zaterdag 21 juni 2008

over kaboutervriendschap

De kabouter liep kordaat voorwaarts
De vlakte trotserend die zich voor hem uitstrekte
Dat het slechts een kleine open plek in een heel groot bos was, kon de kabouter niet bevroeden.
Hij kwam een andere kabouter tegen, zoals dat gaat.
De andere kabouter wist ook van niks en ze werden vrienden, boezemvrienden.
Samen vervolgden ze hun weg over de oneindige vlakte.

Niet lang daarna biechtte de ene kabouter in alle eerlijkheid aan de andere kabouter op dat hij nog nooit een boezemvriend gehad had. Waarop de andere kabouter zweeg...hij wilde het magische van een eerste vriendschap niet onttoveren door zijn deceptie over voorgaande vriendschappen met de ene kabouter te delen. Of hij hem daarmee beschermde of hem juist iets ontnam wist hij niet goed.

De jaren verstreken. De ene en de andere kabouter ondernamen van alles samen; ze gingen op reis, kietelden elkaar soms onder de voeten, verrasten elkaar, zongen liedjes voor het slapen gaan en deden dingen voor de ander waar ze misschien zelf helemaal niet zo'n zin in hadden.

Op een dag werd de ene kabouter ziek en ging hij dood. De andere kabouter miste hem ontzettend. Hij moest toegeven dat de ene kabouter ook zijn boezemvriend geworden was. En nu was ie weg, zomaar omdat doodgaan er nou eenmaal bij schijnt te horen. En de een nu eenmaal vroeger gaat dan de ander. Dat dat volstrekt oneerlijk is, deed er blijkbaar niet toe. Wat moest hij nu? Op zoek naar een nieuwe boezemvriend, hij had zelf hoogstens nog een paar jaar te leven. Had het dan nog wel zin? Hij struinde de oneindige vlakte af, maar die was zo groot dat hij er de jaren die hem restte geen eentje tegen kwam. En zo stierf de dappere kabouter die nooit had opgegeven eenzaam en alleen.

Geen opmerkingen: