dinsdag 7 april 2009

Goed gesprek van mens tot mens

Voor mijn werk kom ik tijdens intakes nogal eens bij de allochtone medemens over de vloer en ik moet zeggen dat ik dol ben op het afleggen van deze huisbezoeken. Uiteraard niet zonder reden!
Doorgaans word ik namelijk uiterst hartelijk bij de mensen thuis ontvangen. Dat deze of gene soms de ganse ochtend in de keuken heeft doorgebracht om iets lekkers bij de koffie of thee te kunnen serveren, blijft niet onopgemerkt wanneer ik de volledig gevulde salontafel met taartjes, cakejes en koekjes aanschouw. Het minste wat ik kan doen is mijzelf de moedige taak toebedelen van alle verschillende lekkernijen er toch minimaal eentje te proeven. Als zoetekauw bij uitstek vind ik dit echter geen straf te noemen. Toch slaag ik - onder toeziend teleurgesteld oog der versnaperingschepper - helaas niet altijd in mijn streven.
Vandaag echter zit ik met voorbedachten rade met een lege maag op de bank en krijg ik niets (dat zul je altijd zien!). Op mijn bordje vind ik vijf minuten na binnenkomst louter een schrikbarende berg aan beschuldigingen. Ik zou onmenselijk zijn, iedere ‘buitenlander’ over één kam scheren en deze mevrouw persoonlijk niet op waarde weten te schatten.
Ik flapper wat met mijn oren, ga rechtop zitten en weersta de verleiding om mezelf direct te verdediging. Me vermannen tegen deze vloedstroom aan vooroordelen valt me zwaarder dan ik had gedacht. Zonder aanzien des persoons word ik in de hoek gezet, aangeklaagd. Naar mijn weten heb ik deze intelligente en welbespraakte dame nooit eerder ontmoet, maar zowaar begin ik ernstig aan mijn geheugen te twijfelen.
De onmacht die ik ervaar raakt me, want ik voel aan alles dat wat ik ook inbreng tegen de aantijgingen die mij ten laste worden gelegd, ik geen schijn van kans maak tot haar door te dringen. Beschermd als mijn leven zich tot nog toe aan mij heeft ontvouwt, is dit de eerste keer dat me zoiets overkomt. Zij daarentegen heeft jarenlang weinig anders ervaren. En ineens kan ik het me voorstellen. Hoe je jezelf in den beginne nog vol goede moed weert tegen het gereduceerd worden tot je culturele achtergrond en een poging doet het ‘wij/zij-onderscheid’ te nuanceren. Maar na keer op keer de grenzen van de Nederlandse tolerantie te zijn tegen gekomen, de frustratie ongewild en nooit verwacht de overhand neemt.
Ik vertel haar mijn gedachten en langzaam maar gestaag ontdooit zij. Dat haar achterdocht na een lang doch inspirerend gesprek tanende is, concludeer ik uit de reeks zoetigheden die uiteindelijk dan toch nog ter tafel verschijnt. Met daarbij haar welgemeende excuses dat het niet van eigen hand is.

Geen opmerkingen: