zaterdag 28 juni 2008

Sleur

Op een gegeven moment ga je denken in tekstjes
Zie je een verhaal in alles om je heen.
Zoals fotografen de wereld zien in gekaderde beelden.
Ben je dan slaaf aan het worden van je eigen liefhebberij?
Ook als je er nogsteeds plezier aan beleeft?

donderdag 26 juni 2008

Wie niet waagt, wie niet wint

Hij trok een koffertje op wielen achter zich aan.
En dat bracht me op een idee .
Ik hoorde het mezelf zeggen: "zitten daar ook slaapspulletjes in en kom je dan bij mij logeren misschien?"
Hij keek me peinsend aan en ik kon hem geen ongelijk geven.
Nooit eerder hadden wij elkaar gezien.
Toch voelde de blik van zijn pretoogjes vertrouwd.
Ik had geen haast en wachtte geduldig op zijn antwoord.
Zwaaide nog naar een bekende op de fiets.
Hij pakte mijn hand en zwierde zijn koffertje sierlijk langs zij.
En zo begon ons leven samen.
Zijn koffertje staat nogsteeds bij mij thuis.
Hij is er niet altijd bij, maar als hij er is...is het feest.
Dan vieren wij onze levenslange logeerpartij!

maandag 23 juni 2008

Avondrood

Ook het avondrood heeft goud in de mond.
Ik liep net langs de gereguleerde tippelzone en twijfelde even...of het wel verstandig was de zonsondergang op deze vroeg zomeravond te gaan genieten. Nu ik op mijn favoriete verlaten plekje zit, lijkt alles vergeten. De priemende, geile mannenblikken hebben plaats gemaakt voor een kleurenwaaier die al schitterend reflecteert in de rivier. Het water kabbelt rustgevend. Een met erts beladen duwboot vaart stroomopwaarts aan me voorbij.
Surreëel doet dit uitzicht aan. Alsof er een knap geschilderd meesterwerk rond mij heen is geplaatst. Zelfs de Honigfabriek staat parmantig mooi te wezen in dit decor. En dat alles op een steenworp afstand van mijn huis. Geluk is binnen handbereik, zo zie je maar.

zaterdag 21 juni 2008

over kaboutervriendschap

De kabouter liep kordaat voorwaarts
De vlakte trotserend die zich voor hem uitstrekte
Dat het slechts een kleine open plek in een heel groot bos was, kon de kabouter niet bevroeden.
Hij kwam een andere kabouter tegen, zoals dat gaat.
De andere kabouter wist ook van niks en ze werden vrienden, boezemvrienden.
Samen vervolgden ze hun weg over de oneindige vlakte.

Niet lang daarna biechtte de ene kabouter in alle eerlijkheid aan de andere kabouter op dat hij nog nooit een boezemvriend gehad had. Waarop de andere kabouter zweeg...hij wilde het magische van een eerste vriendschap niet onttoveren door zijn deceptie over voorgaande vriendschappen met de ene kabouter te delen. Of hij hem daarmee beschermde of hem juist iets ontnam wist hij niet goed.

De jaren verstreken. De ene en de andere kabouter ondernamen van alles samen; ze gingen op reis, kietelden elkaar soms onder de voeten, verrasten elkaar, zongen liedjes voor het slapen gaan en deden dingen voor de ander waar ze misschien zelf helemaal niet zo'n zin in hadden.

Op een dag werd de ene kabouter ziek en ging hij dood. De andere kabouter miste hem ontzettend. Hij moest toegeven dat de ene kabouter ook zijn boezemvriend geworden was. En nu was ie weg, zomaar omdat doodgaan er nou eenmaal bij schijnt te horen. En de een nu eenmaal vroeger gaat dan de ander. Dat dat volstrekt oneerlijk is, deed er blijkbaar niet toe. Wat moest hij nu? Op zoek naar een nieuwe boezemvriend, hij had zelf hoogstens nog een paar jaar te leven. Had het dan nog wel zin? Hij struinde de oneindige vlakte af, maar die was zo groot dat hij er de jaren die hem restte geen eentje tegen kwam. En zo stierf de dappere kabouter die nooit had opgegeven eenzaam en alleen.

I wish

In de laatste IS* viel mijn oog op een vertederende fotoreportage waarin wensen van Zuid-Afrikanen waren opgetekend. Jong en oud, zwart en blank, rijk en arm mochten hun wens opschrijven om hier vervolgens mee geportretteerd te worden.
Een lui uitziende man schreef: 'I wish I had a job', op het papier van een klein verlegen meisje met piekhaartjes stond te lezen: 'I wish love' en een jongetje in de bloei van zijn pubertijd wenste dat hij 'Jezus' was.

"Durf te dromen" schreef ik laatst.
En nu denk ik, dat is makkelijk gezegd vanuit de fortuinelijke positie waarin ik mij bevind.
Als ik een wens op zou mogen schrijven, dan hoef ik geen baan te wensen want die heb ik al. Ook heb ik het geluk omringd te worden door vrede en liefde. Alleen Jezus ben ik niet. En hoewel ik hem bewonder, verlang ik er niet naar in zijn schoenen te staan. Maar waar droom ik dan nog wel van, wat heb ik nog te wensen?

Toen ik een Afrikaanse jongen eens vroeg wat hij zou willen studeren als hij de mogelijkheid had, kon hij me geen antwoord geven. Nooit had hij de gedachte zo ver durven laten gaan, bang voor de teleurstelling die er onvermijdelijk op zou volgen. Gemaskeerde gedrevenheid, passies bedekt met een beschermend laagje stof. Hoe dikker en plakkerig de laag, hoe moeilijker verwijderbaar.

Ja, ik hou van bevlogenheid
Bewonder mensen die hun dromen najagen
Maar sta ook weer even stil bij de zwijgende dromen die niet gedroomd durven worden.


* Internationale Samenwerking is een gratis maandblad over ontwikkelingssamenwerking van het ministerie van Buitenlandse Zaken

dinsdag 17 juni 2008

Euthanasie

Doorgaans is er pas sprake
van uitzichtloos en ondraaglijk lijden
wanneer het stadium van wilsbekwaamheid
reeds is gepasseerd.

En dan is de vraag
lijden mensen die niet meer weten dat ze lijden?
Die niet meer weten wat lijden is?
En zou het daarom dan ook geen pijn meer doen?

Anticiperen op wat jij
voor jezelf
uitzichtloos of ondraaglijk acht
mag niet.
De wet vindt in ieder geval dat dat niet telt.

En wellicht is dat nog wel het ergste
De tijd die eraan vooraf gaat
De angst die ermee gepaard gaat
De angst voor een mensonwaardig leven
waarvan op het moment dat het zover is
de wet zegt dat zij niet bestaat.

maandag 16 juni 2008

De een z'n dood

Zij plengden hun tranen
De één uit vreugde
De ander in droefenis
Uitbundigheid en zwijgzaamheid
Niet hand in hand
Maar zij aan zij
Beaamde trots voedt twijfel
Helden voor één dag
Op z'n minst
En den ander wordt verguisd

zaterdag 14 juni 2008

Voorpret

Laatst sprak ik iemand die jarenlang een droom had gekoesterd. Door zijn volhardende en daadkrachtige inspanningen was hij er tevens in geslaagd die droom waar te maken.

Een leven lang had hij zich op dat moment verheugd...
en toen het zover was, viel het tegen.

Gedesillusioneerd zat hij te mijmeren waar het toch in Godsnaam mis gegaan was. Voorpret had plaatst gemaakt voor teleurstelling en ontgoocheling. Enkel wassen neuzen verschenen nog op zijn netvlies.

Is de slotsom dan dat het beter is je niet langer te verheugen op dingen? Al zou het je als eerste mens op deze aarde ooit lukken alleen nog maar de dag te leven en alles te nemen zoals het komt, ook dan kom je bedrogen uit, dunkt mij. Immers, deze droevige man had toch jaar na jaar genoten bij de gedachte aan zijn droom alleen al. Gelachen, gestraald, voorbereidingen getroffen, opgewonden in zijn handen gewreven van plezier. Hij had alleen niet de relativeringsgeest een teleurstelling te verwerken, dat is al.

Durf te dromen!

donderdag 12 juni 2008

Examentijd

Lisa is gezakt en mag geen herexamen meer doen. Ze is boos, het komt allemaal door dat stomme Engelse woordenboek waar de helft niet in staat. Het woord ‘gehad’ bijvoorbeeld, nergens te vinden! Maar ook ‘aardbevingsmeer’, ‘werd’ en ‘Novib’ stonden er niet in. Een 3,8…alsof ze helemaal niets goed had gedaan. Hele volzinnen had ze toch keurig vertaald? “He laundry in the room” en “Sylvia of Store works in the hospital”.

Gelukkig is er voor vele leerlingen ook goed nieuws vandaag de dag. Jochum uit Vortum- Mullem bijvoorbeeld. Hij is geslaagd. Ook voor Engels, ondanks de paar uitglijders tijdens het mondeling examen. Na Jochums deelname was de docent dermate vrolijk gestemd dat hij hem een voldoende heeft geschonken.

Om de kandidaat een beetje op zijn gemak te stellen, doet de docent Engels van de landbouwschool zijn best te beginnen met een vraag die aansluit bij de leefwereld van de betreffende leerling. Jochum komt uit een boerenfamilie en dus vroeg de docent: “What does your father do for a living?”. Jochum is nerveus, Engels is niet zijn sterkste vak, toch weet hij een antwoord te formuleren. “My father focks pigs”. Het duurt even voordat de tegenvraag van de docent komt. Zo gaat de tijd snel, slimme zet van Jochum.