vrijdag 3 april 2009

Het is ook nooit goed!

Gezeten op een terrasje in een lente-achtig zonnetje heb ik hem zojuist verteld dat mijn werk zich voor het grootste deel richt op de inburgering van vluchtelingen en migranten. Suggestief stelt hij mij prompt de vraag of ik de inburgering in haar huidige vorm als iets ´nuttigs´ zie. Ik voel dat mijn wenkbrauwen zich fronsen, waarna ik mijn gesprekspartner geruststellend op het hart druk dat ik mij niet 32 uur per week in zou zetten voor iets wanneer ik zelf niet in het nut ervan geloof.
Ik ben niet achterlijk en zie ook wel in dat voor sommige mensen die de Nederlandse taal al jaren beheersen, volop deelnemen aan de Nederlandse samenleving, maar toevallig nog net geen Nederlandse nationaal paspoort bezitten de inburgering enigszins betuttelend is. Maar voor het gros van de inburgeringsplichtigen is het zo ongelofelijk hard nodig. En stiekem weten we dat ook allemaal wel, niet voor niets zitten we immers zonder enig inlevingsvermogen aan de dag te leggen voortdurend te zeiken en zaniken over het feit dat ´allochtonen´ toch zo verdomd slecht geïntegreerd zijn in Nederland.
Maar op het moment dat er dan een plan wordt bedacht om die integratie te bevorderen dan verschuift onze (cultureel bepaalde?) drang om te zeuren zich plotseling van richting.
Zo stond dinsdag 31 maart een stuk in de Volkskrant te lezen met als titel: “inburgeraar knel tussen de formulieren”. Het handelde over het praktijkonderdeel van de inburgering waarvoor inburgeraars een portfolio moeten samenstellen met bewijsstukken dat zij zich in de Nederlandse taal in uiteenlopende situaties in de Nederlandse samenleving weten te redden. De verdere inhoud van het stuk laat zich raden daar het een kopie is van al die andere stukken die doorgaans in de media verschijnen over dit onderwerp.
In plaats van eens te benadrukken dat inburgeraars hun stinkende best doen zichzelf te overwinnen en de wijde Nederlandse wereld intrekken om gesprekjes met stugge ambtenaren, bankmedewerkers of onderwijzers aan te gaan, wordt er louter afgegeven op het systeem dat niet deugt. Blijkbaar is schrijfster niet op de hoogte van het feit dat er voor mensen die reeds voldoende bekend zijn met het reilen en zeilen in Nederland een prima alternatief bestaat. Zij hoeven niet langs de deuren te leuren om 30 bewijzen te verzamelen voor een portfolio, maar kunnen gewoon assessments doen. Ter info dan maar meteen: assessments zijn op werkelijke situaties gebaseerde rollenspelen die door een exameninstelling worden afgenomen.
Grappen over instanties die niet mee willen werken en geen tijd hebben voor deze ‘onzin’ worden aaneengeregen terwijl ook wel eens opgemerkt mag worden dat integratie van twee kanten moet komen (wat zeg ik: van 16.496.076 kanten) en dat het schandalig is dat Nederlanders alsmaar lopen te jengelen over integratie maar als puntje bij paaltje komt zelf te star zijn om hieraan ook maar enige medewerking te verlenen. Het is ook nooit goed, lijkt wel.
Ik beweer niet dat het gemakkelijk is, integratie is een lastig en pijnlijk proces, dit geldt voor zowel nieuwkomers als voor autochtone Nederlanders. Maar met een beetje welwillendheid van beide kanten, moet het toch lukken. Immers, uiteindelijk willen we in wezen toch allemaal hetzelfde?
Zullen we daarom ophouden met zeuren en beginnen ons samen in te zetten? Dan wens ik u verder een prettige samenleving toe!

Geen opmerkingen: