dinsdag 9 december 2008

Agenda

Toen ik 'het jaar uit iemands leven' daar zo oneerbiedig op de grond zag liggen, bekroop me een naar gevoel. Het lag daar natgeregend, besmeurd met rotzooi en werd net zo systematisch als beschreven vertrapt door voorbijgangers die zich er niets aan gelegen lieten liggen. Volkomen verzonken in hun eigen werelden en de sleur ontkennend die hun dagen aan elkaar reeg, walsden zij er overheen zonder aanziens des persoons. Een enkeling struikelde en keek alleen nog even geërgerd achterom.

En ik stond daar maar als in een film die Fast Forward ging en waarin alleen ik nog uitgelicht en real-time te zien was. Het jaar aan herinneringen voor me op de grond. Met tranen in mijn ogen zag ik erop toe hoe dit alles zorgvuldig verpletterd werd. Het jaar was nog niet eens goed en wel ten einde.

zaterdag 6 december 2008

Duh!

[Huilend] "Ma-ham, Dianne zegt dat Sinterklaas niet bestaat..."
Mama: "En wat denk jij zelf?"
"Dat ie wel bestaat natuurlijk" (duh)
Mama: "Nou dan!"

En daarmee was de kous af

Het Geheim van het Potje

Er was eens een Groot Geheim dat alle volwassenen en oudere kinderen in Nederland met elkaar deelden. Iedereen mocht het weten, behalve de allerkleinsten. Gebroederlijk werd er samengespannen en onder één hoedje gespeeld om dit Grote Geheim naarstig verborgen te houden.

In de belevingswereld van Sandrien stond dit Grote Geheim beter bekend als het Geheim van het potje. Iedereen die lid was van het Geheime genootschap bezat een potje en iedere maand verdwenen er centjes in dat potje. Wat er vervolgens met het geld gebeurde was in nevelen gehuld.

Nieuwsgierig van aard als zij was, zette de kleine Sandrien alles op alles om het Geheim eigenstandig te ontmantelen. Zij stelde slimme vragen waar nooit antwoord op kwam en deed onderzoek zonder ooit iets te vinden.

Totdat de toedracht van het Geheim haar op een goede dag zomaar ineens werd medegedeeld. Simpelweg omdat het genootschap haar oud genoeg bevonden had. Treurig zat zij daar in haar inmiddels koud geworden bad. Teleurgesteld door de zeepbel die zojuist kapot was gespat, maar ook omdat zij het Geheim niet zelf had kunnen ontdekken. Aldaar besloot zij geen enkel ander kind die mogelijkheid te ontnemen.

En dus vroeg zij haar leeftijdsgenootjes achteloos en met geveinsde nonchalance of zij reeds op de hoogte waren van het Geheim van het potje. Geen mens! Blijkbaar was Sandrien er vroeg bij geweest. En het duurde en het duurde…ook buren, juffrouwen, meesters en zelfs oma Beckers op de hoek wist er niet van.

Totdat op een dag Sinterklaas zelf ook beweerde van niets te weten, toen ging Sandrien iets dagen. Het Geheim van het Potje was een nationaal gegeven, maar niet bij een ieder bekend onder die specifieke naam. En zo had Sandrien dan toch nog een Geheim dat zij ijverig en heimelijk voor zichzelf kon houden. Zij lachte vrolijk in haar vuistje en leefde nog lang en gelukkig.