zaterdag 19 januari 2008

Ik ben Stip, jij bent Stanneke

Ons moeder had ons op de mouw gespeld dat zij allergisch was voor dieren. Poezen in het bijzonder, maar elk ander huisdier was evenmin welkom bij ons. Klein en goedgelovig als wij waren, aten wij het als zoete koek. Jammer vonden we het wel en daarom bleven we zo nu en dan vragen of de allergie al over was. Net als een griepje of een ontsteking aan de grote teen, kon een allergie toch ook wel overgaan?

Driemaal dan toch boekten wij resultaat met ons aanhoudende gejammer en mochten wij een hamster. Achtereenvolgens gingen zij door het leven als: ‘witje1’, ‘witje2’ en ‘watje’. Allemaal stierven zij een vroege dood en aan ons koters lag dat niet. Dat wil zeggen, aan liefde hadden de beestjes in geen geval tekort. Over eventuele andere doodsoorzaken durf ik geen uitspraken te doen, dat kan ik simpelweg niet overzien.

Driemaal was scheepsrecht, er kwam geen vierde meer in. Zelfs niet toen ze op school tegen een spotprijs werden aangeboden door onze leraar biologie. Dat was een ware dierenvriend, hij had er immers ook geinige proefjes mee kunnen doen. Maar dat deed hij dus niet.

Inmiddels een stuk ouder en wijzer geworden, beraamden mijn grote broer en ik in het grootste geheim een waterdicht plan. We zouden de hamster stiekem kopen, houden en liefkozen. Daar hoefden onze ouders niets van te weten toch? Wat niet weet, wat niet deert. En zo verwelkomden wij ‘Stip’ in ons leven. Hij had een prachtig zelfgemaakt hok dat achter een van de schilderijen van mijn kunstzinnige broerlief stond. Veel daglicht zag hij niet nee, maar daar houden hamsters ook niet van dus dat kwam goed uit.

Er zijn gemakkelijkere geheimen om te houden, dat kan ik je wel vertellen. Dit geheim maakte geluid, vooral ’s avonds als papa een verhaaltje voor kwam lezen of mama nog een kusje voor de nacht langs kwam brengen. Ineens bleken wij minder aanhankelijk dan ooit tevoren! En allergisch, mijn broer dan, mijn moeder had nergens last van. De huisarts vond het vreemd, want dit riekte toch echt naar een dierenallergie.

Stip verhuisde naar mijn kamer, maar ik kon moeilijk ineens interesse in de macabere schilderijen van mijn broer veinzen. En dus werd ons kleine mannetje verbannen naar de kast. Overdag vond hij dat niet erg, maar ’s avonds wel en juist dan wilde ik graag slapen. Dat zul je altijd zien. Wij hadden hem een knaagbal cadeau gedaan om hem zoet te houden, maar Stip knaagde toch maar liever aan het gaas. Hij zag natuurlijk ook geen hand voor ogen daar binnenin de kast. Misschien heeft hij überhaupt wel nooit geweten dat er een knaagbal voor hem klaarlag.

Hoe dan ook, Stip is kort na de verhuizing overleden. Wij hebben hem een waardige uitvaart gegeven en missen hem nog elke dag.

maandag 14 januari 2008

Slimmigheidje van de Here

Wanneer het noodlot ons treft
Treedt een zelfbeschermingsmechanisme in werking
Om de schaapjes weer op het droge te krijgen
Prima mechanisme
Ingenieus, goed doordacht
Slimmigheidje van de Here zullen we maar zeggen

De schaapjes eenmaal weer hoog en droog
Komt het mechanisme ten val
En jij wordt eronder bedolven
Datzelfde noodlot treft je alsnog
Met het enige verschil
Dat je het nu dragen kunt
Omdat het mechanisme je gewapend heeft

En zo trokken zij ten strijde

woensdag 2 januari 2008

Nieuwjaarsgroet

Eén januari tweeduizend acht
Ik fiets door scherven glas
over rode plakkaten rotjes
met her en der een vuurpijl.
Ik ga een nieuwjaarsgroet brengen
en geniet onderweg van de sfeer in mijn stad.
Zij is nog slaperig
omgeven door mist
komt nauwelijks op gang
en dat siert haar vandaag.
Ik word begroet door onbekenden
en groet terug "de beste wensen".
We lachen vriendelijk naar elkaar
zijn ons voor een dag bewust met wie we eigenlijk samenleven
Rustig beschouwend...zonder oordeel, zonder de behoefte iets te veranderen.
Die gemoedelijkheid stemt mij blij
"De beste wensen allemaal"