donderdag 19 februari 2009

Koekje erbij?

Met twee broeken aan, windstopper, das om en muts op zit ik in mijn eigen huis ineengedoken op de grond in de slaapkamer. Het is stervenskoud, al mijn ramen liggen eruit en het is mid-winter. Wat een idee om juist in februari een kouwelijk meisje te komen pesten met onderhoudswerkzaamheden aan haar woning.

Vanochtend zat ik om 7:30u op mijn vrije dag al aan de koffie met mijn 3 bouwvakkers. Ik drink helemaal geen koffie, maar kon natuurlijk niet achterblijven. Mijn rode neus was truttig genoeg. Het vroege tijdstip maakte de werklieden niet minder hongerig en dus werd mijn pak stroopwafels in een moeite door verslonden. Ik geef die lui nog eens een bakkie leut!

De kruik blijkt eens te meer levens te redden. Effectief door zijn eenvoud. Ik heb hem alleen daarnet even achtergelaten toen ik een tijdje op de wc ben gaan zitten, momenteel het warmste plekje in huis. Maar tsja, op een gegeven moment kun je daar toch niet langer met goed fatsoen blijven hangen. En lekker warm douchen is ook niet echt een optie nu, hoewel ik de heren daar naar alle waarschijnlijkheid blijer mee maak dan met mijn koeken bij de koffie, maargoed.

Bijna klaar zijn ze, waarop de jongste van het stel prompt de stofzuiger in zijn hand gedrukt krijgt en ik de man die gebrekkig Nederlands spreekt met een sopje in de weer zie. Ondertussen klets ik wat na met de twee opperhoofden van de firma over viezigheid die zij zoal tegenkomen in de vele huizen die zij bezoeken. Een van hen komt mijn - reeds lange tijd bestaande en gestaag groeiende - nieuwsgierigheid tegemoet door mij foto's te laten zien van het huis van mijn bovenbuurman. Het is een soort doolhof met nauwe paadjes tussen opgestapelde oude computers, dozen, fietsen, gereedschap en overige meuk. Tevreden bezie ik mijn bescheiden afwas op het aanrecht.

De koeken zijn op, het is tijd om te gaan.
Ik zwaai nog even naar ze, zet de thermostaat op 22 graden en spring zingend onder de douche.

dinsdag 17 februari 2009

Stapelbed

Gestapeld liggen ze boven elkaar
Hij boven, zij onder
Broer en zus
De hele nacht vertelt hij verhalen
Om haar te doen leven
Zij luistert aandachtig
Valt nimmer in slaap
Met wijdogen ogen ziet zij
Hoe de springveren zich verbreden
Bij een verrassende wending
Of naderende ontknoping
Hij ziet, ruikt, ervaart
In haar plaats
Maar geniet pas
Wanneer zij zijn avonturen visualiseert.

Want pas wanneer zij het beleefde meebeleeft
Komen de mensen die hij ontmoette tot leven
Worden de omzwervingen die hij maakte spannend
En doen de wonden die hij opliep plotseling pijn.