vrijdag 11 december 2020

Monoloog

Ik vertel je zo wat hij precies zei, maar ik zeg je nu alvast dat je er steil van achterover slaat.

Je weet hoe conflictmijdend ik ben. Ik houd me altijd op de vlakte, altijd al gedaan. Zesenzeventig jaar lang. Ik wil geen problemen maken, dat vind ik zonde van mijn tijd. Maar dit, na al die jaren. Ik heb altijd alles van hem gepikt, nooit iets gezegd. En weet je waarom? Omdat we familie zijn. Omdat ik de harmonie belangrijker vind dan mijn eigen gelijk. En dan waagt hij het nu om zo uit de hoek te komen. Ik geloof niet dat ik ooit zo boos ben geweest, Gerda.

En hoe hij erbij zat, beetje onder uit gezakt, irritant kalm en met een smalende blik. Doet hij dat thuis ook? Zo neerbuigend? Ik had hem kunnen wurgen, weet je dat? Heeft hij überhaupt de moeite genomen jou erover te vertellen? Of is hij thuisgekomen, neergeploft en heeft hij je om een biertje gevraagd? Plicht voldaan, familie weer tevreden voor een jaar. Nou, ik niet! En zeker geen heel jaar.

Wat hij zei is dit.

Geen opmerkingen: