dinsdag 13 november 2007

Boer met kiespijn

De boer had kiespijn, maar liep toch over zijn land. Met een kruiwagen vol hooi en kaplaarzen aan zijn oude verschrompelde voeten. Voor dag en dauw was de boer al in de weer, dat wil zeggen nog voor de zon haar gezicht had laten zien. Hij had geen douche genomen, dat kwam later wel. In tegenstelling tot de ingesleten gewoonte had hij deze ochtend wel een ontbijt genoten. Gortepap, zodat hij niet hoefde te kauwen.

Nat herfstblad woei op, recht in het gezicht van de boer, maar het deerde hem niet. Een beetje boer moest daar toch tegen kunnen vond hij. En zo is het maar net. De boer was een krachtige man met een behoorlijk arbeidsethos. Gehard door het leven zoals hij zelf zou zeggen. Maar zonder enig spijt of berouw. Integendeel, hij was tevreden met de keuzes die hij gemaakt had en de man die hij erdoor geworden was.

Een gezin had hij niet, want “de knollen riepen”. Gelukkig had zijn broer ze ook gehoord en deelden ze samen een eenzaam leven. Ze kookten niet, maar aten wel. Zwijgend zij aan zij. Nu eet de boer weer alleen, want broerlief is niet meer. Hij loopt weer alleen over het land in alle vroegte, is alleen wanneer hij geteisterd wordt door het herfstige weer en kan zijn kiespijn alleen met de tandarts delen.

zondag 11 november 2007

Eigen schuld, dikke bult

Ik voel me bekeken
aangestaard
door een hond in de trein.
Ongemakkelijk word ik ervan
net als bij mensen,
maar dit is een hond.

Hoe zou het voor hem zijn?
Of voor haar?
Dat zou ik nou wel eens willen weten
en prompt besluit ik een klein experiment te doen.

De hond kijkt naar mij
ik kijk terug.
En blijf kijken.
Ook als mijn menselijke punt der ongemakkelijkheid bereikt is.
Mijn proefdier lijkt er weinig last van te hebben,
blijft me strak in de ogen kijken.

Hij beweegt niet.
Zijn blik wordt indringender.
Ik begin te twijfelen aan mijn experiment.
Kijk even weg,
maar dan weer terug.
Ik kan die hond toch niet zomaar laten winnen?
Zo makkelijk komt ie niet van me af.

En ik ook niet van hem
zo blijkt even later.
Als de pleuris uitbreekt.
De hond zich losrukt van zijn baasje
en mij overmeestert
luid blaffend
wild als een dolle

Maar hij blijft me aankijken
tot het moment
dat hij me wreed de ogen uitkrabt.
En dan is mijn proefje ten einde.
Want ik kan niet meer zien
of de hond nog kijkt.

dinsdag 6 november 2007

Van de mug die een olifant werd

“Klets!”
Voor de zoveelste keer deze nacht geef ik mezelf een rake klap in mijn gezicht. Dit is geen opzettelijke zelfkastijding of automutilatie of iets dergelijks, ik heb alleen de steeds verder wegzakkende ijdele hoop dat ik de mug die rond mijn hoofd dartelt op deze wijze het leven kan ontnemen. Ik heb maar zelden moordneigingen, maar deze zoemende rakker brengt het slechtste in me naar boven.


God straft meteen en dus zorgt hij er hoogstpersoonlijk voor dat de mug een olifant wordt. Mijn pogingen mogen niet baten en het enige resultaat van mijn verwoede en opzettelijke slachtpartij is de volgende ochtend zichtbaar (en tastbaar) in de spiegel. Een spiegel zonder gebronsd spiegelglas met als gevolg dat ik de harde werkelijkheid fluorescerend gereflecteerd zie. Mijn humeur wordt er zo na een nacht lang zonder slaap niet bepaald beter op.

De nacht erop is de brutale aap verdomme weer van de partij. Het feestje de vorige avond is hem blijkbaar goed bevallen. Omdat ik bekaf ben slaap ik meer, maar ondertussen droom ik me wel een slag in de rondte. Over de erotische paringsdans, want het gezoem schijnt een belangrijke rol te spelen in het liefdesspel tussen mannetjes- en vrouwtjesmug. Via Britse biologen weet ik dat ze de toonhoogte van hun gezoem onderling aanpassen en zo een stelletje vormen. Ik droom daarover, maar het beperkt zich niet tot muggen alleen. Het gehele dierenrijk schittert al zoemend in mijn droom, van mug tot ram, van giraffe tot kip tot Bokito himself. Op een gegeven moment betrap ik ook mezelf op luid opgewonden gezoem en zie ik dat de muggen het met de olifanten doen. Wat zou dat worden een kruising tussen mug en olifant? Zou de vrucht dan meer op een olifant lijken of toch meer op een mug? En wie van de twee baart er?

Met deze vragen tollend in mijn hoofd word ik badend in het zweet aan het voeteneind van mijn bed wakker. Bont en blauw geslagen, moegestreden. Ik doe het licht aan en zie ze vliegen. Figuurlijk maar ook letterlijk, waarop ik lukraak in de lucht grijp en ze gewoon te pakken heb, de tortelduifjes. Ik ben blij, euforisch, al realiseer ik me dat ik een zelfingenomen spelbreker ben in een bijzonder intiem samenzijn.

zaterdag 3 november 2007

Doof

Hij is de enige die ooit echt naar me luistert
Ze zei het en ik moest even denken
Hij is doof