerd aanstaart…altijd… mijn hele aanlooproute lang.
Soms zit hij ook buiten op een steen, ook dan slaat hij mij schaamteloos gade. Hij praat nooit en doet niets, mompelt slechts en sjokt wat heen en weer. Als ik de deur van onze flat open, ben ik bang dat hij vanaf zijn balkon op mijn hoofd zal spugen en eenmaal binnen wens ik angstvallig hem niet tegen te hoeven komen in de gang. Want ook dan staakt hij zijn slome tred om naar me te kijken. Bij sommige mannen voel ik me dan gevleid, maar van hem word ik alleen maar bang. Ik begrijp hem niet, ook al spreken we – vermoedelijk – dezelfde taal.

Mocht ik nu plotsklaps nooit meer schrijven, wil een van jullie dan gaarne even een kijkje komen nemen? Wees wel gewaarschuwd, ik ben er zo goed als zeker van dat ik niet de enige ben naar wie hij loert.

zaterdag 25 oktober 2008

Nogal wiedes

Nogal wiedes...
Andermans correspondentie is nu eenmaal niet voor mij bedoeld
En een slimme uitvinding had je ook zelf kunnen bedenken
Tijdgeest ontwaar je pas bij het terugblikken en niet op het moment zelf
Dat is jammer, maar wel nogal wiedes

Net zoals ik enig toeschouwer in mijn eigen theater ben
Omdat niemand op deze wereld met mijn ogen kijkt en met mijn gevoelens voelt
Neen, ik kan niet roeien zonder riemen
Niet praten zonder stem
Liefde laat zich niet dwingen
Zoals chaos zich niet ordenen laat
Als iemand geen belangstelling heeft, dan houd ook ik liever mijn mond

Als het niet leuk is, is het niet leuk
En de dingen zijn zo simpel als ze lijken
Nogal wiedes!

woensdag 22 oktober 2008

Ik mis de kroeg

Ik mis de kroeg
Niet het bier
Dat kan ik thuis ook wel drinken
Maar echt, de kroeg
Ik zou natuurlijk gewoon tóch kunnen gaan
Met de pfeiffer onder de arm
Want die kun je niet thuislaten helaas
Net als je kind
Die laat je ook niet alleen achter
En veel ruimte neemt ie niet in
Niet als ik dat niet wil
Niet als ik me daartegen verzet
Met man en macht
Weet je wat?
Ik zet em gewoon in een hoekje neer
En dan heeft ie zich maar gedeisd te houden
Ik houd al genoeg rekening met hem
Nu is hij aan de beurt!
Zal ik em dan gewoon per ongeluk daar achter laten
Zou dat lukken?
Zonder dat ie het in de gaten heeft?
Dan ga ik daarna gewoon nooit meer naar díe kroeg
Maar bezoek ik naar hartelust alle andere

dinsdag 21 oktober 2008

Meneer agent

Te popelen stond hij
dat zag iedereen
om gewoon door te lopen
de regels aan zijn laars te lappen
kleurenblindheid te veinzen
of te wensen
omdat hij haast had
zoals een ieder wel eens haast heeft
maar toch wordt beboet
door hem
En dus hield hij stil
en zijn gezicht in de plooi
als was er niets aan de hand
alsof zijn voeten niet jeukten
zijn tred niet verstoord
In alle eerlijkheid
mag hij zich afvragen
of hij dat ook gedaan had
was hij niet geüniformeerd
vandaag de dag
in de regen
voor het rode stoplicht

zondag 5 oktober 2008

De onbekende man

Inmiddels zit ik in het uiterste hoekje van mijn bank tegen de muur aan geplakt. Ik tracht de onbekende man op afstand te houden, maar veel speelruimte heb ik niet meer.
Daarnet liepen we nog op straat, de onbekende man en ik. Tot driemaal toe hebben we die straat opnieuw over moeten steken. We begonnen rechts en langzaam doch weinig subtiel werd ik dan door hem naar links geduwd. De onbekende man was zich van geen kwaad bewust, zocht louter mijn nabijheid en pikte alleen mijn signalen niet op dat die nabijheid van hem zich binnen mijn strengbewaakte veiligheidszone bevond.

Toegegeven, ik mag wat assertiever zijn in deze. Ik had bijvoorbeeld gewoon tegen de onbekende man kunnen zeggen dat ik liever niet had dat hij zo dicht bij me in de buurt kwam, dat ik dat als onprettig ervaarde. En dat ik het ook als onprettig ervaarde dat hij me steeds zo lang aankeek en leuk probeerde te zijn terwijl ik zijn grapjes helemaal niet om te lachen vond. En dat hij misschien wat beter op de tijd had mogen letten, zodat hij zijn trein niet zou hebben gemist waardoor ik in al mijn gastvrijheid vervolgens met de gebakken peren zit…in een hoekje op mijn bank waar ik hem überhaupt al helemaal niet op wil hebben zitten.

Beter laat dan nooit assertief bedenk ik een plannetje hoe ik de onbekende man dan toch in ieder geval zo snel mogelijk weer van mijn bank af kan krijgen. Want hij mag erop slapen, maar morgen bij het ontwaken moet hij verdwenen zijn. Nog voordat ik het zelf in de gaten heb, hoor ik mezelf mijn klusplannen voor de volgende dag uit de doeken doen. Zonder weerstand te bieden gaat de onbekende man sportief akkoord met het feit dat hij vroeg uit de veren moet, zelf de weg terug naar het station moet zien te vinden en eenzaam en alleen zal ontbijten bij de AH to go.

zaterdag 4 oktober 2008

...

Als je het mij vraagt ligt de waarheid helemaal niet in het midden, maar altijd net er naast.

zondag 28 september 2008

Nut

Hij draagt water naar de zee
heel geduldig
Bakje voor bakje
in opperste concentratie
en zorgvuldig.

Ik staar naar hem
Hij straalt
zichtbaar genietend
en ik bewonder
het leven
dat niet altijd nuttig hoeft te zijn.


donderdag 25 september 2008

Kouwelijk

Ik wil dat best toegeven
Dat ik een verschrikkelijke koukleum ben.
Dat ik zelfs naast de haard nog kippevel krijg en te allen tijde klappertand.
Dat ik panty's onder mijn broeken aan doe en thermoshirts en -sokken draag.
Dat ik het 't afgelopen jaar (zomer incluis) welgeteld 3 weken heb aangedurfd zonder kruik naar bed te gaan en dat mijn kruik ook een vast onderdeel uitmaakt van mijn verder zeer beperkte logeerassortiment.

Maar er zijn grenzen...
Ik neem de kruik niet mee in de trein!!
En ik plaats daar ook niet demonstratief een thermosfles naast
God oh God, hij mocht maar eens afkoelen.

woensdag 24 september 2008

Workaholic

Na vandaag weet ik het zeker
Ik heb aanleg om een workaholic te zijn!
Ik weet van geen ophouden
Werk me een slag in de rondte
En nog een laatste dan toch
Om het af te leren.

zondag 14 september 2008

Ik ga naar Turkije en ik neem mee...

Ik ga naar Turkije en ik neem mee:
Een reisgids en een boekje 'Wat en hoe in het Turks'.

Ik ben niet van het vooraf inlezen, dus gezeten in het vliegtuig sla ik voor het eerst mijn reisgids open. Mijn oog valt op een informatief blok over Perzische tapijten. Ik verwacht wetenswaardigheden over knooptechnieken, materialen en cultuur, maar in plaats daarvan handelt het katern louter en alleen over hoe – en hoe veelvuldig – je bedonderd kunt worden en op welke manieren je je hiertegen zou moeten wapenen.

Een tweede poging iets positiefs op te steken over het land waar ik naartoe vlieg belooft al niet veel beters. In ‘Wat en hoe in het Turks’ doet zich een vergelijkbaar fenomeen voor. In de sectie ‘liefde en ontmoeting’ wemelt het van de zogenaamde 'nuttige' hulpzinnetjes. Maar deze dienen niet om je liefje te becomplimenteren of je interesse toonbaar te maken. De liefdesfrases richten zich slechts op de verschillende manieren en methoden om de opdringerige Turkse mannen van je af te slaan.

Ik dacht dat er op Nederlandse bodem al genoeg gezanikt en gezeurd werd over al wat de Hollandsche boer niet kent, maar blijkbaar ben ik ook tussen hemel en aarde niet veilig en blijkt zelfs de toeristische literatuur – die er in essentie toch voor bedoeld is toeristen te bespelen en aan te moedigen het betreffende land een bezoek te gunnen – doorspekt met de gedachte dat geen enkele Turkse ziel te vertrouwen is.

Ik krijg steeds meer zin in mijn vakantie. Zouden ze ook zon en strand hebben eigenlijk, enig natuurschoon of lekker eten dan toch misschien? Vast niet.

donderdag 11 september 2008

Overdrijven

'Overdrijven is ook een kunst'
Een sterk ondergewaardeerde kunst als je het mij vraagt.
Ik houd van overdrijven en ben er - zonder verder te overdrijven - bijzonder gedreven in.

Door de werkelijkheid zo nu en dan eens lekker uit zijn verband te trekken, geniet ik ten volle na van datgene waar ik eerder al zo van genoot. Overdrijven werkt als natuurlijke amfetamine, als pepmiddel, maar ook als copingstrategie om mijn frustratie, woede en onmacht kwijt te raken. Daarbij komt dat het mijn zelfvertrouwen af en toe een welkome extra boost geeft.

Ik kan er niets aan doen.
De hyperbool zit mij eenmaal van nature in het bloed,
ik herinner me de dingen gewoon groot.

Maar rouwig ben ik daar niet om.
Integendeel, ik voel me gezegend met mijn talent!
Het mooier, groter of erger voor stellen van de dingen, heeft zijn nut in de loop der jaren op uiteenlopende vlakken aan mij bewezen.

Wat is er nou leuker dan bij de eerste zonnestralen in maart direct buiten te gaan eten met je jas aan? Of een zee van tranen te huilen in plaats van een miezerige theelepel? De Top 10.000 is toch om te lachen en ook reclame-acties in de supermarkt zijn het leukst wanneer ze flink overdrijven, nietwaar?

En daarom, mijne Dames en Heren, pleit ik voor een herwaardering van de vaardigheid der overdrijving.

Dik de dingen zo af en toe eens lekker aan als u zin heeft
Stel gebeurtenissen mooier, groter of erger voor dan ze eigenlijk waren
En u zult zelf ervaren hoe heerlijk dit is.

De commissie ter bevordering van de kunst van het overdrijven wenst u veel succes!!

woensdag 3 september 2008

Vlinders met stompjes

Ja hoor, zit ik even rustig op de wc in de onschuldige doch blijkbaar naïeve veronderstelling dat me daar voor één enkel moment toch niks gebeuren kan...lees ik zomaar ineens dat sommige vlinders gewoon helemaal geen vleugels hebben! Nachtvlinders en vrouwtjesvlinders gaat het dan met name over, maar God weet wie er uiteindelijk allemaal geen vleugels blijken te hebben en wie het maar moet zien te rooien met een stelletje nauwelijks met het blote oog waar te nemen vleugelstompjes.

Diep bedroefd lig ik me even later in mijn bedje natuurlijk af te vragen hoe ze dan in Godsnaam in mijn buik rond kunnen vliegen? En of ze dat dus eigenlijk wel doen? Misschien is mijn psyche mij wel te slim af geweest en is ze zonder verder overleg met mijn zogenaamde verliefdheidgevoelens op de loop gegaan? Alles nep, gefopt, één grote farce!!

Verward en beduusd val ik in slaap en droom over mijn knappe gevleugelde prins die op zijn vlucht van de rots niet in mijn armen maar plat op de grond terecht komt. Ik wilde nog roepen, maar bleek niet in staat enig geluid voort te brengen. Tsja en daar ligt ie dan nu, met zijn stompjes in zijn zij. Eentje trekt nog een beetje, maar de hoop die in mij woedt blijkt ijdel.


Badend in het zweet word ik wakker. Ik kijk op mijn telefoon hoe laat het is en zie dat ik een sms ontvangen heb. "Dag leuk Elfje, ik kus je goedenacht. Afzender: de mannetjesvlinder."

zondag 31 augustus 2008

Say cheese

Vanuit ieder mogelijk perspectief
Maakt zij foto’s van haar kroost
Het zal de eerste zijn

Haar imposante achterwerk komt steeds naderbij
Gehuld in niets anders
Dan een te klein doch fleurig bikinibroekje

Ik deins achteruit
Bang dat die billen
Zich midden op mijn neus neerzetten

Prompt valt ze
Niet op mijn neus
Maar op mijn schenen

Als van een glijbaan
Roetsjt zij naar beneden
En komt tot stilstand op mijn tenen

dinsdag 26 augustus 2008

Huilen om nix

Ik huil om nix
Maar dat hoort natuurlijk niet
Huilen zonder opgaaf van reden is ons niet gewoon
Veel beter is het
Je niet te laten kennen
Je even te verbijten
Om vervolgens vrolijk door te gaan
Heeft niemand in de gaten
Val je niemand lastig ook
Wanneer dit je gelukt
Heet je dapper te zijn
Dan ben je sterk
En mag je trots wezen op jezelf

zaterdag 23 augustus 2008

Damien

"HALLO!"

De decibellen aan geluid vliegen de klanten in het kleine bakkerijtje op de hoek om de oren. Het joch dat ze voortbrengt heeft zich inmiddels op lompe wijze tussen de vele benen door een weg naar voren gebaand.

Aan de vitrine vol frivool uitziende gebakjes, handgemaakte petit-fours, truffels en koekjes tekent hij eerst met zijn tong een golf op de ruit, waarna hij zijn geschreeuw hervat. "IK WIL WARME AA!"

De bakkerij - die met aanvullende producten als AA-drank het hoofd boven water tracht te houden - heeft de flesjes voor het raam staan waar de zon op schijnt (als die schijnt).

Moeder probeert zoonlief met een halve - opvoedkundig weinig imposante - zin duidelijk te maken dat ze nog niet aan de beurt zijn, maar Damien heeft zijn flesje al te pakken en terwijl hij het dopje eraf schroeft, gilt hij: "IK WIL HET NU!"

Damien vindt een van de twee mevrouwen van de bakkerij erg aardig, dus als zij even naar achter is, roept hij: "WAAR IS MIJN VRIENDJE NOU?"

Moeder kijkt trots om zich heen, ze is zichtbaar geëmotioneerd over de wijze waarop haar zoon - klein als hij nog is - zijn reeds ruim ontwikkelde sociale vaardigheden etaleert.

Van achter in de bakkerij horen we opnieuw gekrijs: "OH, HIER BEN JE. WAT BEN JE AAN HET DOEN DAN? KOM NOU MEEHEE", waarna wij Damien de winkel weer in zien komen, terwijl hij zijn grote vriendin achter zich aantrekt.

"ZIJN WE NOU AAN DE BEURT?" Hij heeft vijf bonnetjes afgescheurd, dus je zou zeggen dat een van die nummertjes hem na al dat wachten inmiddels toch wel recht zou geven zijn bestelling te doen.

"Jongedame?...Jongedame?" Het aardige stemgeluid van de mevrouw van de bakkerij komt maar nauwelijks boven het geroffel van de drummende vuistjes van Damien uit. Ik schrik op, ze heeft het tegen mij. "Bent u nog iets vergeten of had u nog iets willen bestellen?" Door alle commotie ben ik vergeten de bakkerij te verlaten en sta ik met vier verse, reeds betaalde broodjes in mijn hand bij de deur achterom te kijken.

Ik schat hem een jaar of 4...hoogstens!

zaterdag 16 augustus 2008

Married, one kid

"Yes married, one kid".
Ik heb helemaal geen kinderen, maar het is geen doen om met een kinderloze status rustig door dit Turkse dorpje te laveren. Mijn zus heeft er twee en is zo lief mij er daarom één van haar te leen te geven. Zij het louter voor het verhaal, daarover zijn onze afspraken helder. Om de geloofwaardigheid kracht bij te zetten, heb ik voor de gelegenheid een foto van haar jongste gekregen. Deze kan ik de hardnekkige doorzetters onder de neus drukken in een poging ze alsnog af te poeieren.

De naam van mijn imaginaire echtgenoot is ontleend aan onze broer. Om niet door de mand te vallen, is het verstandig het verhaal immers zo dicht mogelijk bij huis te houden. Dat dit een nogal incestueus concept oplevert, nemen wij op de koop toe en de rest...weet toch van niks ;-)

Even voor de duidelijkheid, wij hebben ons niet direct bij aankomst in deze leugen gestort. Vol goede moed zijn wij begonnen met het verhaal dat wij eigenlijk bijzonder saai zijn. Diep van binnen, achter de façade van onze maagdelijke schoonheid en frivole expressie. Dit ging er natuurlijk niet in, wellicht ook wat naïef van ons om dat te denken.

Onze tweede optie was wat dat betreft beter doordacht. 'Eerlijk zijn'! Het lijkt zo simpel, siert de mens en duurt bovendien het langst. Juist dit laatste trachtten wij echter te voorkomen. Na de boodschap dat wij hier zijn om te slapen en geen interesse hebben om met één van hen het bed te delen, leken wij er inderdaad niet direct minder aantrekkelijk op te worden.

Daar bot en onaardig doen of mensen wegduwen voor ons geen optie is, restte ons slechts één uitweg: het leugentje om bestwil! In het volste vertrouwen dat dit juist in een samenleving als de Turkse respect afdwingt, zetten wij de autoriteit van man en gezin in. Helaas blijkt ook dit niet aan te slaan, een beetje man zou immers van zijn levensdagen niet toestaan dat zijn kuize vrouw en tevens moeder van zijn kinderen met een andere gehuwde dame alleen op reis gaat.

Ten einde raad struinen wij daarom momenteel de markt af op zoek naar een mooie burka om ons malse hapje veilig in te hullen en van onze welverdiende rust te gaan genieten!

donderdag 7 augustus 2008

Vuurwerk

Is het u wel eens opgevallen dat wanneer u naar vuurwerk staat te kijken u altijd op de beste plek lijkt te staan? Met u als stralend middelpunt komen de gekleurde, flikkerende vuurvliegjes altijd precies uw kant op. Heerlijk toch om voor de verandering eens op exact het juíste moment op de juíste plek te zijn. Voor zolang het duurt, voelt u zich ontzettend belangrijk en dat doet ieder mens soms even goed. Voor een ieder die zich klote of alleen voelt, luidt daarom mijn devies: kijk op naar den hemel en geniet van een spectaculaire wereld met jou in de hoofdrol.

maandag 4 augustus 2008

Ouwe zeur

Even tussen ons
Zeurt u wel eens?
Kunt u beter niet doen, immers
Wel beschouwd...
Wat heeft u eraan?
Wat brengt het u?
Geluk? Liefde?
Of bevrijdt het u van uw klachten misschien?
En mocht dat zo zijn
Dan kunt u uzelf afvragen of het zeuren dan wel nodig was
Want blijkbaar was het heel zo ernstig niet.

zaterdag 2 augustus 2008

zou

Dan zou hij met zijn kin op het randje van het bed
naar me hebben zitten kijken
Zijn hoofd een beetje scheef

Steunend op een elleboog
Geduldig wachtend op mijn ontwaken

Dan zou hij vrolijk fluisterend

in mijn oor hebben gezongen
Van Falderie en Faldera

Mijn hoofd zachtjes vasthoudend
Met zijn beide kleine handen

Dan zou hij me kusjes zijn gaan geven
Niet zomaar kusjes

Verjaarskusjes
Die smolten op mijn tong, zo zoet

Dan zou daar al een slinger hebben gehangen
En pardoes een piepklein pakje op mijn schoot
Confetti op mijn hoofd
En hij maar lachen
Naar mij
En ik naar hem

zaterdag 26 juli 2008

Discussiëren in komkommertijd

De vraag die we ons vanmiddag nog maar weer eens gezellig een keertje stellen is:
'Moeten de olympische spelen in Beijing geboycot worden?'
Het is nu toch komkommertijd en hierover valt altijd wel een zinloze discussie te voeren.

Laat ik - om te voorkomen dat ik een ieder direct al op de kast heb zitten - allereerst luid en duidelijk zeggen dat ook ik de schending van mensenrechten in China weerzinwekkend vind. Daar wil ik geen greintje afbreuk aan doen en al helemaal niet toedekken onder een mantel der positiviteit. Mocht ik die indruk dus wekken, troost u dan met deze woorden.

De voordelen in nadelen ontdekken en het geluk bij het ongeluk vinden, is mij nou eenmaal niet vreemd. En daarom sta ik ook in deze een optimistische benadering voor. Het boycotten van de Spelen zal de misstanden in China helaas niet doen afnemen. De ontwikkelingen die getriggered door de Spelen in gang zijn gezet wellicht op termijn wel. Laten we die dus eens onder de loep nemen.

Als een ware postbus-51 campagne van SIRE is China haar inwoners (of in ieder geval die van Beijing dan toch) aan het heropvoeden geslagen om het land tijdens de Spelen positief op de wereldkaart te zetten:
- De cursussen ABC (Algemeen Beschaafd Chinees) schieten als gesubsidieerde paddestoelen uit de grond, met uitzondering van de taxi-chauffeurs want zij worden geacht verkeersregels en Engels te leren. Je kunt geen taxi meer instappen tegenwoordig of de luister-cd 'English Pronounciation' door niemand minder dan mr. Bean zet je trommelvlies op scherp.
- Nieuwe fatsoensnormen worden volop gepropageerd. Stoppen voor zebra-paden, niet voordringen bij het openbaar vervoer en niet spuwen op straat (rochelen geen probleem, het bloed kruipt namelijk toch wel waar het niet gaan kan). Ook niet-Chinees uitziende mensen met vraagtekens op hun gezicht worden geacht vriendelijk door de lokale bevolking bijgestaan te worden (ik heb een litteken op mijn wang, zou dat ook voldoende zijn?).
- En dan zijn daar nog alle maatregelen die getroffen worden voor een betere luchtkwaliteit, infrastructuur voor betere doorstroom, de talloze bouwprojecten, reiniging van waterleidingen en ook de Rattenvanger van Beijing heeft furore gemaakt.

Hoe tijdelijk misschien ook, er is ontzettend veel ten goede veranderd de afgelopen jaren in China. Hoewel de Partij in onze ogen nog steeds veel (te veel) bepaalt, ligt de gemiddelde Chinees (en dat zijn er toch behoorlijk wat, kunt u mij vast en zeker vertellen) hier niet wakker van. Chinezen zijn vrijer dan ooit ondanks het schrijnend gebrek aan democratie. Bereiken we niet veel meer als we de ontwikkelingen die positief zijn erkennen en vanuit daar verder gaan? Ik geloof in de kracht van de constructieve aanpak!

Ik hoop dat ze GOUD pakken. In aanloop naar de spelen doen ze dat al - zij het op geheel eigen wijze - en tijdens de spelen help ik het ze hopen. De ervaring leert ons dat eenmaal goud in handen, doet verlangen naar meer en dan zie ìk China nog wel een gouden sprong voorwaarts maken.

vrijdag 25 juli 2008

Voorzien van commentaar

“U lijkt wel een beetje op Beatrix”.
Gelukkig heet er verder niemand Beatrix en weet de mevrouw direct op wie de bezopen jongeman doelt.
“Oh nou echt? Vind je dat?”.
Blijkbaar heeft zij besloten de gelijkenis direct te ontzenuwen door hem te tutoyeren. Ze is op leeftijd schat ik, maar nog lekker bij de pinken.
“Ja, uw haar. Ik zie het wel hoor, het uwe is wat minder stijl.”
Hij bedoelt stijf.
“Zij heeft er al die lak in, daar hou ik helemaal niet van. Dit is puur natuur.”
Prompt zie ik ineens een ietwat ouder geworden ‘Pam, je haar danst’ door de trein springen.
“Die krullen ook?”

Ai
“Nee”
Dat dacht ik al.
“Nou, u bent in ieder geval wel een eerlijke oude mevrouw...”
Flats, meneer neemt anders zelf ook geen blad voor de mond.
“...Mag ik u daarvoor mijn respect betuigen?”
Welja! De jongen is opgestaan om haar de hand te schudden. Gewillig beantwoordt zij dit vriendelijk gebaar met ferme grip.
“De kleur is wel echt”
Beatrix naturel laat hem rustig begaan, laat zich niet op de kast jagen en dat siert haar. Ze heeft geen zin om uit name van leeftijd jongeren terecht te wijzen, wat zegt dat nou helemaal? Zij kent genoeg seniele oudjes. Daarbij gaat zij uit van het goede in de mens. Daar heeft de luidruchtige, vastberaden knaap die zojuist zijn walm in de gehele coupé heeft verspreid maar mooi geluk bij. Kordaat als ze is, geeft zij hem een knipoog als hij even later de trein verlaat. Weekhartig bedenk ik me dat ik zo ook wel op Beatrix lijken wil, what a woman!

maandag 21 juli 2008

Op huis aan

Met een mand vol proviand loop ik van de supermarkt terug naar mijn huis.
Op de heenweg scheen de zon nog, inmiddels is het betrokken en volgen boosaardige zwarte wolken mijn ietwat versnelde tred.

Een moeder waarschuwt haar steppende zoon:
“Als het gaat regenen, kom je naar binnen!”
Ja
“Niks ja, je komt gewoon”

Een klein meisje met zwarte krulletjes vraagt haar nog kleinere zusje ten dans. Sierlijk zwieren ze samen lachend voor de regen uit.

Om de hoek in de koekoekstraat spelen zes kinderen nietsvermoedend “Annemarie Koekoek” met een stippeltjesbal.

Ik stap de deur binnen en prompt klettert het naar beneden als was het een tropische regenbui. Hoog en droog kijk ik geamuseerd toe hoe moeder zich achter het raam staat op te winden, de dansende krullenbolletjes nu zingen in de regen en het zestal alle kanten uit schiet. De stippeltjesbal wiegt zachtjes in de rap groter groeiende waterplas.

zaterdag 19 juli 2008

Yo

“Ik zet wel nog ff de wekker hoor. Hoe laat zouwen we doen?”
“Half tzwee?”
“Tzwee uur kan ook nog wel, gauw douchen…”
“Drie uur bij hun toch?”
“Zet em om kwart over oké?”
“Sgoed trustuh”
“Yo”

Op de blaren lopen

Een juichende menigte, de fanfare, hoempapamuziek en trommels. Ik word geacht te werken, maar zo ongevoelig of carrièregeil ben ik nu ook weer niet. En dus meng ik me gedwee in het feestgedruis waarbij bijna 40.000 wandelaars worden aangemoedigd, bejubeld en bezongen door minstens even zo veel toeschouwers langs de kant. Beide kampen hebben de tong inmiddels als een droge lap op de schoenen liggen, maar zeuren doen ze niet.
De dankbetuigingen vliegen blijvend over en weer.
“Mevrouw, mag ik u een complimentje maken?”. Na 160 kilometer heeft ze dat wel verdiend. Maar ook het publiek dat - de paraplu’s ten spijt - nat is tot op het bot, wordt vriendelijk bedankt voor haar diensten.
Het giet tranen met tuiten. Dikke druppels rollen vanuit de hemel over een ieders wangen naar benee. Subtiel wordt de scheidingslijn tussen emotie en de Nederlandse zomer weggevaagd.
De laatste dag van de Nijmeegse vierdaagse nadert haar einde. Met de bezemwagen op de hielen, slepen de laatste strompelaars zichzelf huilend naar de eindstreep.

We kunnen er weer een jaar tegen aan!

woensdag 16 juli 2008

Poeslief

De poezen van mijn onderbuurvrouw heten Dora en Liesje. Daar was ik al vrij snel achter. Hoewel de vloeren mijn inziens redelijk geluidsdempend zijn en ik ook niet al te frequent met een trechtervormig voorwerp tegen de vloer lig, kan het isolatiemateriaal toch niet op tegen het geweld van de conversaties tussen het baasje en haar kroost.

De emoties tussen de drie kunnen hoog oplopen, waarbij de twee kleinsten het onderspit lijken te delven. Het volume van haar stemverheffingen reikt boven hun beider vermogens. Hele tirades rijgt zij aaneen. Ik stel me voor hoe zij wild gesticulerend machtig en verheven boven de nietsvermoedende beestjes hangt. Gelukkig laten deze zich niet zomaar intimideren door die uitzinnige mens met twee gezichten. Wijselijk laten zij haar uitrazen tot de bui is overgewaaid en zij hun hapje weer krijgen. De ervaring heeft hen immers geleerd dat dit proces zich automatisch voltrekt ongeacht hun wederwoord. Als was er niets gebeurd, krijgen zij ieder een aai over hun gekortwiekte bolletje. Op haar hurken kijkt zij ze poeslief aan. Haar stem klinkt hoog en zoet.
Opgelucht halen Dora en Liesje adem.

Tot mijn schaamte moet ik bekennen dat de naam van de onderbuurvrouw zelf mij tot op heden vreemd is. Toen ik hier kwam wonen, had ik het voornemen aan te bellen en me voor te stellen, maar inmiddels durf ik niet goed meer. God weet wat zij allemaal over mij te weten is gekomen het afgelopen jaar.

zaterdag 12 juli 2008

Spion om te leven

Geknield voor de massief eikenhouten deur, loert zij door het sleutelgat. Ze is tenger van lijf en nieuwsgierig van aard. Haar handen houdt ze aan weerszijden van haar gezicht om zich beter op de private aangelegenheden te kunnen richten die zich aan de andere kant van de deur afspelen. Haar toch al broze knieën zijn paars gekleurd, maar voelen doet zij ze niet. Geïntrigeerd door dat wat ze ziet, is eventuele pijn in vergetelheid geraakt.

Je zou het een obsessie kunnen noemen of vermaak. Voor haar is het niet meer dan een aanwensel, routine. Zo lang zij zich herinneren kan, leeft zij bij de gratie van de belevenissen van anderen, voedt zij zich met de al dan niet wetenswaardige voorvallen uit levens van volslagen vreemden het liefst.

Ze is niet bang ontdekt te worden, niemand ziet haar ooit staan. De mensen spreken niet met haar. Onzichtbaar lijkt ze. Zonder er nog bij na te hoeven denken, voert zij haar dagelijkse bezigheden uit. Niemand die ooit zijn beklag doet over haar. Ze komt immer keurig op tijd, is niemand tot last en laat geen steekjes vallen. Zelfs niet wanneer zij moe is van het langdurig gegluur.

Dat zij intelligent is, weet noch haar omgeving noch zijzelf. Dat zij de kunst van het fantaseren tot in de puntjes beheerst, is ook geen mens bekend. Een indukwekkend talent dat verloren gaat zonder dat iemand erom hoeft te rouwen.

woensdag 9 juli 2008

Nachtelijke avond/turen

Met zijn blote voeten op de wc-bril staat hij in de stortbak te morrelen. Zij kijkt hem slaperig aan. De logica die haar ontgaat, was voor hem de moeite waard zijn bed uit te stappen op dit onchristelijke uur. Geruststellend kijkt hij haar aan "hij moet op stand 3".

De keer daarop vindt zij hem in zijn pyjama onder de douche. De ritmiek van de druppels volgend, staat hij zachtjes fluitend heen en weer te wiegen. "Alle mannen moeten zich immers wassen", zo weet hij haar gedecideerd te vertellen als hij haar vragende ogen ontmoet.

Al dromend over de afwas, slaat zij haar ogen op. De man die normaal zo vertrouwd naast haar ligt, is foetsie. In de huiskamer treft zij hem met potten en pannen in de weer, omdat "muziek de mensen raakt".

De volgende ochtend vraagt zij hem waarom hij vannacht de cd's water stond te geven. Als zij hem de natte boekjes laat zien, kijkt ook hij beteuterd. Hij herinnert zich niets, als was het een ander wiens creativiteit boven zichzelf uit was gestegen die nacht. Maar zij had hem gezien, met eigen ogen. Hij lachte nog vriendelijk naar haar en zei: "ga maar weer lekker slapen mijn lief. Ik ben bijna klaar."

maandag 7 juli 2008

La vie en rose

Net als ieder normaal, gezond en weldenkend mens heb ik een grote hekel aan welke huishoudelijke activiteit dan ook. Stoffen, stofzuigen, dweilen, keuken, badkamer...het doet er niet toe, ik vind het allemaal even verschrikkelijk.

Hoe ik mezelf ooit geloofwaardig door het sollicitatiegesprek voor de functie van kamermeisje heb geworsteld, is mij nog altijd een raadsel. Een uiterst chique Monagask hotel, want voor minder deed ik het niet...er zijn grenzen. Het 'tenue de travail' dat ik tijdens mijn werkzaamheden geacht werd te dragen diende het welgestelde karakter van het établissement uit te stralen. Hetgeen er kort gezegd op neerkwam dat ik in een kort zwart rokje werd gehezen met daarop een elegant en stijlvol blousje met zwierige franjes. Het laat zich raden, de franjes bleven overal achter haken en mijn rokje was te kort om op enigszins presentatieve wijze - mochten de gasten per abuis aanwezig zijn - het bad een beetje fatsoenlijk te schrobben.

Ik ben echt de flauwste niet, maar de viezigheid die ik daar heb gezien, is in de daaropvolgende jaren nooit meer geëvenaard. Hoewel ik me niet erg druk kan maken over het al dan niet verwisselen van wc-rollen, begrijp ik werkelijk niet waarom er mensen zijn die zich de moeite niet getroosten even op de doorspoelknop te drukken. In het bijzonder na gedane grote boodschap. Voorts trof ik structureel enorme hoeveelheden 'haar' aan, van alle soorten en maten waarmee ik wil zeggen dat het niet enkel hoofdhaar betrof. Als craquelé op porselein lag het over de - door mijzelf de dag tevoren nog glimmend gepolijste - vloer verspreid. Het ranzigst echter was het braaksel in een wasbak, de niet helemaal lekker geworden gast in kwestie had speciaal voor de gelegenheid de stop er even in gedaan. De bolletjes kaviaar en stukjes schaaldier kon ik nog net ontwaren.

Maar er waren daarentegen ook aardige gasten, die een fooi achter lieten voor het kamermeisje. Ik hoor het zo'n man zo zeggen tegen zijn vrouw: “ach dat is toch leuk voor zo’n meisje”. Gierige vrouw-lief denkt daar uiteraard anders over en aanschouwt het geheel vanuit haar ooghoeken met een lang en afkeurend gezicht. Gelukkig is de man aan haar toch al beduimelde zijde voor één keer doortastend genoeg en om te voorkomen dat het geld in verkeerde handen zou komen, stopte hij de ronde glimmende euro wijzelijk tussen de lakens. Niet dat ik er veel mee kon, wanneer ik die euro via mijn bh stiekem het hotel had uitgeloodst, kon ik er hoogstens een pak melk en een paar eieren van kopen. Maar toch, het ging om het idee, de vreugde die zoiets teweeg bracht. Want ik kan je vertellen, het is een zeer vreugdevol moment voor een kamermeisje wanneer zij de lakens wegtrekt en vrolijk gerinkel haar oorschelp bereikt.

Officieel behoorde dit geld uiteraard in een pot te gaan om later ‘eerlijk’ onderling te verdelen onder alle kamermeisjes, maar daar was ik veel te wantrouwig voor. Ik wilde best geloven dat de mens in wezen goed is, maar niet wanneer het over geld ging. Dat zul je zien, stopte ik al mijn zuurverdiende euro's in die zogenaamde 'algemene pot', zou de rest van de kamermeisjes het hotel met volle bh’s verlaten. Nee hoor, dan had ik ook maar liever afdrukken van munten op mijn tieten bij thuiskomst. Heerlijk, omeletje erbij, glaasje melk hmm...

Spaaraktie

Misschien is het een idee om spaarzegeltjes op wc-rollen te doen. Die je dan bemachtigt op het moment dat je een nieuwe rol op de houder hebt gedaan.

dinsdag 1 juli 2008

Wie durft?

Eén ding is zeker. Het rookverbod dat vanaf vandaag van kracht zal zijn, doet het nodige stof opwaaien. Op zichzelf ben ik daar alleen al blij mee!

Roken is en blijft een probleem. Niet alleen voor de meerokers onder ons, maar ook voor de rokers zelf. Er zijn er immers maar weinigen die écht enthousiast zijn over het feit dat ze verslaafd zijn en volkomen afhankelijk van het onbenullige met tabak volgestouwde papieren kokertje. Uit mijn rondvraag onder een aanzienlijk aantal rokers kwam naar voren dat ze één voor één “diep van binnen hè”, “als ik dan echt heel eerlijk ben” het liefst gestopt zouden willen zijn met roken. Enkel de angst voor het falen, het snakken naar, het moeilijk hebben maakt dat ze er niet toe komen.

Tsja en wat is er in zo’n geval makkelijker dan praten over de betutteling, het ongemak en de problemen die het rookverbod kan veroorzaken? Nicotine, koolmonoxide, teer en kanker zijn te griezelig om onderwerp van discussie te laten zijn, laat staan reëel over na te denken.

Wie durft? Zijn kop uit het zand te halen en zichzelf in de ogen te kijken?

zaterdag 28 juni 2008

Sleur

Op een gegeven moment ga je denken in tekstjes
Zie je een verhaal in alles om je heen.
Zoals fotografen de wereld zien in gekaderde beelden.
Ben je dan slaaf aan het worden van je eigen liefhebberij?
Ook als je er nogsteeds plezier aan beleeft?

donderdag 26 juni 2008

Wie niet waagt, wie niet wint

Hij trok een koffertje op wielen achter zich aan.
En dat bracht me op een idee .
Ik hoorde het mezelf zeggen: "zitten daar ook slaapspulletjes in en kom je dan bij mij logeren misschien?"
Hij keek me peinsend aan en ik kon hem geen ongelijk geven.
Nooit eerder hadden wij elkaar gezien.
Toch voelde de blik van zijn pretoogjes vertrouwd.
Ik had geen haast en wachtte geduldig op zijn antwoord.
Zwaaide nog naar een bekende op de fiets.
Hij pakte mijn hand en zwierde zijn koffertje sierlijk langs zij.
En zo begon ons leven samen.
Zijn koffertje staat nogsteeds bij mij thuis.
Hij is er niet altijd bij, maar als hij er is...is het feest.
Dan vieren wij onze levenslange logeerpartij!

maandag 23 juni 2008

Avondrood

Ook het avondrood heeft goud in de mond.
Ik liep net langs de gereguleerde tippelzone en twijfelde even...of het wel verstandig was de zonsondergang op deze vroeg zomeravond te gaan genieten. Nu ik op mijn favoriete verlaten plekje zit, lijkt alles vergeten. De priemende, geile mannenblikken hebben plaats gemaakt voor een kleurenwaaier die al schitterend reflecteert in de rivier. Het water kabbelt rustgevend. Een met erts beladen duwboot vaart stroomopwaarts aan me voorbij.
Surreëel doet dit uitzicht aan. Alsof er een knap geschilderd meesterwerk rond mij heen is geplaatst. Zelfs de Honigfabriek staat parmantig mooi te wezen in dit decor. En dat alles op een steenworp afstand van mijn huis. Geluk is binnen handbereik, zo zie je maar.

zaterdag 21 juni 2008

over kaboutervriendschap

De kabouter liep kordaat voorwaarts
De vlakte trotserend die zich voor hem uitstrekte
Dat het slechts een kleine open plek in een heel groot bos was, kon de kabouter niet bevroeden.
Hij kwam een andere kabouter tegen, zoals dat gaat.
De andere kabouter wist ook van niks en ze werden vrienden, boezemvrienden.
Samen vervolgden ze hun weg over de oneindige vlakte.

Niet lang daarna biechtte de ene kabouter in alle eerlijkheid aan de andere kabouter op dat hij nog nooit een boezemvriend gehad had. Waarop de andere kabouter zweeg...hij wilde het magische van een eerste vriendschap niet onttoveren door zijn deceptie over voorgaande vriendschappen met de ene kabouter te delen. Of hij hem daarmee beschermde of hem juist iets ontnam wist hij niet goed.

De jaren verstreken. De ene en de andere kabouter ondernamen van alles samen; ze gingen op reis, kietelden elkaar soms onder de voeten, verrasten elkaar, zongen liedjes voor het slapen gaan en deden dingen voor de ander waar ze misschien zelf helemaal niet zo'n zin in hadden.

Op een dag werd de ene kabouter ziek en ging hij dood. De andere kabouter miste hem ontzettend. Hij moest toegeven dat de ene kabouter ook zijn boezemvriend geworden was. En nu was ie weg, zomaar omdat doodgaan er nou eenmaal bij schijnt te horen. En de een nu eenmaal vroeger gaat dan de ander. Dat dat volstrekt oneerlijk is, deed er blijkbaar niet toe. Wat moest hij nu? Op zoek naar een nieuwe boezemvriend, hij had zelf hoogstens nog een paar jaar te leven. Had het dan nog wel zin? Hij struinde de oneindige vlakte af, maar die was zo groot dat hij er de jaren die hem restte geen eentje tegen kwam. En zo stierf de dappere kabouter die nooit had opgegeven eenzaam en alleen.

I wish

In de laatste IS* viel mijn oog op een vertederende fotoreportage waarin wensen van Zuid-Afrikanen waren opgetekend. Jong en oud, zwart en blank, rijk en arm mochten hun wens opschrijven om hier vervolgens mee geportretteerd te worden.
Een lui uitziende man schreef: 'I wish I had a job', op het papier van een klein verlegen meisje met piekhaartjes stond te lezen: 'I wish love' en een jongetje in de bloei van zijn pubertijd wenste dat hij 'Jezus' was.

"Durf te dromen" schreef ik laatst.
En nu denk ik, dat is makkelijk gezegd vanuit de fortuinelijke positie waarin ik mij bevind.
Als ik een wens op zou mogen schrijven, dan hoef ik geen baan te wensen want die heb ik al. Ook heb ik het geluk omringd te worden door vrede en liefde. Alleen Jezus ben ik niet. En hoewel ik hem bewonder, verlang ik er niet naar in zijn schoenen te staan. Maar waar droom ik dan nog wel van, wat heb ik nog te wensen?

Toen ik een Afrikaanse jongen eens vroeg wat hij zou willen studeren als hij de mogelijkheid had, kon hij me geen antwoord geven. Nooit had hij de gedachte zo ver durven laten gaan, bang voor de teleurstelling die er onvermijdelijk op zou volgen. Gemaskeerde gedrevenheid, passies bedekt met een beschermend laagje stof. Hoe dikker en plakkerig de laag, hoe moeilijker verwijderbaar.

Ja, ik hou van bevlogenheid
Bewonder mensen die hun dromen najagen
Maar sta ook weer even stil bij de zwijgende dromen die niet gedroomd durven worden.


* Internationale Samenwerking is een gratis maandblad over ontwikkelingssamenwerking van het ministerie van Buitenlandse Zaken

dinsdag 17 juni 2008

Euthanasie

Doorgaans is er pas sprake
van uitzichtloos en ondraaglijk lijden
wanneer het stadium van wilsbekwaamheid
reeds is gepasseerd.

En dan is de vraag
lijden mensen die niet meer weten dat ze lijden?
Die niet meer weten wat lijden is?
En zou het daarom dan ook geen pijn meer doen?

Anticiperen op wat jij
voor jezelf
uitzichtloos of ondraaglijk acht
mag niet.
De wet vindt in ieder geval dat dat niet telt.

En wellicht is dat nog wel het ergste
De tijd die eraan vooraf gaat
De angst die ermee gepaard gaat
De angst voor een mensonwaardig leven
waarvan op het moment dat het zover is
de wet zegt dat zij niet bestaat.

maandag 16 juni 2008

De een z'n dood

Zij plengden hun tranen
De één uit vreugde
De ander in droefenis
Uitbundigheid en zwijgzaamheid
Niet hand in hand
Maar zij aan zij
Beaamde trots voedt twijfel
Helden voor één dag
Op z'n minst
En den ander wordt verguisd

zaterdag 14 juni 2008

Voorpret

Laatst sprak ik iemand die jarenlang een droom had gekoesterd. Door zijn volhardende en daadkrachtige inspanningen was hij er tevens in geslaagd die droom waar te maken.

Een leven lang had hij zich op dat moment verheugd...
en toen het zover was, viel het tegen.

Gedesillusioneerd zat hij te mijmeren waar het toch in Godsnaam mis gegaan was. Voorpret had plaatst gemaakt voor teleurstelling en ontgoocheling. Enkel wassen neuzen verschenen nog op zijn netvlies.

Is de slotsom dan dat het beter is je niet langer te verheugen op dingen? Al zou het je als eerste mens op deze aarde ooit lukken alleen nog maar de dag te leven en alles te nemen zoals het komt, ook dan kom je bedrogen uit, dunkt mij. Immers, deze droevige man had toch jaar na jaar genoten bij de gedachte aan zijn droom alleen al. Gelachen, gestraald, voorbereidingen getroffen, opgewonden in zijn handen gewreven van plezier. Hij had alleen niet de relativeringsgeest een teleurstelling te verwerken, dat is al.

Durf te dromen!

donderdag 12 juni 2008

Examentijd

Lisa is gezakt en mag geen herexamen meer doen. Ze is boos, het komt allemaal door dat stomme Engelse woordenboek waar de helft niet in staat. Het woord ‘gehad’ bijvoorbeeld, nergens te vinden! Maar ook ‘aardbevingsmeer’, ‘werd’ en ‘Novib’ stonden er niet in. Een 3,8…alsof ze helemaal niets goed had gedaan. Hele volzinnen had ze toch keurig vertaald? “He laundry in the room” en “Sylvia of Store works in the hospital”.

Gelukkig is er voor vele leerlingen ook goed nieuws vandaag de dag. Jochum uit Vortum- Mullem bijvoorbeeld. Hij is geslaagd. Ook voor Engels, ondanks de paar uitglijders tijdens het mondeling examen. Na Jochums deelname was de docent dermate vrolijk gestemd dat hij hem een voldoende heeft geschonken.

Om de kandidaat een beetje op zijn gemak te stellen, doet de docent Engels van de landbouwschool zijn best te beginnen met een vraag die aansluit bij de leefwereld van de betreffende leerling. Jochum komt uit een boerenfamilie en dus vroeg de docent: “What does your father do for a living?”. Jochum is nerveus, Engels is niet zijn sterkste vak, toch weet hij een antwoord te formuleren. “My father focks pigs”. Het duurt even voordat de tegenvraag van de docent komt. Zo gaat de tijd snel, slimme zet van Jochum.

vrijdag 30 mei 2008

Gele fruitella

"Papa! Daarachter zit een mevrouw en die is aan het slapen met één oog open". Ze komt teruggehobbeld en kijkt me schuchter maar nieuwsgierig in mijn ene oog aan.

"Jij hebt een streep op je wang" zegt ze vrolijk.
Halverwege mijn uitleg over boerderijen, regen en prikkeldraad, haakt ze af. Niet interessant genoeg.
"Mag ik naast jou komen zitten?" en hop daar zit ze al met haar kleine hand op mijn knie. Niet interessant maar blijkbaar wel vertrouwd.
"Waarom zit jij alleen?", maar ik ben niet meer alleen, want zij zit naast me.
We gaan elkaars naam raden. Ik doe mijn best de raarste namen te bedenken en daar heel serieus bij te kijken. 'Prully' zwaait met haar armpjes van plezier. 'Fanta' heet ze ook niet, maar dat zou ze wel lusten. Even later komt ze terug met een pakje appelsap met rietje. 'Vanilla' is "een beetje gek" en 'Trix' zo heet haar mama al. 'Wenske' vindt ze leuk. Ze gaat het meteen even aan papa vragen en het mag, dus heet ze Wenske.

Wenske en ik hebben dezelfde lievelingskleur. Geel. We kijken naar alles wat geel is en wie het het eerste ziet heeft gewonnen. Ik verlies, waarna ik een slokje van haar appelsap mag omdat het zo zielig is voor mij. Ik deel dan weer fruitella met haar, ze wil de gele.

We zijn er. Ze loopt terug, lacht en zwaait.
In de verte hoor ik haar nog: "Papa, mag Tallullah bij mij komen spelen?"


Zwijgzame vriendschappen

Sinds ik wekelijks vier dagen naar mijn werk heen en weer trein, heb ik in korte tijd een hoop nieuwe vrienden gemaakt. Vrienden die ik nooit spreek en ook niet wil spreken. We zitten naast elkaar en zwijgen. Zo nu en dan wisselen we blikken uit, een hoogst enkele keer een glimlach. Ik observeer ze op momenten dat zij mij niet observeren en bedenk verhalen over hun levens.

Mijn beste vriend is een man van middelbare leeftijd. Hij is ruig geschoren, maar verder goed verzorgd. Ingetogen en altijd in de weer met zijn kleine rugzakje. Wanneer hij gaat zitten, houdt hij zijn knieën dicht bij elkaar en zet het rugzakje erop. Gedecideerd knoopt hij het los en haalt er een smal thermosflesje uit, een krantje en twee kruimelende granenkoekjes. Bijna onzichtbaar en zonder meer ruimte in te nemen dan hoogst noodzakelijk, peuzelt hij de koekjes op. De kruimels vangt hij op in zijn krantje en gooit hij keurig weg voordat hij de trein verlaat.
Ik kan me niet aan de gedachte onttrekken dat deze man alleenstaand is. Ik zie geen vrouw voor me die zo'n knullig rugzakje iedere ochtend voor hem klaarmaakt. Hij leeft een gestructureerd leven en wil mensen niet tot last zijn. Hij is eenzaam, maar gelukkig. Stille wateren, diepe gronden. Een hoogst intelligente man van wie alleen vrienden weten wat hij de wereld te bieden heeft. Ik noem hem Marius.

Een andere goede vriend is Fadime. Een beeldschone vrouw van wie ik mijn ogen maar moeilijk af kan houden. De uitdrukking op haar perfecte gelaat geeft me rust. Heerlijk om de dag tegenover haar te beginnen. Ze doet doorgaans weinig in de trein, ze staart uit het raam naar de droogliggende uiterwaarden. Het is lente.
Fadime is een avondmens en heeft 's ochtends nog geen zin om te praten. Haar stem heb ik nog nooit gehoord, telefoontjes die ze ontvangt worden structureel weggedrukt. Ze kan vast prachtig zingen, zwoel en zonder pretenties. Ik zie haar op de bühne staan, bescheiden in een schemerig licht. Maar wanneer ze vervolgens haar zelfgeschreven nummer inzet, valt alle nederigheid van haar af en deelt ze brutaal haar welomschreven, goeddoordachte ideeën met haar nieuwsgierig luisterend publiek.

Soms heel even, zou ik willen vragen of het klopt wat ik denk. Maar ik doe het niet...het risico is te groot. Het zou onze vriendschap voor eens en voor altijd kapot kunnen maken als blijkt dat ik hen toch niet zo goed ken als ik dacht. Als blijkt dat Marius een joviale makelaar is en Fadime een depressief hockeymeisje zonder enig ritmegevoel. Ik laat ze liever in ere, voeg me met een knikje bij hun in ons viertje en fantaseer vrolijk verder. Vrienden van vlees en bloed heb ik genoeg.

vrijdag 16 mei 2008

Pony in woestijn

"Politie rijdt tegenwoordig niet meer in Porsches", zo roept de veelbelovende cabaretier het publiek teleurgesteld toe. "Word je dus aangehouden door zo'n pik in een Panda!". Hij kijkt in de rondte en vangt behendig een enkele blik. "Ja, wah? Ik vin dah gewoon nie geloofwaardig hoor! Da's toch net zoiets als een stoere comboy die in een kaskrakende westernfilm op een pony door de woestijn rijdt?"

Een meestergrap waarna je wat mij betreft de slechtste grappen aaneen mag rijgen en dan nog gun ik je mijn lach.

www.ronaldgoedemondt.nl

maandag 28 april 2008

Even iets rechtzetten

Het schaamrood staat me op de kaken.
Vannacht heb ik namelijk iets weggenomen wat mij niet toebehoorde. Dit wordt ook wel stelen genoemd of jatten. Door de bank genomen doe ik daar niet aan en dat had ik graag zo willen houden. Ware het niet dat ik gisterenavond dronken werd. Hetgeen ik overigens niet als excuus voor mijn wangedrag wil gebruiken. Laat ik het u uitleggen, als u mij toestaat...

Het was groot feest! We vierden de liefde van twee bijzondere mensen die elkaar nu 'man' en 'vrouw' mogen noemen. Daar moest uiteraard op gedronken worden. Proost, santé, gezondheid, skol, cheers...en zo ging dat een tijdje door. 15 uren welgeteld, ging dat goed. Als ik toen gewoon mijn bed was ingekropen, had ik nu geen column gehad. Maar wel een schoon geweten, want dat vervuilde ik in het 16de en tevens laatste uur van de feestelijkheden.

Ze schonken geen buitenlands gedestilleerd en ik snakte naar Baileys. Na veel bier afgewisseld met wijn en champagne, was het vlees zwak geworden en zwichtte ik voor dit mierzoete wijvendrankje. Mijn reputatie als stoere vrouw heb ik dus ook al niet hoog kunnen houden. Al maakte het stelen van de fles Baileys een hoop goed wat dat aangaat. Of ik onverdeeld gelukkig ben met de reputatie die een dergelijk optreden met zich meebrengt, weet ik alleen niet.

Hoe dan ook, op de dakrand van het statige landhuis met uitzicht over de veluwezoom bij nacht maakten wij de fles meester. Er zat niet bijzonder veel meer in, maar dat doet er helaas niet toe. Zonder gêne rolden we ons bed in en stonden we 's ochtends bij het ontbijt dapper in het gezicht van de barman te kijken die op het moment des onheils in goed vertrouwen even was gaan pissen.

Ondanks mijn door de kater ingegeven verlaagde bewustzijn, werd mijn geweten die middag toch nog wakker. Tot vier uur moest ik wachten om in de zondagsuper een nieuwe fles te halen. Om vijf uur reed ik het landgoed weer op. Schoorvoetend trad ik naar binnen met mijn hoofd naar de overigens prachtige vloer gericht. Met zachte stem bood ik de fles aan de goede man aan om vervolgens met slechts een vluchtige blik terug naar mijn auto te strompelen.

zaterdag 26 april 2008

De liefde huilt

En ineens was het nacht
op klaarlichte dag
geen zon kon daar iets aan veranderen.
Pikkedonker!

Ik ben niet bang in het donker
maar deze zwarte duisternis
stortte ook mij in het dal der angsten.

Ik zag geen hand voor ogen
en wat ik zag was grijs en grauw
inclusief de regenboog.
Slechts een paar kleurloze strepen restten.

In één luttele seconde
kan alles anders worden
kan alles worden weggevaagd.
De liefde huilt vandaag de dag

donderdag 24 april 2008

Als je begrijpt wat ik bedoel

- Wat bedoel je?
Hoezo? Wat bedoel je? Ik bedoel helemaal niks
- Oh
Als ik iets anders wilde zeggen, had ik dat wel gezegd

zondag 13 april 2008

HEMA

Het kind keek bedremmeld naar de grond
Het moest immers met zijn tengels overal vanaf blijven
En dat terwijl moeder er lustig op los graaide
Zijn kleine handjes jeukten
Maar hij gunde zijn moeder niet de eer
Hem de beloofde draai om zijn oren te geven.

"Mag ik wel kijken met de ogen naar alle spulletjes?"
En dat mocht
Hij keek gulzig in het rond
Stelde zich voor hoe die spulletjes aan moesten voelen
Wat hij ermee zou doen als het van hem zou zijn
Maar ook wat er gebeuren zou als hij die kasten om zou duwen
Dan kon hij mooi een grote toren bouwen
En daar dan bovenop klauteren

Zijn moeder trok hem aan de arm
Opeens stonden ze bij de uitgang
Net nu hij het zo naar zijn zin had
Hij liet zich meevoeren naar buiten
En het alarm begon te loeien.

zaterdag 12 april 2008

Dat vraag ik me dan af

Waarom kan toch niemand je behoeden voor fouten
wanneer je op het punt staat ze te maken?

zondag 30 maart 2008

Compliment

"Ik vind de opgewektheid in je ogen zo leuk"
dat is wat hij tegen me zei en ik voelde me gevleid
want het is een compliment en het is altijd leuk om complimenten te krijgen.

Ik keek hem aan en hij had een leuk gezicht.
Toch besloot ik dat het beter was niet naar dat leuke gezicht te lachen.
In plaats daarvan zei ik hem dat ik er niet van hield om in een goed huwelijk te stoken.
Het bleef stil en schuldbewust keek hij me aan
"Nee" zei ik, "ook niet in een slecht huwelijk nee".

dinsdag 25 maart 2008

Ja, ik wil

Hij wil met haar trouwen
Niets liever dan dat
Maar zij ligt in coma, al jaren
en kan haar ja-woord niet geven
Hij gaat op zijn knieën
heeft ringen en al,
liefkozende woorden
Het is maar een vraag
en wie zwijgt, stemt toch toe?
Teder pakt hij haar hand
Zij opent haar ogen, maar ziet niets
Dat is wat ze zeggen
dat zij niet hoort, noch voelt
ook niet voor hem
niet meer

maandag 24 maart 2008

Meningsverschil

Zij zei dat het zo was
"zo is het nou eenmaal"
Maar dat kon ze helemaal niet weten
En dus sprak hij haar tegen
"volgens mij hoeft dat niet per se zo te zijn"
Zoals verwacht
viel dat niet in goede aarde
Met een behendige sprong zat zij op de kast en schreeuwde:
"maar ik weet het zeker!!"
"dat denkt ze", dacht hij

zaterdag 22 maart 2008

Do try this at home

Op de eerste dag van de lente sneeuwt het.
Grote, witte vlokken dwarrelen door de lucht en vormen zich tot maagdelijke toupetjes op de hoofden van kale mannen. Ik zit met beslagen bril op mijn fiets en zie eruit als een geboggeld michelinmannetje. Over mijn dikke winterse houtje touwtje jas, draag ik allereerst een dikke, wiebelige tas en daaroverheen een poncho. In mijn schoot blijft de sneeuw geduldig liggen. Wachtend op de sneeuwbal die ik zodadelijk in elkaar zal vouwen.

Het is waternat, ik zie geen hand voor ogen en als dan mijn ketting eraf loopt, heb ik toch eigenlijk alle reden om eens flink chagrijnig te worden zou je zeggen. Een passerende lotgenoot, redt mij echter van deze ondergang. Tierend en scheldend fietst hij in pure razernij voorbij en dat roept iets vrolijks op. Sterker nog, het zet mij ertoe aan het volgende experimentje uit te voeren: Blij kijken in slecht weer!

Het valt niet mee, want vlokken vliegen je in de ogen als je ze niet dichtknijpt, zelfs een bril helpt daar niet tegen. En je lach schalt niet lekker daar zij weggevaagd wordt door het ruisen van de wind. Ook moet je je krachten bundelen om je te wapenen tegen de grillen van de natuur, hoeveel houd je dan nog helemaal over voor nevenactiviteiten?

Maar voor één gat ben ik niet te vangen en dus zet ik een muziekje op in mijn hoofd en neurie mee. De inspanning loont, het werkt door op mijn gemoed. Het getik op mijn plastic muts laat mij wegdromen naar een knus tentje op een stille Franse camping, alwaar ik laag doch droog met een boek van Ronja de Roversdochter op mijn slaapzak lig terwijl het liedje rustig door speelt. Dat deze associatie überhaupt bij me opkomt in de godvergeten zoveelste bui deze week komt zonder twijfel door mijn inspanningen om te blijven lachen.

Do try this at home!

donderdag 13 maart 2008

Nachtmerrie

Vannacht had ik een nachtmerrie
Een goeie 'gouwe ouwe' zou je kunnen zeggen
Alhoewel...
oud kan ik wel onderschrijven, maar of hij ook goud waard was?

Ik werd wakker met het angstzweet op mijn lijf
durfde me nauwelijks nog te bewegen
bang dat de man onder mijn bed het merken zou
en toe zou slaan
alsof hij daar geduldig zou blijven wachten tot ik eindelijk eens wakker werd
alsof hij daar uberhaupt na binnenkomst onder zou kruipen,
niet echt een aantrekkelijke uitgangspositie
maargoed je weet nooit hoe een koe een haas vangt

Zulke angst had ik sinds mijn kindertijd niet meer gevoeld
en toen bedacht ik me
hoe Godsgruwelijk bang we als kind eigenlijk jarenlang voor dingen zijn geweest
en hoe dapper we met z'n allen waren door die angsten steeds opnieuw weer aan te gaan
daar kan menig volwassene toch een puntje aan zuigen


zaterdag 23 februari 2008

Opmerkelijke mensen

In de stad, zaterdagmiddag.

Ik heb haar niet opgemeten, maar groter dan 1 meter 50 kan ze onmogelijk geweest zijn. Houding krom gebogen met een pittig sprekend gelaat. Stokoud, maar geen stok, nee zeker geen stok! Wel een stel goede solide schoenen aan haar verschrompelde kleine voetjes. Kordate rok tot over de knie en een fleurig, soepel dekentje om haar smalle hoofd gebonden. Trekt ze me daar heel resoluut een nasibal uit de muur. Ze verorbert hem ter plaatse.

Stukje verderop een man, alleen…met een ondefinieerbaar muziekinstrument in zijn handen. Olijke kop, vriendelijke blik. Het enthousiasme waarmee hij daar zijn muzikale talenten tentoon spreidt is ongekend. De bereidheid te delen. Het voorbij wandelende publiek neemt er de tijd niet voor, behalve…

…een klein meisje dat aan komt rennen met een parapluutje waar ze de wind in vangt. Ze struikelt bijna over haar eigen voeten en komt dan tot stilstand, vlak voor de muzikant. Als betoverd beweegt ze haar hoofd schuin, kijkt, wacht af. Na een tijdje nadert ze hem behoedzaam en gaat pal voor hem zitten. In alle rust, zonder kinderlijk ongeduld.

Tot haar moeder haar aan ene arm optrekt en vraagt of ze helemaal gek is geworden. Meegesleurd achter moeders aan, kijkt het meisje achterom. Lachend kijken de muzikant en het kind naar elkaar tot de hoek hun blikken van elkaar doet scheiden.

Een fietser rijdt over de muts van de muzikant heen. De vrijwillige bijdrage van passanten rinkelt vrolijk mee op de muziek. Een enkele omstander kijkt verbaasd naar de jongen op zijn fiets. Een zwarte man springt achterop en tikt hem op de schouder.

Ik hoor een schot en de persoon naast me neemt zijn telefoon al rappend op. Een clown maakt een koprol van de roltrap en een verbouwereerde puber krijgt een roos aangereikt van haar kersverse vriend. Twee oudjes eten samen patatjes uit een puntzak. En een van die twee ben ik.

zaterdag 9 februari 2008

Lachen om nix

In tijden niet zo gelachen!
Zo luid, lang en duidelijk dat de tranen over mijn gezicht biggelden en mijn buikspieren er spastisch van samentrokken. Een oefening waar ik niet tegenaan kan hardlopen. En hoewel ik rennen heerlijk vind, is dit toch leuker. En minstens zo gezond als ik de wetenschappers mag geloven. Het oude spreekwoord wint langzaam doch gestaag terrein. Ik heb begrepen dat in Engeland de eerste lachklinieken hun deuren onder luid gelach reeds geopend hebben en er in Amerika ziekenhuizen met ‘humorrooms’ bestaan. Mensen hebben daar al hun kennis over en ervaring met het opwekken van lachcontracties zorgvuldig samengebracht.

Ik vraag me dan toch af hoe dat in zijn werk gaat en stel me het volgende voor: een imposante verschijning staat met een olijk gezicht achter een microfoon. “Sluit uw ogen en krul langzaam de mondhoeken, begin vervolgens zachtjes te lachen”. De man, die – hoe kan het anders – gezegend is met een mooie, zwoele, lage stem, begint nu zelf ook rustig te grinniken “he he he” … “heel goed, ga door”, moedigt hij aan. “Vanuit de buik, pas op dat u niet te hoog lacht”. Hoog lachen is natuurlijk funest, dan gaan ze zitten persen terwijl lachen ongedwongen en zonder forceren dient te geschieden. Het publiek laat zich meevoeren en het gehik en gelach vult de ruimte. De trainer buldert inmiddels met wijd open mond en uitpuilende dichtgeknepen ogen midden in de microfoon. Iedereen proest het uit. Inclusief ikzelf nota bene, toeschouwer in mijn eigen gefantaseerde tafereel.

Hoe lang zou zoiets nu doorwerken? Of zou het effect van zo’n lachstuip ook weer afhankelijk zijn van hoe lang er gelachen is en hoe hard precies? Oh…en ik zou toch ook zo graag willen weten hoe die klinieken er dan van binnen uitzien? Met vrolijke kleuren natuurlijk, maar zouden ze ook fopneuzen op de muren hebben geschilderd? Speciale lichteffecten hebben aangebracht die feller gaan schijnen naarmate er harder gelachen wordt?

De sessie is ten einde en al lachend nemen de cursisten afscheid van elkaar. “Het was weer gezellig”, zeggen ze. “Ik heb serieus nog nooit zo hard gelachen”. Ze kennen elkaar nauwelijks, maar lachen zich gek samen om helemaal niets.

vrijdag 1 februari 2008

Ganzenborden

Je laadt je op
Sprokkelt moed bij elkaar
Raakt enthousiast
Zet alles op alles
Je gedrevenheid kent geen grens
Om bij de zoveelste 'second best'-boodschap het hele zorgvuldig opgebouwde roze plaatje als een grijze pudding in elkaar te zien zakken

...Solliciteren
Het lijkt een van de meest zinloze en tijdrovende bezigheden ooit
Het geeft geen enkele voldoening
Doorgaans als je je ergens voor inzet, krijg je daar op z’n minst heel iets kleins voor terug
Kwestie van reciprociteit
Maar van dit fenomeen is in de wereld der solliciterenden geen sprake
Net als bij ganzenbord word je als het een beetje tegen zit steeds weer teruggezet op het eerste vakje
Kun je weer van voren af aan beginnen met je dobbelsteen
Van geluk en lot hangt het aan elkaar
En opgeven heeft geen zin
Ook het bord omgooien niet...helaas
En dus dobbelen we geduldig verder
De weggegooide tijd en verspilde energie ten spijt

Het lichtpuntje in ogenschouw houdend
Het vuurtje brandend
Want een keer lukt het, op een regenachtige dag
En dan is al het leed als sneeuw voor de zon verdwenen
Vergeten en vergeven

zaterdag 19 januari 2008

Ik ben Stip, jij bent Stanneke

Ons moeder had ons op de mouw gespeld dat zij allergisch was voor dieren. Poezen in het bijzonder, maar elk ander huisdier was evenmin welkom bij ons. Klein en goedgelovig als wij waren, aten wij het als zoete koek. Jammer vonden we het wel en daarom bleven we zo nu en dan vragen of de allergie al over was. Net als een griepje of een ontsteking aan de grote teen, kon een allergie toch ook wel overgaan?

Driemaal dan toch boekten wij resultaat met ons aanhoudende gejammer en mochten wij een hamster. Achtereenvolgens gingen zij door het leven als: ‘witje1’, ‘witje2’ en ‘watje’. Allemaal stierven zij een vroege dood en aan ons koters lag dat niet. Dat wil zeggen, aan liefde hadden de beestjes in geen geval tekort. Over eventuele andere doodsoorzaken durf ik geen uitspraken te doen, dat kan ik simpelweg niet overzien.

Driemaal was scheepsrecht, er kwam geen vierde meer in. Zelfs niet toen ze op school tegen een spotprijs werden aangeboden door onze leraar biologie. Dat was een ware dierenvriend, hij had er immers ook geinige proefjes mee kunnen doen. Maar dat deed hij dus niet.

Inmiddels een stuk ouder en wijzer geworden, beraamden mijn grote broer en ik in het grootste geheim een waterdicht plan. We zouden de hamster stiekem kopen, houden en liefkozen. Daar hoefden onze ouders niets van te weten toch? Wat niet weet, wat niet deert. En zo verwelkomden wij ‘Stip’ in ons leven. Hij had een prachtig zelfgemaakt hok dat achter een van de schilderijen van mijn kunstzinnige broerlief stond. Veel daglicht zag hij niet nee, maar daar houden hamsters ook niet van dus dat kwam goed uit.

Er zijn gemakkelijkere geheimen om te houden, dat kan ik je wel vertellen. Dit geheim maakte geluid, vooral ’s avonds als papa een verhaaltje voor kwam lezen of mama nog een kusje voor de nacht langs kwam brengen. Ineens bleken wij minder aanhankelijk dan ooit tevoren! En allergisch, mijn broer dan, mijn moeder had nergens last van. De huisarts vond het vreemd, want dit riekte toch echt naar een dierenallergie.

Stip verhuisde naar mijn kamer, maar ik kon moeilijk ineens interesse in de macabere schilderijen van mijn broer veinzen. En dus werd ons kleine mannetje verbannen naar de kast. Overdag vond hij dat niet erg, maar ’s avonds wel en juist dan wilde ik graag slapen. Dat zul je altijd zien. Wij hadden hem een knaagbal cadeau gedaan om hem zoet te houden, maar Stip knaagde toch maar liever aan het gaas. Hij zag natuurlijk ook geen hand voor ogen daar binnenin de kast. Misschien heeft hij überhaupt wel nooit geweten dat er een knaagbal voor hem klaarlag.

Hoe dan ook, Stip is kort na de verhuizing overleden. Wij hebben hem een waardige uitvaart gegeven en missen hem nog elke dag.

maandag 14 januari 2008

Slimmigheidje van de Here

Wanneer het noodlot ons treft
Treedt een zelfbeschermingsmechanisme in werking
Om de schaapjes weer op het droge te krijgen
Prima mechanisme
Ingenieus, goed doordacht
Slimmigheidje van de Here zullen we maar zeggen

De schaapjes eenmaal weer hoog en droog
Komt het mechanisme ten val
En jij wordt eronder bedolven
Datzelfde noodlot treft je alsnog
Met het enige verschil
Dat je het nu dragen kunt
Omdat het mechanisme je gewapend heeft

En zo trokken zij ten strijde

woensdag 2 januari 2008

Nieuwjaarsgroet

Eén januari tweeduizend acht
Ik fiets door scherven glas
over rode plakkaten rotjes
met her en der een vuurpijl.
Ik ga een nieuwjaarsgroet brengen
en geniet onderweg van de sfeer in mijn stad.
Zij is nog slaperig
omgeven door mist
komt nauwelijks op gang
en dat siert haar vandaag.
Ik word begroet door onbekenden
en groet terug "de beste wensen".
We lachen vriendelijk naar elkaar
zijn ons voor een dag bewust met wie we eigenlijk samenleven
Rustig beschouwend...zonder oordeel, zonder de behoefte iets te veranderen.
Die gemoedelijkheid stemt mij blij
"De beste wensen allemaal"