vrijdag 14 november 2008

Het gefantaseerde gedrocht

Zij spraken over puistjes, flaporen, lelijk zijn
Volume dat maar niet wilde komen
Te kleine krullen
Te weinig haar
Vettig en lijzig bovendien
De één had een dikke neus
Met uitstulping midden voor
Terwijl de reeds te dikke dijbenen van de ander
Ontsierd werden door putjes

Ieder woord, iedere minuut die voorbij ging
Maakte me nieuwsgieriger
Naar de gedrochten die zich op de stoelen voor mij
Verscholen hielden
Het liefst was ik opgestaan
Een blik gaan werpen
Eentje maar
Niettemin hield ik me in
Zoals dat hoort
Gemakkelijk was dat zeker niet


Trappelend van ongeduld, wachtte ik
Tot de trein tot stilstand kwam
En het duo zich zou tonen
Paraderend samen op rij
Aan mij voorbij zou lopen

Ik sloot mijn ogen
Om in volle overgave
Te genieten van het aanstaand tafereel
Maar toen ik ze opende
Waren ze weg
Als zwarte haviken
Gevlogen
Voordat hun prooi het in de gaten had

Geen opmerkingen: