donderdag 24 maart 2022

Mens zijn


Mens zijn, mag ik mens zijn?
En hoewel 't lang kan duren zal ik wachten tot jij naar me kijkt en ziet 
k Zal wachten tot ik vrij zal zijn en net zo mens als jij zal zijn
Dus wachten tot jij ziet wat ik verliet

Melodie: Flink zijn - Robert Long  https://www.youtube.com/watch?v=L5ailFgYkvQ

dinsdag 15 februari 2022

Fantasie als medicijn

Een vooruitziende blik, dat privé zwembad. Ik had het gereserveerd op mijn diepste lockdown-punt, toen het chagrijn van me afdroop. In plaats van excuses te maken aan de mensen in mijn huis, boekte ik deze vakantie. We zwommen alsof ons leven er vanaf hing en op een bepaalde manier was dat ook zo, want onze jongste zoon bleek direct na aankomst positief te testen. Het zwembad was onze redding.

Al bleek vandaag ineens dat onze zoon van zes er niet in gezwommen had. Dat had hij in geuren en kleuren verteld aan de moeder van een vriendje. 'Het zat helemaal vol met hondenharen,' had hij gezegd. Hij had er smerige gezichten bij getrokken en mimend met zijn handen die haren uit het water getrokken en voor haar neus gehouden. De moeder vond het wel wat vreemd, want ze had foto's gezien waarop hij in het water lag. 

Zijn vader en ik verschoten er niet van. Onze zoon vertelt wel vaker rare verhalen. Zo haalde ik hem een tijdje geleden op van een speeldate en hoorde ik van de oppas dat ze had begrepen dat mijn partner zo vreselijk dik is. Onze zoon had bloemrijk verteld hoe zijn vader hele dagen op de bank hangt, grote bak snoep op schoot en verder lekker niks doen. Soms een puzzeltje, wat dan wel weer klopt.

Misschien is het zijn manier om het chagrijn van zich af te schudden. De fantasie inschakelen en dan prinsheerlijk genieten van de reacties die dat opwekt. 

Heimelijk geniet ik met hem mee.

vrijdag 11 februari 2022

Afgeluisterd

Ik was positief
- Ja, jij deed een test
Toen zag ik het
- En jij ging keihard huilen
Ik was helemaal in paniek
- Ik wist niet wat ik moest doen om jou te troosten
Verder had niemand het, alleen ik
- Ik was negatief en ik ging ineens heel ver weg staan
En ik kon er niks aan doen dat ik het had
- Maar niemand wilde nog dichtbij jou komen
Toen moest ik een week alleen op mijn kamer zitten
- Zonder de tablet
Ik kreeg ook bijna niks te eten
- Omdat ze dachten dat jij te ziek was
Maar ik had hartstikke veel honger
- En toen ging jij dood
Van de honger
- Maar daar kwamen ze pas na een week achter
 

vrijdag 15 oktober 2021

Zondagskind

Ik ben een zondagskind
op maandag
maar ook op dinsdag
en zéker op woensdag
zelfs op donder-dag waait er geen wind
op vrijdag schijnt altijd de zon
en op zaterdag reikt mijn geluk tot de horizon.

Dat is altijd zo geweest 
gisteren een mazzeltje
vandaag een buitenkans
en morgen... 
dat hoop ik
dat wens ik
...krijgt mijn leven nóg meer glans.

vrijdag 17 september 2021

Uitgekafferd bij de bakker

Ik wilde eigenlijk zes broden, maar nam er vier. De rij werd langer en ik voelde me bezwaard. Bij het bestellen van nog twee croissantjes durfde ik de dame achter de balie al niet meer aan te kijken. Met grote passen had ze rondgelopen om mijn bestelling bij elkaar te scharrelen en deze in een moordend tempo in sneetjes te snijden. Iedere paar seconden had ze me eerst aangekeken om daarna haar ogen over de steeds langer wordende rij te laten glijden. 

De mensen stonden rustig te wachten, snoven de heerlijke geur van het verse brood nog eens op en genoten van de stilte zonder de kinderen die ze zojuist de school in hadden gezwaaid. Er was nog een collega, die hield zich bezig met het verplaatsen van dingen en had derhalve geen tijd om klanten te helpen. Maar ach, het was vrijdagmorgen, het weekend stond voor de deur, waar zouden we ons druk om maken.

Het afrekenen begon. Ik vroeg of ik de broden vast in de tas kon doen, een poging om constructief mee te denken. Des te sneller zou ik weer weg zijn. Ze keek me vinnig aan, schudde wild haar hoofd. 'Als ik het aangeslagen heb, kunt u het in uw tas doen. Zo werkt dat he?' Ik kon niet zien wanneer ze wat aansloeg. Om mezelf toch nuttig te maken, haalde ik dan maar vast mijn Piggy-pas te voorschijn. Een spaarsysteem om als bedrijf de loyaliteit met je klanten te versterken. Het apparaat sprong aan en ik hield mijn pas ervoor. 'Nee!' schreeuwde de dame van de bakkerij, waarop de rij achter mij een sierlijke wave maakte. 'Dat ding weet toch nog niet hoeveel u moet betalen!' Haar blik was scherp als de messen in haar broodsnijmachine. 'Sorry,' stamelde ik. 'Ik wist niet...' Mijn reactie herinnerde haar aan haar taak van klantvriendelijkheid. Ze herpakte zich: 'dan weet u dat voor de volgende keer.'

'€14,60 graag.'

'Alstublieft'

'Dankuwel'

Een harde werker, zonder meer. 

vrijdag 6 augustus 2021

Non, je ne regrette rien

Houd nergens aan vast
weet niks absoluut zeker
blijf niet hangen
heb geen spijt
geef niet op
ga niet terug
en kijk niet om

laat los
leg terzijde
zing uit en

Houd vol
houd stand
pak aan
grijp die kans
beur op
bijt door
en ga ervoor

vrijdag 23 juli 2021

Held van deze dag

Vóór Peter
kwam en ging eerst Juriaan, de hulpvaardige student
kwamen en gingen Jesse en zijn oma: 'hij is altijd zo handig'
en kwam en ging de man met de hond 
(die weer weg moest van mijn dochter)
maar Peter
die kwam 
en die ging niet meer.

De kwestie die voorlag: Twee fietsen, vastgeketend aan elkaar en aan het hek. Twee kinderen, moegestreden na een middagje picknicken, rennen en zwemmen. Eén moeder, die haar fietssleutel ziet verdwijnen tussen de gleuven van een massief, stalen bankje. Met z'n drieën liggen we er plat bovenop te kijken, door het kijkgat van onze kluis. 

We zoeken stokken en zonder enige hoop op resultaat, ga ik prutsen. Voorzichtig tracht ik het ringetje aan de stok te rijgen en naar boven te wippen. Mensen schieten te hulp en geven weer op. En dan staat daar die vrolijke mens met zijn zomerstrohoed en bijpassende gele blouse. Zijn opgewekte lach verraadt zijn enthousiasme over de tegenwind die ons getroffen heeft. De rafels aan de zijkant van zijn witte broek wapperen vrolijk mee.

We spelen samen het spel
als bij een grijpautomaat op de kermis
het lijkt zo makkelijk maar
het lukt steeds nét niet
nog een geluk dat niet iedere poging ons een euro kost.
 
'Nee, dat gaat niet,' Peter fronst en ik vermoed dat dit het einde is van zijn ijver, maar ik heb het mis. Peter daalt de lange trap af richting Spiegelwaal. 'Daar staat nog een oude fiets.' Hij komt terug met twee spaken. Drie kwartier zijn we samen bezig, Peter en ik. Als twee gekwelde gokverslaafden.

Mijn zoon moedigt hem aan: 'Als het lukt, ben je de held van deze dag.' 
Waarop Peter zegt dat het puur egoïsme is
maar dat is het niet
het is lief
en ridderlijk
en attent
en charmant
en ik maak een diepe buiging 
voor Peter en zijn heldendaad. 

dinsdag 20 juli 2021

Pitje, Witje, Watje en Stip

In beide boeken die ik lees, gaat het op exact hetzelfde moment over een hamster die op tragische wijze aan zijn eind komt. Even denk ik dat ik moet stoppen met synchroon boeken lezen, dat ik er te oud voor word. Tot zover de meevaller.  

De hamster in boek 1 heet Archibalt en zijn elfjarige baasje denkt dat hij verhongerd is door haar afwezigheid. Tiesje is de hamster in boek 2, die door de broer van de hoofdpersoon wordt vermoord in een glas water en zij deed niks, zij lachte alleen.

Mijn eigen hamsterervaringen getuigen niet van veel meer barmhartigheid. Eerst was daar Pitje, toen Witje, toen Watje. Ze hebben allemaal niet lang geleefd. Mijn broer, zus en ik wilden dolgraag een huisdier, maar vanaf het moment dat de eerste hamster daadwerkelijk met zijn kraaloogjes de huiskamer in staarde, hadden we er toch maar bar weinig interesse in. Vermoedelijke doodsoorzaak van het pluizige drietal: gebrek aan aandacht. Zozeer zelfs dat we Pitje levend begraven hebben. Per ongeluk, dat wel. Nadat iemand ons vertelde dat hamstertjes een koud balletje worden als ze hun winterslaap houden, hebben we hem direct opgegraven. Eenmaal op de verwarming opende Pitje weer vrolijk de oogjes.

Na Watje was het klaar. Het mocht niet meer. Reden temeer om in het diepste geheim een nieuwe hamster te verwelkomen. Stip kreeg een stuk meer aandacht dan Pitje, Witje en Watje bij elkaar. In de schuur hadden mijn broer en ik zelf een hok voor Stip getimmerd, dat goed verstopt zat achter een van de levensgrote schilderijen op zijn kamer. Zodra we thuis van school waren, mocht Stip uit zijn schuilplaats en speelden we met hem, tot mijn broer allergisch bleek. De huisarts kon maar niet begrijpen dat wij geen huisdier hadden. 'Misschien de hond van mijn vriend Danny?' opperde mijn broer met een klein straaltje zweet op zijn pezige jongensrug. Stip verhuisde naar mijn kamer. Het schilderij kon niet zonder meer mee, daarom kreeg het pluizenbolletje een plek in de kast onder mijn bureau. Hij maakte vreselijk veel lawaai, vooral in de nacht als ik wilde slapen. Zoete wraak of zijn natuur? Hoe dan ook, Stip is kort na die verhuizing overleden. 

Pas nu ik lees over de schuldgevoelens van andere baasjes, komt de zelfreflectie. Rijkelijk laat, en daarbij kan ik alleen maar hopen dat hij echt dood was, onze Stip, toen mijn broer en ik hem begroeven in een sigarenkistje in een holletje in onze achtertuin. 

woensdag 30 juni 2021

Ooggetuige

Soms weet ik het zelf niet meer
Of ik nog een mens ben
Dan ben ik in de war
Door wat ik hoor over mij
Over wie ik ben
In andermans ogen
 
Ik herken mijzelf niet meer
In wat anderen zien
Wat anderen zeggen
Over mij
 
De twijfel slaat toe
Misschien zie ik het niet goed?
Het zou de eerste keer niet zijn

Ik zou zo graag
Ook eens een kijkje nemen
Door die ogen  
Een beeld vormen van mij
En de vraag stellen
Of  het klopt
Want
Zien zij mij
Zien zij mij werkelijk
Met hun ogen?
 
Ik zou zo graag
Tot hun verbeelding spreken
Vertellen
Wie ik nog meer ben
Kan zijn

Sta mij toe
Mijzelf voor te stellen
Laat mij 
Die ogen toespreken  
Over alles 
Wat ze niet zien

zondag 20 juni 2021

Vaderdag

Mijn zoon van vijf ontvoert de pop van zijn zus en geeft haar een nieuwe naam: Annabel. Dit moet bevestigen dat het zijn kind is vandaag. Nadat hij haar een schone luier heeft gegeven (nooit de deur uit zonder een schone broek), legt hij Annabel teder in het rode rieten poppenwagentje waar oma destijds nog een nieuwe stoffen kap voor heeft gemaakt. Het opvouwbare kapje wordt liefdevol omhoog geschoven en vastgezet, zodat de zon niet in het kleine poppengezichtje zal schijnen.

In zijn blauw-witte haaienpyjama trekt hij naar buiten om wat rond te scharrelen op de pleintjes voor ons huis. Een wildvreemde vrouw fietst langs en wordt tot stilstand gemaand. Of ze even naar zijn kindje wil kijken. De vrouw kan niet anders dan over haar stuur in de poppenwagen turen en iets liefs zeggen. 'Ik ben de papa,' vertelt mijn zoon. 'Ze kan ook plassen als ze gedronken heeft.' Of de vrouw dat misschien ook nog even wil zien. Ja? Hij is al bezig. Hij legt Annabel op de straatstenen, lomper nu, zich bewust van de tijdsdruk. Het flesje wordt vlotjes in haar mond leeg gedrukt en al snel zit Annabel kletterend op het potje.

Mijn zoon kijkt de vrouw trots aan. 'Ze heeft alleen nog niets geknutseld,' zegt hij.