zaterdag 26 februari 2011

Vertroeteld

Ik jok meteen over of ik wel goed gegeten heb, want dat heb ik niet, maar honger heb ik evenmin. Verder jok ik over niks hoor. Niet over of ik weleens een naald heb gebruikt die eerder is aangewend om drugs mee te spuiten en ook niet over of ik ooit gemeenschap heb gehad met een man die eerder gemeenschap heeft gehad met een andere man.

Nog voordat we beginnen krijg ik al een cadeau, een magneetje met mijn bloedgroep erop. Voor op de koelkast. Ben ik uiteraard dolblij mee. "Je bent O-positief", dat klinkt bijna als "Seropositief", maar dan zat ik hier waarschijnlijk geen bloed af te tappen schat ik. Zo goed kan ik nu ook weer niet jokken.

Ik word vertroeteld. Krijg aandacht, sapjes, een broodje kaas en een lekkere dikke koek. Dit bevalt me prima zo, kan niet wachten tot de volgende keer. Temeer omdat die naald in mijn arm me dwingt tot niets doen en daar ben ik normaal niet erg goed in. Heerlijk, gewoon een beetje naar buiten kijken. Rustig in en uit ademen en denken aan al die mensen die ik ga redden met dat zakje bloed dat naast me volloopt.

Wanneer ik even later aan de koffietafel nog wat zit na te genieten, kom ik erachter dat dit helemaal niet de houding is die bij de doorwinterde bloeddonor hoort. Ik blader door een boekje met donor verhaaltjes en daarin blijkt het geven van bloed een ware opoffering te zijn. Je doet het graag, maar puur voor die ander. Jezelf cijfer je op dat moment gewoon even weg. Natuurlijk doet het pijn, maar dat is allemaal relatief. Belangrijk is dit laatste goed te benadrukken, vooral in deze wereld waarin mensen al zoveel aan zichzelf denken en zo weinig voor een ander over lijken te hebben. Wij bloeddonoren zijn niet zo. De een nog minder dan de ander en de een nog langer dan de ander. We bewonderen elkaar namelijk ook om het aantal keren dat we de goedheid zelve al zijn geweest. Bij elk jubileum krijg je een leuke attentie.

Ik wil natuurlijk niets liever dan voor die knuffel, die bronzen of zelfs zilveren druppel gaan, maar dan is er nog wel wat werk aan de winkel geloof ik. Ik doe dit namelijk vooral voor mezelf als ik heel eerlijk ben. Omdat ik me dan beter voel over mezelf en daar word ìk gelukkig van. Is dat heel gek?

dinsdag 22 februari 2011

Troost ?

Ze staat ietwat voorovergebogen
Handen op het aanrecht
Hoofd naar beneden gericht

De tranen druppelen van haar gezicht op de vloer
Ik loop langs en zie haar staan
De wanhoop druipt er vanaf

Ik sta stil en kijk naar haar
Vanaf de straat
staar ik naar binnen door het raam

Het hoort niet
Ik gluur
Zij weet van niks

Ik besluit dat dit niet kan
Probeer de achterdeur
En glip naar binnen

Zij staat er nog altijd
Precies hetzelfde bij
Zal ik zeggen onbewogen

Ik leg mijn hand op haar schouder
Geef haar een zoen op haar wang
En vertrek

zaterdag 19 februari 2011

Verslag van een vreemdeling

Dus ik kom binnen en het eerste wat ze tegen me zegt als ik haar mijn zelfgebakken koekjes geef is: "dat had je niet moeten doen". Ze lacht erbij alsof ze die onaardige woorden nooit tegen me gezegd heeft. Ik snap er niks van, de meeste mensen komen binnen met niks, maar dat is blijkbaar beter.

Even later sta ik wat te kletsen met de buurvrouw. Middenin het gesprek zegt ze dat ze even moet plassen en zo terug is. Ze komt niet terug. Maar naast het feit dat ik het niet erg fatsoenlijk vind om een gesprek zomaar te onderbreken en een belofte te doen die je vervolgens niet nakomt, vind ik het vooral onnodig om mij ongevraagd en in detail te informeren over wat jou precies te doen staat op het toilet. Persoonlijk hoef ik dat niet te weten.

Maar het feestje gaat verder en ik doe vrolijk mee. Ik neem een plakkerig blokje kaas, een ei met iets smerigs erin en een gesuikerde dadel met roomkaas. Mijn koekjes zijn er ook tussen gezet. Het past niet erg bij elkaar als je het mij vraagt, maar ik moet ook niet te kritisch zijn. De gastvrouw doet haar best, ik heb haar tenslotte de hele avond nog niet gezien.

Dan komt een collega naar me toe om te vragen wat dat boodschappenlijstje te betekenen had op haar voice-mail. Ik moet even hard nadenken, maar herinner me dan dat ik haar vorige week gebeld heb. Ze nam niet op, maar vroeg me op haar antwoordapparaat mijn boodschappen in te spreken. Ik vond het al ietwat raar, maar gehoorzaamde. Ik ben er de persoon niet naar om verzoeken van anderen niet in te willigen. Ik had nog wasmiddel nodig, een halve kilo lamsvlees, pruimen en wat couscous. Ik zou haar later betalen, daar was het me echt niet om te doen. Ze lacht, ze lacht me recht in mijn gezicht uit. Maar omhelst me tegelijkertijd. En dan begint ze met omstanders te praten en te lachen, terwijl ze naar me wijst.

De hoogste tijd voor een eigen toiletbezoek. Zonder iemand lastig te vallen met mijn doel, strompel ik naar de toiletdeur. Daar aangekomen zie ik een verjaarskalender hangen. Op het toilet! Mijn naam pronkt er ook op. Kunnen mensen dan fijn naar kijken terwijl ze plassen en poepen. Ik vind het geloof ik wel mooi geweest voor vanavond, ik ga naar huis. Een snoepzak krijg ik niet mee, dat is alleen iets voor kinderfeestjes weet ik inmiddels…helaas!

Smelten in de winter

Weet je wat leuk is?
Met 10 allochtone vrouwen naar het Kröller-Müller Museum gaan. Moet je echt een keertje doen hoor. Ge-wel-dig! Na verscheidene drukproeven op een kladblaadje schreven we een kaartje met: “Hartelijk bedank voor die bezoek” en op de enveloppe: “voor het museum”, zodat daar in ieder geval geen onduidelijkheid over zou zijn. Een schoolreisje, zo voelde het.
Iedereen wat proviand in de zak en allemaal even opgewonden over wat ons te wachten staat. Lachende gezichten en een stralende zon. Bij het eerste naakt is de hilariteit groot: “Maja, daar hangt een schilderij van een blote mevrouw”. Dat is natuurlijk lachen, al durft eigenlijk nauwelijks één van de gesluierde vrouwen echt de details van het schilderij in zich op te nemen. De meeste blikken zijn kort, schuw en ietwat zenuwachtig. De leeftijden variëren van 22 tot 56 maar giechelen kunnen ze nog allemaal.
Verder gaat de interesse uit naar de waarde van de kunst. Al die miljoenen euro’s, wat je daar wel niet allemaal mee zou kunnen doen? Heel vaak naar je land van herkomst om familie te bezoeken, taarten bakken voor de hele buurt, taallessen nemen, trouwen met een andere man of een nieuwe fiets kopen. Per gevolg wordt bij veel van de topstukken geïnformeerd naar de prijs. “En hoeveel kost deze?”, ze vragen het alsof ze het schilderij overwegen zelf aan te schaffen: “Kunt u het inpakken, het is voor cadeau!”.
Maar ongeacht de hoge kosten, waagt één van de vrouwen het er toch op het bronzen beeld van Giacometti ‘L’homme qui marche II’ met een waarde van maarliefst 93 miljoen even vlug aan te raken als niemand kijkt. Dat wil zeggen, ze dacht dat niemand keek. Gelukkig gaat er niks staan loeien komen we met de schrik vrij.
We dralen nog wat door de prachtige beeldentuin en rijden daarna op de witte fietsen nog even rond door het Park de Hoge Veluwe. Het gaat wat wiebelig maar we gaan vooruit. Bij de stuifduinen aangekomen, kwakt een van de vrouwen haar fiets op de grond, rent de duinen op en roept zo hard als ze kan: “Mijn land!”.
Dan smelt je toch, ondanks de kou van deze bewuste februaridag.

woensdag 2 februari 2011

Van kwaad tot erger

Ze zijn naar de Margriet Winterfair geweest en de tassen die ze met zich meezeulen puilen uit van de gratis snuisterijen.

Ik kom de trein in gelopen, zie een sjaaltje op de grond liggen en raap het op. Gloednieuw, het prijskaartje hangt er nog aan. Voor het vliezelige stukje stof dat het is, vind ik het maar een duur ding. Het is dat er nog een paar afzichtelijke pailletjes op geborduurd zijn die glinsteren maar dat is het dan ook.

Terwijl ik de buren om me heen vraag of het sjaaltje toevallig aan hen toebehoort, beginnen de Margriet-dames driftig en opgewonden te grijpen naar het gevonden voorwerp.

"Oh, dat is natuurlijk van die mevrouw", zegt de een
"Ja", greinst de ander, "ze gaf het nog aan haar vriendin omdat zij altijd alles kwijt raakt"

De trein komt weer in beweging, de mevrouwen zijn dus weg en de Margrietjes doen net alsof ze dit erg vinden.

Ik geef aan het af te willen geven bij de gevonden voorwerpen, maar de blonde Margriet die er zo lekker modieus uit ziet op haar respectabele middelbare leeftijd, houdt haar nieuwe aanwinst stevig vast. Zegt niets. Ik kijk haar recht in de ogen aan en zij kijkt weg. Een tijdje houdt ze het sjaaltje ongemakkelijk in de hand maar zodra ik de dopjes van mijn ipod in mijn oren doe, stopt ze het sjaaltje gedecideerd in haar tas.

Maar dat vindt het andere Margrietje niet leuk. Zij heeft uiteraard net zoveel recht op het blinkende doekje als haar vriendin. Ze doet een poging in de tas van de blondine te graaien, maar deze laatste houdt stevig grip op haar bezittingen. Dan wordt het trekken, eerst aan die tas, daarna aan elkaars haren. Ze krabben elkaar bijna de ogen uit, wat een schouwspel!

En zo kwam toch nog alles goed :)