zondag 11 oktober 2009

De ambacht van het kaas schaven

Jarenlang heb ik mij afgevraagd hoe het toch in Vredesnaam mogelijk is dat zovele kaaskoppen in dit land nog altijd niet goed weten hoe zij een kaasschaaf zodanig dienen te hanteren opdat de functionaliteit van het ambachtelijk oud-Hollands instrument ten volle benut kan worden.

Jarenlang heb ik mij - overigens zonder al te veel profijt - ook geƫrgerd aan de onhandigheid waarmee vrienden en familie hun belabberde schaafvaardigheden bij mij thuis etaleerden. U zult begrijpen dat deze ergenis zich niet beperkte tot het moment van schaven an sich. Wanneer ik daags na het bezoek in de koelkast het mismaakte, mislukte misbaksel dat ooit herkenbaar was als kaasblok zag liggen, werd ik opnieuw overstelpt met gevoelens van droevenis.

Hoezeer ik mijn best ook deed, ik kon er niet goed bij. De onbeholpen stunteligheid die er doorgaans uit gaat van het schaven, paste ook eigenlijk geheel niet bij de vaste hand die velen binnen mijn zorgvuldig samengestelde kennissenkring toch bezitten. Hier kon het dus onmogelijk aan liggen, zo redeneerde ik. En mijn hoogwaardige, kwalitatief alom geprezen BK kaasschaaf viel ik ook liever niet af. Sterker nog, aan hem had ik nimmer getwijfeld. Ik schaafde er sedert studententijd mooie, lange goudgele plakkaten mee. De deugdelijkheid van het voorwerp had zich met andere woorden reeds in volle overtuiging aan mij bewezen.

Tot het moment dat er onlangs tijdens een eenvoudige lunch bij mij thuis iemand een rake opmerking over mijn oogappel plaatste die mij aan het denken zette: "Maar als het echt een goede kaasschaaf zou zijn, dan zou iedereen er toch goed mee kunnen schaven".

En daar had ik niets tegenin te brengen. Uiteraard voelde ik mij betrapt, maar tegelijkertijd opgelucht. Als was het een ware verlossing uit een langdurig lijden.

Zonder mijn kaasschaaf direct de wacht aan te willen zetten, heeft deze opmerking er wel voor gezorgd dat ik mij vanaf heden niet langer erger.

En daarvoor is mijn dank groot!

Geen opmerkingen: