zaterdag 26 juli 2008

Discussiëren in komkommertijd

De vraag die we ons vanmiddag nog maar weer eens gezellig een keertje stellen is:
'Moeten de olympische spelen in Beijing geboycot worden?'
Het is nu toch komkommertijd en hierover valt altijd wel een zinloze discussie te voeren.

Laat ik - om te voorkomen dat ik een ieder direct al op de kast heb zitten - allereerst luid en duidelijk zeggen dat ook ik de schending van mensenrechten in China weerzinwekkend vind. Daar wil ik geen greintje afbreuk aan doen en al helemaal niet toedekken onder een mantel der positiviteit. Mocht ik die indruk dus wekken, troost u dan met deze woorden.

De voordelen in nadelen ontdekken en het geluk bij het ongeluk vinden, is mij nou eenmaal niet vreemd. En daarom sta ik ook in deze een optimistische benadering voor. Het boycotten van de Spelen zal de misstanden in China helaas niet doen afnemen. De ontwikkelingen die getriggered door de Spelen in gang zijn gezet wellicht op termijn wel. Laten we die dus eens onder de loep nemen.

Als een ware postbus-51 campagne van SIRE is China haar inwoners (of in ieder geval die van Beijing dan toch) aan het heropvoeden geslagen om het land tijdens de Spelen positief op de wereldkaart te zetten:
- De cursussen ABC (Algemeen Beschaafd Chinees) schieten als gesubsidieerde paddestoelen uit de grond, met uitzondering van de taxi-chauffeurs want zij worden geacht verkeersregels en Engels te leren. Je kunt geen taxi meer instappen tegenwoordig of de luister-cd 'English Pronounciation' door niemand minder dan mr. Bean zet je trommelvlies op scherp.
- Nieuwe fatsoensnormen worden volop gepropageerd. Stoppen voor zebra-paden, niet voordringen bij het openbaar vervoer en niet spuwen op straat (rochelen geen probleem, het bloed kruipt namelijk toch wel waar het niet gaan kan). Ook niet-Chinees uitziende mensen met vraagtekens op hun gezicht worden geacht vriendelijk door de lokale bevolking bijgestaan te worden (ik heb een litteken op mijn wang, zou dat ook voldoende zijn?).
- En dan zijn daar nog alle maatregelen die getroffen worden voor een betere luchtkwaliteit, infrastructuur voor betere doorstroom, de talloze bouwprojecten, reiniging van waterleidingen en ook de Rattenvanger van Beijing heeft furore gemaakt.

Hoe tijdelijk misschien ook, er is ontzettend veel ten goede veranderd de afgelopen jaren in China. Hoewel de Partij in onze ogen nog steeds veel (te veel) bepaalt, ligt de gemiddelde Chinees (en dat zijn er toch behoorlijk wat, kunt u mij vast en zeker vertellen) hier niet wakker van. Chinezen zijn vrijer dan ooit ondanks het schrijnend gebrek aan democratie. Bereiken we niet veel meer als we de ontwikkelingen die positief zijn erkennen en vanuit daar verder gaan? Ik geloof in de kracht van de constructieve aanpak!

Ik hoop dat ze GOUD pakken. In aanloop naar de spelen doen ze dat al - zij het op geheel eigen wijze - en tijdens de spelen help ik het ze hopen. De ervaring leert ons dat eenmaal goud in handen, doet verlangen naar meer en dan zie ìk China nog wel een gouden sprong voorwaarts maken.

vrijdag 25 juli 2008

Voorzien van commentaar

“U lijkt wel een beetje op Beatrix”.
Gelukkig heet er verder niemand Beatrix en weet de mevrouw direct op wie de bezopen jongeman doelt.
“Oh nou echt? Vind je dat?”.
Blijkbaar heeft zij besloten de gelijkenis direct te ontzenuwen door hem te tutoyeren. Ze is op leeftijd schat ik, maar nog lekker bij de pinken.
“Ja, uw haar. Ik zie het wel hoor, het uwe is wat minder stijl.”
Hij bedoelt stijf.
“Zij heeft er al die lak in, daar hou ik helemaal niet van. Dit is puur natuur.”
Prompt zie ik ineens een ietwat ouder geworden ‘Pam, je haar danst’ door de trein springen.
“Die krullen ook?”

Ai
“Nee”
Dat dacht ik al.
“Nou, u bent in ieder geval wel een eerlijke oude mevrouw...”
Flats, meneer neemt anders zelf ook geen blad voor de mond.
“...Mag ik u daarvoor mijn respect betuigen?”
Welja! De jongen is opgestaan om haar de hand te schudden. Gewillig beantwoordt zij dit vriendelijk gebaar met ferme grip.
“De kleur is wel echt”
Beatrix naturel laat hem rustig begaan, laat zich niet op de kast jagen en dat siert haar. Ze heeft geen zin om uit name van leeftijd jongeren terecht te wijzen, wat zegt dat nou helemaal? Zij kent genoeg seniele oudjes. Daarbij gaat zij uit van het goede in de mens. Daar heeft de luidruchtige, vastberaden knaap die zojuist zijn walm in de gehele coupé heeft verspreid maar mooi geluk bij. Kordaat als ze is, geeft zij hem een knipoog als hij even later de trein verlaat. Weekhartig bedenk ik me dat ik zo ook wel op Beatrix lijken wil, what a woman!

maandag 21 juli 2008

Op huis aan

Met een mand vol proviand loop ik van de supermarkt terug naar mijn huis.
Op de heenweg scheen de zon nog, inmiddels is het betrokken en volgen boosaardige zwarte wolken mijn ietwat versnelde tred.

Een moeder waarschuwt haar steppende zoon:
“Als het gaat regenen, kom je naar binnen!”
Ja
“Niks ja, je komt gewoon”

Een klein meisje met zwarte krulletjes vraagt haar nog kleinere zusje ten dans. Sierlijk zwieren ze samen lachend voor de regen uit.

Om de hoek in de koekoekstraat spelen zes kinderen nietsvermoedend “Annemarie Koekoek” met een stippeltjesbal.

Ik stap de deur binnen en prompt klettert het naar beneden als was het een tropische regenbui. Hoog en droog kijk ik geamuseerd toe hoe moeder zich achter het raam staat op te winden, de dansende krullenbolletjes nu zingen in de regen en het zestal alle kanten uit schiet. De stippeltjesbal wiegt zachtjes in de rap groter groeiende waterplas.

zaterdag 19 juli 2008

Yo

“Ik zet wel nog ff de wekker hoor. Hoe laat zouwen we doen?”
“Half tzwee?”
“Tzwee uur kan ook nog wel, gauw douchen…”
“Drie uur bij hun toch?”
“Zet em om kwart over oké?”
“Sgoed trustuh”
“Yo”

Op de blaren lopen

Een juichende menigte, de fanfare, hoempapamuziek en trommels. Ik word geacht te werken, maar zo ongevoelig of carrièregeil ben ik nu ook weer niet. En dus meng ik me gedwee in het feestgedruis waarbij bijna 40.000 wandelaars worden aangemoedigd, bejubeld en bezongen door minstens even zo veel toeschouwers langs de kant. Beide kampen hebben de tong inmiddels als een droge lap op de schoenen liggen, maar zeuren doen ze niet.
De dankbetuigingen vliegen blijvend over en weer.
“Mevrouw, mag ik u een complimentje maken?”. Na 160 kilometer heeft ze dat wel verdiend. Maar ook het publiek dat - de paraplu’s ten spijt - nat is tot op het bot, wordt vriendelijk bedankt voor haar diensten.
Het giet tranen met tuiten. Dikke druppels rollen vanuit de hemel over een ieders wangen naar benee. Subtiel wordt de scheidingslijn tussen emotie en de Nederlandse zomer weggevaagd.
De laatste dag van de Nijmeegse vierdaagse nadert haar einde. Met de bezemwagen op de hielen, slepen de laatste strompelaars zichzelf huilend naar de eindstreep.

We kunnen er weer een jaar tegen aan!

woensdag 16 juli 2008

Poeslief

De poezen van mijn onderbuurvrouw heten Dora en Liesje. Daar was ik al vrij snel achter. Hoewel de vloeren mijn inziens redelijk geluidsdempend zijn en ik ook niet al te frequent met een trechtervormig voorwerp tegen de vloer lig, kan het isolatiemateriaal toch niet op tegen het geweld van de conversaties tussen het baasje en haar kroost.

De emoties tussen de drie kunnen hoog oplopen, waarbij de twee kleinsten het onderspit lijken te delven. Het volume van haar stemverheffingen reikt boven hun beider vermogens. Hele tirades rijgt zij aaneen. Ik stel me voor hoe zij wild gesticulerend machtig en verheven boven de nietsvermoedende beestjes hangt. Gelukkig laten deze zich niet zomaar intimideren door die uitzinnige mens met twee gezichten. Wijselijk laten zij haar uitrazen tot de bui is overgewaaid en zij hun hapje weer krijgen. De ervaring heeft hen immers geleerd dat dit proces zich automatisch voltrekt ongeacht hun wederwoord. Als was er niets gebeurd, krijgen zij ieder een aai over hun gekortwiekte bolletje. Op haar hurken kijkt zij ze poeslief aan. Haar stem klinkt hoog en zoet.
Opgelucht halen Dora en Liesje adem.

Tot mijn schaamte moet ik bekennen dat de naam van de onderbuurvrouw zelf mij tot op heden vreemd is. Toen ik hier kwam wonen, had ik het voornemen aan te bellen en me voor te stellen, maar inmiddels durf ik niet goed meer. God weet wat zij allemaal over mij te weten is gekomen het afgelopen jaar.

zaterdag 12 juli 2008

Spion om te leven

Geknield voor de massief eikenhouten deur, loert zij door het sleutelgat. Ze is tenger van lijf en nieuwsgierig van aard. Haar handen houdt ze aan weerszijden van haar gezicht om zich beter op de private aangelegenheden te kunnen richten die zich aan de andere kant van de deur afspelen. Haar toch al broze knieën zijn paars gekleurd, maar voelen doet zij ze niet. Geïntrigeerd door dat wat ze ziet, is eventuele pijn in vergetelheid geraakt.

Je zou het een obsessie kunnen noemen of vermaak. Voor haar is het niet meer dan een aanwensel, routine. Zo lang zij zich herinneren kan, leeft zij bij de gratie van de belevenissen van anderen, voedt zij zich met de al dan niet wetenswaardige voorvallen uit levens van volslagen vreemden het liefst.

Ze is niet bang ontdekt te worden, niemand ziet haar ooit staan. De mensen spreken niet met haar. Onzichtbaar lijkt ze. Zonder er nog bij na te hoeven denken, voert zij haar dagelijkse bezigheden uit. Niemand die ooit zijn beklag doet over haar. Ze komt immer keurig op tijd, is niemand tot last en laat geen steekjes vallen. Zelfs niet wanneer zij moe is van het langdurig gegluur.

Dat zij intelligent is, weet noch haar omgeving noch zijzelf. Dat zij de kunst van het fantaseren tot in de puntjes beheerst, is ook geen mens bekend. Een indukwekkend talent dat verloren gaat zonder dat iemand erom hoeft te rouwen.

woensdag 9 juli 2008

Nachtelijke avond/turen

Met zijn blote voeten op de wc-bril staat hij in de stortbak te morrelen. Zij kijkt hem slaperig aan. De logica die haar ontgaat, was voor hem de moeite waard zijn bed uit te stappen op dit onchristelijke uur. Geruststellend kijkt hij haar aan "hij moet op stand 3".

De keer daarop vindt zij hem in zijn pyjama onder de douche. De ritmiek van de druppels volgend, staat hij zachtjes fluitend heen en weer te wiegen. "Alle mannen moeten zich immers wassen", zo weet hij haar gedecideerd te vertellen als hij haar vragende ogen ontmoet.

Al dromend over de afwas, slaat zij haar ogen op. De man die normaal zo vertrouwd naast haar ligt, is foetsie. In de huiskamer treft zij hem met potten en pannen in de weer, omdat "muziek de mensen raakt".

De volgende ochtend vraagt zij hem waarom hij vannacht de cd's water stond te geven. Als zij hem de natte boekjes laat zien, kijkt ook hij beteuterd. Hij herinnert zich niets, als was het een ander wiens creativiteit boven zichzelf uit was gestegen die nacht. Maar zij had hem gezien, met eigen ogen. Hij lachte nog vriendelijk naar haar en zei: "ga maar weer lekker slapen mijn lief. Ik ben bijna klaar."

maandag 7 juli 2008

La vie en rose

Net als ieder normaal, gezond en weldenkend mens heb ik een grote hekel aan welke huishoudelijke activiteit dan ook. Stoffen, stofzuigen, dweilen, keuken, badkamer...het doet er niet toe, ik vind het allemaal even verschrikkelijk.

Hoe ik mezelf ooit geloofwaardig door het sollicitatiegesprek voor de functie van kamermeisje heb geworsteld, is mij nog altijd een raadsel. Een uiterst chique Monagask hotel, want voor minder deed ik het niet...er zijn grenzen. Het 'tenue de travail' dat ik tijdens mijn werkzaamheden geacht werd te dragen diende het welgestelde karakter van het établissement uit te stralen. Hetgeen er kort gezegd op neerkwam dat ik in een kort zwart rokje werd gehezen met daarop een elegant en stijlvol blousje met zwierige franjes. Het laat zich raden, de franjes bleven overal achter haken en mijn rokje was te kort om op enigszins presentatieve wijze - mochten de gasten per abuis aanwezig zijn - het bad een beetje fatsoenlijk te schrobben.

Ik ben echt de flauwste niet, maar de viezigheid die ik daar heb gezien, is in de daaropvolgende jaren nooit meer geëvenaard. Hoewel ik me niet erg druk kan maken over het al dan niet verwisselen van wc-rollen, begrijp ik werkelijk niet waarom er mensen zijn die zich de moeite niet getroosten even op de doorspoelknop te drukken. In het bijzonder na gedane grote boodschap. Voorts trof ik structureel enorme hoeveelheden 'haar' aan, van alle soorten en maten waarmee ik wil zeggen dat het niet enkel hoofdhaar betrof. Als craquelé op porselein lag het over de - door mijzelf de dag tevoren nog glimmend gepolijste - vloer verspreid. Het ranzigst echter was het braaksel in een wasbak, de niet helemaal lekker geworden gast in kwestie had speciaal voor de gelegenheid de stop er even in gedaan. De bolletjes kaviaar en stukjes schaaldier kon ik nog net ontwaren.

Maar er waren daarentegen ook aardige gasten, die een fooi achter lieten voor het kamermeisje. Ik hoor het zo'n man zo zeggen tegen zijn vrouw: “ach dat is toch leuk voor zo’n meisje”. Gierige vrouw-lief denkt daar uiteraard anders over en aanschouwt het geheel vanuit haar ooghoeken met een lang en afkeurend gezicht. Gelukkig is de man aan haar toch al beduimelde zijde voor één keer doortastend genoeg en om te voorkomen dat het geld in verkeerde handen zou komen, stopte hij de ronde glimmende euro wijzelijk tussen de lakens. Niet dat ik er veel mee kon, wanneer ik die euro via mijn bh stiekem het hotel had uitgeloodst, kon ik er hoogstens een pak melk en een paar eieren van kopen. Maar toch, het ging om het idee, de vreugde die zoiets teweeg bracht. Want ik kan je vertellen, het is een zeer vreugdevol moment voor een kamermeisje wanneer zij de lakens wegtrekt en vrolijk gerinkel haar oorschelp bereikt.

Officieel behoorde dit geld uiteraard in een pot te gaan om later ‘eerlijk’ onderling te verdelen onder alle kamermeisjes, maar daar was ik veel te wantrouwig voor. Ik wilde best geloven dat de mens in wezen goed is, maar niet wanneer het over geld ging. Dat zul je zien, stopte ik al mijn zuurverdiende euro's in die zogenaamde 'algemene pot', zou de rest van de kamermeisjes het hotel met volle bh’s verlaten. Nee hoor, dan had ik ook maar liever afdrukken van munten op mijn tieten bij thuiskomst. Heerlijk, omeletje erbij, glaasje melk hmm...

Spaaraktie

Misschien is het een idee om spaarzegeltjes op wc-rollen te doen. Die je dan bemachtigt op het moment dat je een nieuwe rol op de houder hebt gedaan.

dinsdag 1 juli 2008

Wie durft?

Eén ding is zeker. Het rookverbod dat vanaf vandaag van kracht zal zijn, doet het nodige stof opwaaien. Op zichzelf ben ik daar alleen al blij mee!

Roken is en blijft een probleem. Niet alleen voor de meerokers onder ons, maar ook voor de rokers zelf. Er zijn er immers maar weinigen die écht enthousiast zijn over het feit dat ze verslaafd zijn en volkomen afhankelijk van het onbenullige met tabak volgestouwde papieren kokertje. Uit mijn rondvraag onder een aanzienlijk aantal rokers kwam naar voren dat ze één voor één “diep van binnen hè”, “als ik dan echt heel eerlijk ben” het liefst gestopt zouden willen zijn met roken. Enkel de angst voor het falen, het snakken naar, het moeilijk hebben maakt dat ze er niet toe komen.

Tsja en wat is er in zo’n geval makkelijker dan praten over de betutteling, het ongemak en de problemen die het rookverbod kan veroorzaken? Nicotine, koolmonoxide, teer en kanker zijn te griezelig om onderwerp van discussie te laten zijn, laat staan reëel over na te denken.

Wie durft? Zijn kop uit het zand te halen en zichzelf in de ogen te kijken?