zaterdag 23 februari 2008

Opmerkelijke mensen

In de stad, zaterdagmiddag.

Ik heb haar niet opgemeten, maar groter dan 1 meter 50 kan ze onmogelijk geweest zijn. Houding krom gebogen met een pittig sprekend gelaat. Stokoud, maar geen stok, nee zeker geen stok! Wel een stel goede solide schoenen aan haar verschrompelde kleine voetjes. Kordate rok tot over de knie en een fleurig, soepel dekentje om haar smalle hoofd gebonden. Trekt ze me daar heel resoluut een nasibal uit de muur. Ze verorbert hem ter plaatse.

Stukje verderop een man, alleen…met een ondefinieerbaar muziekinstrument in zijn handen. Olijke kop, vriendelijke blik. Het enthousiasme waarmee hij daar zijn muzikale talenten tentoon spreidt is ongekend. De bereidheid te delen. Het voorbij wandelende publiek neemt er de tijd niet voor, behalve…

…een klein meisje dat aan komt rennen met een parapluutje waar ze de wind in vangt. Ze struikelt bijna over haar eigen voeten en komt dan tot stilstand, vlak voor de muzikant. Als betoverd beweegt ze haar hoofd schuin, kijkt, wacht af. Na een tijdje nadert ze hem behoedzaam en gaat pal voor hem zitten. In alle rust, zonder kinderlijk ongeduld.

Tot haar moeder haar aan ene arm optrekt en vraagt of ze helemaal gek is geworden. Meegesleurd achter moeders aan, kijkt het meisje achterom. Lachend kijken de muzikant en het kind naar elkaar tot de hoek hun blikken van elkaar doet scheiden.

Een fietser rijdt over de muts van de muzikant heen. De vrijwillige bijdrage van passanten rinkelt vrolijk mee op de muziek. Een enkele omstander kijkt verbaasd naar de jongen op zijn fiets. Een zwarte man springt achterop en tikt hem op de schouder.

Ik hoor een schot en de persoon naast me neemt zijn telefoon al rappend op. Een clown maakt een koprol van de roltrap en een verbouwereerde puber krijgt een roos aangereikt van haar kersverse vriend. Twee oudjes eten samen patatjes uit een puntzak. En een van die twee ben ik.

zaterdag 9 februari 2008

Lachen om nix

In tijden niet zo gelachen!
Zo luid, lang en duidelijk dat de tranen over mijn gezicht biggelden en mijn buikspieren er spastisch van samentrokken. Een oefening waar ik niet tegenaan kan hardlopen. En hoewel ik rennen heerlijk vind, is dit toch leuker. En minstens zo gezond als ik de wetenschappers mag geloven. Het oude spreekwoord wint langzaam doch gestaag terrein. Ik heb begrepen dat in Engeland de eerste lachklinieken hun deuren onder luid gelach reeds geopend hebben en er in Amerika ziekenhuizen met ‘humorrooms’ bestaan. Mensen hebben daar al hun kennis over en ervaring met het opwekken van lachcontracties zorgvuldig samengebracht.

Ik vraag me dan toch af hoe dat in zijn werk gaat en stel me het volgende voor: een imposante verschijning staat met een olijk gezicht achter een microfoon. “Sluit uw ogen en krul langzaam de mondhoeken, begin vervolgens zachtjes te lachen”. De man, die – hoe kan het anders – gezegend is met een mooie, zwoele, lage stem, begint nu zelf ook rustig te grinniken “he he he” … “heel goed, ga door”, moedigt hij aan. “Vanuit de buik, pas op dat u niet te hoog lacht”. Hoog lachen is natuurlijk funest, dan gaan ze zitten persen terwijl lachen ongedwongen en zonder forceren dient te geschieden. Het publiek laat zich meevoeren en het gehik en gelach vult de ruimte. De trainer buldert inmiddels met wijd open mond en uitpuilende dichtgeknepen ogen midden in de microfoon. Iedereen proest het uit. Inclusief ikzelf nota bene, toeschouwer in mijn eigen gefantaseerde tafereel.

Hoe lang zou zoiets nu doorwerken? Of zou het effect van zo’n lachstuip ook weer afhankelijk zijn van hoe lang er gelachen is en hoe hard precies? Oh…en ik zou toch ook zo graag willen weten hoe die klinieken er dan van binnen uitzien? Met vrolijke kleuren natuurlijk, maar zouden ze ook fopneuzen op de muren hebben geschilderd? Speciale lichteffecten hebben aangebracht die feller gaan schijnen naarmate er harder gelachen wordt?

De sessie is ten einde en al lachend nemen de cursisten afscheid van elkaar. “Het was weer gezellig”, zeggen ze. “Ik heb serieus nog nooit zo hard gelachen”. Ze kennen elkaar nauwelijks, maar lachen zich gek samen om helemaal niets.

vrijdag 1 februari 2008

Ganzenborden

Je laadt je op
Sprokkelt moed bij elkaar
Raakt enthousiast
Zet alles op alles
Je gedrevenheid kent geen grens
Om bij de zoveelste 'second best'-boodschap het hele zorgvuldig opgebouwde roze plaatje als een grijze pudding in elkaar te zien zakken

...Solliciteren
Het lijkt een van de meest zinloze en tijdrovende bezigheden ooit
Het geeft geen enkele voldoening
Doorgaans als je je ergens voor inzet, krijg je daar op z’n minst heel iets kleins voor terug
Kwestie van reciprociteit
Maar van dit fenomeen is in de wereld der solliciterenden geen sprake
Net als bij ganzenbord word je als het een beetje tegen zit steeds weer teruggezet op het eerste vakje
Kun je weer van voren af aan beginnen met je dobbelsteen
Van geluk en lot hangt het aan elkaar
En opgeven heeft geen zin
Ook het bord omgooien niet...helaas
En dus dobbelen we geduldig verder
De weggegooide tijd en verspilde energie ten spijt

Het lichtpuntje in ogenschouw houdend
Het vuurtje brandend
Want een keer lukt het, op een regenachtige dag
En dan is al het leed als sneeuw voor de zon verdwenen
Vergeten en vergeven